vc 07 -)\r - -14- Voor ivat het laatste betreft, kail de Raad van het College van Burgemeester en Wethoufers geen voorstellen verwachten om tot instelling van een Commissie van advies over te gaan, omdat het College meent, dat deze taak het be3t kan worden toebedeeld aan de op te richten Stedelijke Raad voor Maatschappelijk Opbouwwerk. De leden hebben enkele maanden geleden een nota thuisgestuurd ge.- kregen omtrent deze materie er zijn besprekingen gevoerd met het particulier initiatief en de gedachte is van hen uitgegaan om de Stedelijke Raad voor Maat schappelijk Opbouwwerk met deze advies-ta k te belasten. De wet geeft bepaalde richtlijnen uit hoeveel personen de Commissie voor advies moet bestaan, hun deskundigheid en de samenstelling uit en op het terrein van maatschappelijk werk. Om de moeilijkheden te omzeilen en als zwaarder argument om de Stedelijke Raad voor Maatschappelijk Opbouwwerk een bedere basis te geven, hebben Burgemeester en Wethouders gemeend deze Raad de taak te moeten toebedenken van Commissie van advies, zonder dus in concret0 een dergelijke Commissie van advies in het leven te roepen. Iets anders is de individuele aanvrage oel' bijstand. Dit is een taak voor de Commissie van bijstand. Deze taak is krachtens de wet opgedragen aan het Col lege van Burgemeester en Wethouders, maar Burgemeester en Wethouders kunnen de ze bevoegdheid delegeren, zoals is voorgesteld en omschreven in het onderhavige voorstel en instellen een College van bijstand waaraan de bevoegdheden van Burgemeester en Wethouders neergelegd in de Algemene Bijstandswet, worden over gedragen De Gemeenteraad regelt de samenstelling, alsmede de uitoefening van de bevoegd heden, op voorstel van Burgemeester en Wethouders. Ingevolge het bepaalde in de Algemene Bijstandswet stelt dus de Gemeenteraad bepalingen vast mót betrekking tot het behandelen van de aanvragen en het verkrijgen van bijstand. Dat is ook gebeurd in hit onderhavigoreglement, dat thans voor de Leden ter tafel ligt, In de wet zijn geen bindende voorschriften gegeven omtrent de samenstelling van de Commissie van bijstand, ook niet wat het aantal betreft en ook niet omtrent de te benoemen perspnen zelf. Dat is voor de Commissie van aavies wel bepaald. Bij de behandeling in de Tweede Kamer, waarvan spreker destijds lid was, zodat hij het genoegen heeft gehad deze wet qiee te mogen behandelen en opbouwen, is medegedeeld, dat de intentie van de wet is- men kan dit terugvinden in de me morie van toelichting- hot particulier initiatief zoveel mogelijk mee te laten spreken in de Commissie van bijstand en de Commisse van advies, maar bindende voorschriften staan voor de Commissie van Bijstand, voor wat haar aantal betreft niet in de wet aangegeven. Burgemeester en Wethouders zijn van mening, dat de samenstelling van de Commissie van Bijstand voor het grootste deel dient te geschieden uit mensen van het par ticulier initiatief. Men kan dit concluderen uit artikel 7> lid 2»van de verordening luiaende» "Burgemeester en Wethouders dienen voor de benoeming van de in het eerste lid van dit artikel bedoelde leden voor elke benoeming een voordracht in vermeldende de namen van twee personen, die geacht kunnen worden met do maatschappelijke verhoudingen en vraagstukken voldoende op de hoogte te zijn en waardoor de schakering van het gemeentelijk leven zoveel mogelijk weer spiegeld blijft," Er staat dus in concreto niets aangegeven in het reglement maar de intentie ervan is deze, dat we moeten krijgen een Commissie van 7 personen waarvan 2 uit de Raad en 4 uit het particulier initiatief. Spreker denkt dan met name aan 4 par ticulieren, die vertegenwoordigers moeten zijn uit de toporganen tor plaatse, het I,S.C,C, voor de katholieken en het per 1 januari van dit jaar tot stand gekomen toporgaan voor de Protestants Christelijke groeperingen. Spreker denk daarbij aan de verhouding 3-1»- Het is dus niet de bedoeling willekeurige per sonen aan te trekken uit de burgerij die hierin zittingzullen nemen, maar de opzet is de particuliere toporganan in te schakelen, die de deskundigen zullen moeten leveren om in de Commissie van bijstand zitting te nemen. Voor wat de algemene kosten betreft, herinnert spreker aan de memorie van toe lichting waarin staat, dat hiermee een bedrag van 80 miljoen gulden gemoeid is. Deze meerdere kosten moeten worden opgevangen uit 5e algemene middelen, die uit bet gemeentofonds worden ontvangen. Daarvoor is er een wijziging geweest van de Iinanoi£le Verhoudingswet 1960. Wat de plaatselijke consequenties betreft, die kan men momenteel niet overzien. Spreker is er ook van overtuigd, dat door do samen stellers van de wet een belangrijke bijdrage is verleend tot verhoging van de aociale zekerheid in den lande, waardoor vele mensen dankbaar gestemd zullen zijn. t ■■•f »i. .1/ 7 t? t - c .1

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1964 | | pagina 130