:J _.X r ior: r.,-. i jx, -■ -n 7?v: X. .if r I..; p. - ••.J". -J .v-v "•'i '.3f§ L"b i:ïj; -.. a-. - .-.v..I» *;r v i t-r.-i k :v v. •r.: a :.v x-:-v -<:> f r - r - .1 v :u "I r .v J rr iX>.r<.o -16- Ten tweede heeft de Wethouder hem tot op zekere hoogte uit de droom geholpen ten aanzien van het College van Maatschappelijk Hulpbetoon, dat bestaat uit A leden-ingezetenen: 2 Raadsleden en een door het College aan te wijzen lid, dat als voorzitter fungeert. Toen 3preker .in het beginstadium deze stukken voor de eerste keer bestudeerde en overlas, voelde hij het eigenlijk als een degra datie voor de betrokken Raadsleden, die in het College v4 Maatschapp4Hulpbetoon zitting hebben en.zdfting hebben gehad,maar door de toelichting die de Wethouder heeft jgogeren, is hij toch een oeetje aan het twijfelen gegaan^ ofschoon hij het nog niet volledig kan beoordelen» De tijd is te kort om hierover een oordeel ":a vellen. In het begin-stadiumwas hij het er echter niet mee eens, dat hie. maar 2 Raadsleden in het College zitting namen en 4 ledan uit de in gezetenen. Spreker heeft gezegd, wat hij in het beginstadium las, maar hij denk+. dat de Wethouder wel zo goed zal willen zijn erop terug te komen* Dan heeft de Wethouder zo juist gezegd,datoverdebetrokken gelden van het Algemeen Burger Gasthuis en het Stads- Wees-en Armkinderhuis,althans over het kapitaal, binnen 2 jaar beslist voorstellen ten aanzien van de bestemming moeten worden gedaan* "maar", vraagt spreker, "wat v/ordt er gedaan met de gelden, v/aar eon clausule bij staat, met de giften die gedaan zijn met een bepaald doel?"Er staat be schreven, "dat ze bestemd zijn voor dit of voor dat doel en hij gelooft niet, dat men dit z ...ader meer op zij kan schuiven. Dat kan geen enkele wet op zij schuiven, daar gïlooft hij niets van. Spreker ziet de heer van Leeuwen weer zitten praten, maar dat vindt hij niet juist. Hij wil graag uitspreken en niet telkens geïnterrumpeerd worden door de heer van Leeuwen. Daartegen protesteert hij met klem. De VOORZITTER merkt op,dat de heer de Jaegr wel kan uitspreken maar of het juist is wat hij zegt, is iets anders. De heer de JEGER is van mening, dat als er een clausule bij is, deze nie$ zo maar opzij geschoven kan worden. Hij is zeer nieuwsgierig,- hoe men dat dan zou willen doen. In zijn algemei.nheid, kan spreker het met de toelichting van de betrokken Wethouder eons zijn, alleen heeft hij gemeend enkele dingen naarvoren te moeten brengen waarop hij gaarne het antwoord van de Wethouder afwacht. De heer BERGER zegt, dat het wel een beetje formalistisch klinkt na de uiteen zetting van de Wethouder, waarin hij bevestig-ty dat in de Commissie van Bijstand, inderdaad do toporganen op sociaal-maatschappolijk gebied zullen worden gehoord, om dit alsnog in artikel 7 opgenomen te krijgen, maar het is een reglement, dat verder reikt dan 2 of 3 jaar m hij vindt het daarom toch wel gewenst om de suggestie, die de Wethouder voorstelt in artikel 7 op 'te nemen. De heer van LEEUWEN zou nogmaals willen wijzen op artikel 4» De Wethouder zegt zelf, dat dit artikel aanvechtbaar is. Voordat men er nu over gaat veshten, vraagt spreker of het geen aanbeveling zou verdienen het artikel zodanig te laten luiden, dat het College zijn bevoegdheden uitoefent overeenkomstig alge mene richtlijnen op voorstel Van Burgemeester en Wethouders door de Raad vast gesteld. De VOORZITTER gelooft, dat dit staatkundig niet juist is. Burgemeester en Wet houders hebben de taak en de opdracht gekregen om de wet uit te voeren en Bur gemeester en Y/ethouders zijn er dus om voorschriften te stellen. De heer van LEEUWEN zegt» "Maar Burgemeester on Wethouders delegeren die be voegdheid" De VOORZITTER merkt op: "Voor zover de wet het toelaat, maar zij blijven verant- 7:oorde'li jk. De heer van LEEUWEN zegt verder, dat de Y/ethouder het had over het bekende groene boekje. Spreker weet niet, of zij over hetzelfde groene boekje - raten, maar het boekje, dat hij h eft is niet uitgegeven door de Vereniging van Nederlandse Genoenten, De Y/ethouder toont zijn book je, dat ochtcr niet groen, maar blauw van kleur is. De heer NIJSSEN merkt op, dat deze materie voor hem zeer moeilijk is, In en korte spanne tijds, heeft hij er echter een duidelijk inzicht in gekregen. Hij dankt de Wethouder voor de bijzonder duidelijke uiteenzetting, die hij ge geven heeft pn waardoor hij wijzer is geworden over de toepassing van deze wet. Do heer BROOS merkt op, dat de heer de Jaeger is teruggekomen op de samenstel ling van het bestaande College van Maatschappelijk Hulpbetoon, waarin een be langrijke wijziging gaat komen. Er zitten thans 5 Raadsleden en 4 leden uit de burgerij in, terwijl in de toekomst 2 Raadsleden en 4 leden uit de burgerij er deel van uit zullen maken. Men moet dat niet zien als een degradatie van de Raadsleden, niet alleen omdat het zo niet bedoeld is, maar omdat, wanneer we de intentie van de wet willen nastreven, zoveel mogolijk deskundige personen in deze Commissie moeten worden ingeschakeld. -■ .i-- t -• 5 Otïf; 5 J-.:' a t r I.;. [y-r i f j jv-iv i i.. v. t -is i tX c ii'. t. - ;r - .v\ ,'i> °i' '3 '1 V - ;r; -y- l .v af;.* v. V i 'v? .1 2>*i. i 1 I x X Y-V !:-v. .Tt.ro J R 1 w if ..i. ■•■.si T lie Ü'-'A v:' -! ■}r.-.v. ..Vi: j. '-or: .r.-> t: ,i r. I - 'V -• j'-i •X-'.v f :jX 'v;-. :'xq '.2 t' V' .v i o i1 t -i - t

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1964 | | pagina 132