-17- Spreker twijfelt niet aan de deskundigheid van de Raadsleden, maar als men spreekt over deskundigen, dan denkt hij aan mensen die via de toporganen dagelijks mot de materie te maken krijgen, op dit terrein dus ervaring hebben en deze ervaring uitwisselen en waarvan wij als leken iets kunnen leren. Het is zeker niet bedoeld ale een degradatie van de Raadsleden die momenteel zitting hebben in de Commissie voor Maatschappelijk Hulpbetoon, Wat de twijfel van de hoer de Jaeger betref t n.1 .of ds wet wel zou kunnen be palen wat er moet gebeuren met de gelden en het vermogen van de instellingen van weldadigheid opgericht voor de Armenwet 1912, kan spreker wel de ver zekering aan de heer de ^aeger geven, dat dit wel degelijk in de wet is op genomen, De bepaling is gemaakt, dat zij haar werkzaamheden op 1 januari 19^5 moeten staken en dat aan haar vermogen een bestemming zal worden gegeven, uiteraard in overleg met fle betrokken instanties zelf^Artikel 88 van de Algemene Bijstandswet, eerste lid), Y/elke bestemming aan het vermogen gegeven wordt»is een andere zaak, opreker wil niet beweren, dat dit aan de gemeente moet komen, Er kunnen wel andere bestemmingen zijn op het terrein van het maatschappelijk vlak en spreker maakt zich sterk, dat het daarvoor ook zal worden benut, maar dat is aan- gegevn in de Algemene Bijstandswet, Door de heer Berger is nog gezegd, dat hij graag zou zien, dat de suggestie, die spreker zelf gedaan heeft aan artikel 7» lid 1 wordt ;oegevoegd n.l.t gehoord en op advies van de toporganen van maatschappelijk werk," Hem wordt ochtc/in het oor gefluisterd, dat de aanduidingftoporganen niet concreet kan worden omschreven en dat daarom deze toevoeging afgeraden wordt. Spreker sou dan ook willen voorstellenna de uiteenzetting van de doelstelling en na dat aangegeven is wie in de Commissie zitting zullen krijgen, de redactie, zoals die is voorgesteld, te handhaven. Wat de heer van Leeuwen heeft voorgesteld, kan blijkbaar juridisch niet en daarom wil spreker daarop niet verder ingaan. De VOORZITTER gelooft, dat de zaak van alle zijden is voorgelicht en hij zou dan ook de beraadslagingen willen sluiten en tot stemming willen ovot- gaan. Zonder hoofdelijke stemming wordt daarna overeenkomstig hot voorstel van Burgemeester en YYethouders besloten. 10. Voorstel tot instelling van een adviesorgaan voor maatschappelijk werk genaamd "StedelijkeRaad voor Maatschappelijk Opbouwwerk" /Dossier nr. 125CC), (Verzameling 1964» nr. 1J0), De heer van LEEUWEN zegt met belangstelling te hebben kennis genomen van de uitvoerige nota, welke aan dit stuk is voorafgegaan. Hij was het er niet geheel mee eens, maar dat gaf alleen maar stof tot over enking en discussie. Met betrekking tot do instelling van een adviesorgaan voor maatschappelijk werk, zal het,naar spreker meent, ongetwijfeld bekend zijn, dat hij inder - tijd, pas in de Gemeenteraad zijnde, reeds de instelling van een overkoe pelend orgaan ,als hier bedoeld, heeft bepleit. Ofschoon spreker aanvankelijk dit adviesorgaan liever gezien had als een Commissie van advies,zoals bedoeld in artikel 75 volgende van de Algemene Bijstandswet, is hij nu de mening toegedaan dat dit adviesorgaan, deze Stedelijke Raad voor Maatschappelijk Opbouwwerkgrootser van opzet is en meer en ,laat men hopen beter werk kan doen dan de in de Algemene Bijstands wet bedoelde Commissie, Hij spreekt de wens uit, dat de Stedelijke Raad voor Maatschappelijk Opbouw werk, waarvoor nu de basis wordt gelegd, straks van groot nut zal moge zijn voor onze gemeenschap. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Y/ethouders besloten. 11Voorstel tot het aankopen van de woning Weg door de Lage Meren 32, eigendom van A, Snepvangers ÏDossier nr. 4ÖM) (verzameling 1964» nr. 110 Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Y/ethouders besloten.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1964 | | pagina 133