- .1- r- x. -5- Het resultaat van dit onderzoek isdat aai deWethouder voor Onderwijs. Kunsten en etenschappen en aan de ulo-scholen wordt bericht, dat nien hen ontraadt over te gaan tot het stichten van een avond-ulo en \vel op grond van onder andere het volgende» Geraamd wordt; eerste leerjaar 30 leerlingen, 2e leerjaar 24 leerlin gen, 3e leerjaar 18 leerlingen."Op welke gronder vraagt spreker, is deze raming gebaseerd'Kan men hiermede niet volledig'de plank misslaan, als men uit de cijfers ziet, dat de avond-ulo to Roosendaal alleen al door 27 cursisten uit Bergen op Zoom en omgeving wordt bezocht?" Het is daarom, dat spreker deze raming in twijfel trekt en dat hij meent, dat deze raming zuiver een hypothese is, die op niets steunt. In eerste instantie zou spreker het hierbij willen laten. De heer VAN HmlJoT zou hierop het volgende willen antwoorden* Van de zijde van de schoolbesturen, die door het College van Burgemeester en Wot- ou ers wer en aangeschreven,is inderdaad alle medewerking verleend, maar meer in die zin, dat zij bereid waren aan de organisatie mee te werken en dat zij bereid waren hun leerkrachten daarvoor ter beschikking te stellen. De meeste schoolbesturen hebben gereageerd vanuit het gezichtsveld dat hun ter beschikking stond. Maar als men achtetaf de zaak bekijkt, dan heeft de R.K. bchoolraad het enig juiste gedaan, naar zijn bescheiden mening, namelijk door elders te gaan kijken, wat de ervaring met de avond-ulo was en wel zo kort moge- ijk in de buurt, om zoveel mogelijk een parallel te kunnen trekken. Door do hoer Verschuren is gezegd, dat een bespreking heeft plaatsgevonden tussen de Wethouder voor Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, een ambtenaar en een veriëgenwoordiger van de Schoolraad, maar dan is hij onjuist geïnformeerd, aar meerdere leden van de R.K. Schoolraad bij deze besprekingen zijn geweest en aan het onderzoek hebben deelgenomen. Dat het onderzoek niet ter plaatse is uitgevoerd, is, omdat men hier geen gegevens had. In Roosendaal heeft men -«1 ge gevens, heeft men ervaring met deze zaken en wat de ervaring en de feiten be tref t,zal men waarschijnlijk rustig kunnen stellen, dat deze in Bergen op Zoom soortgelijk zoudenuitvallen. Dat de getallen, die hier genoemd zijn, inderdaad sc attingen zijn, wil hij niet ontkennen, maar deze schattingen hebben toch wel een redelijke basis. Als men bedenkt, dat medio 1963 in Roosendaal, met het feele verzorgingsgebied Bergen op Zoom erbij, de avond-ulo 45 leerlingen telde, is het niet zo gek, dat men zegt, dat bij splitsing in twee verzorgingsgebieden ieder verzorgingsgebied 30 leerlingen krijgt, dus in tottaai 60 leerlingen. anneer de heer VGrschuren denkt, dat er wel animo is voor dit type school dan zou spreker willen opmerken, dat het zeer goed mogelijk is, dat er een aanvangs- animo is. Dat is in Roosendaal ook gebleken. M#n is er met 77 leerlingen gestart en aan het einde van het eerste studiejaar waren er nog 45 over. Er is een enorme "terugloop van het aantal leerlingen, omdat de studie voor velen te zwaar gebleken is, anderzijds omdat men niet voldoende tijd heeft, en ook liep het aantal terug or vertrek uit de gemeente. Sprekers mening is, dat de getallen redelijk geraamd zijnj hij zou zelf3 willen zeggen, dat men helemaal niet pessimistisch heeft ge raamd. Uit het ruime verzorgingsgebied van Bergen op Zoom en omgeving gingen er in het eerste cursusjaar 27 cursisten naar Roosendaal en het is zijns inziens lang niet zeker, dat al deze cursisten naar Bergen op Zoom over zouden gaan. n ieder geval gelooft hij, dat deze getallen zeer juist zijn geschat, e heer VERSCHUREN hoort de Wethouder zeggen, dat de schoolbesturen wel medewer king hebben toegezegd, maar dan heeft spreker de brieven verkeerd gelezen, Aj herinnert zich namelijk, dat hij in de brief van de Vereniging voor Prctestants hristelijk Onderwijs gelezen heeft, dat zij ervan overtuigd zijn, dat er behoef- e aan bestaat. Ook in de brief van het Genootschap tot Opvoeding leest hij, dat er behoefte aan bestaat. Dat dat betreft,is het dus fifty-fifty. De andere: willen medewerken; de een zegt P haar school; de Petrus Canisius-school zegt» "Ik kan het niet beoordelen", u stelt de bethouder, dat in Roosendaal de animo niet zo erg groot is, J -t zou ook kunnen liggen aan het feit, dat de mensen daar een hele reis voor Roeten maken. Spreker stelt zich voor, dat,als men van Huijbergen komt en eerst et de bus naar Bergen oe Zoom moet en dan met de trein naar Roosendaal en terug °o weer, d.e animo dan inderdaad een beetje gaat t&nen Dat is dus geen mo tief om te zeggen;"ln Bergen op Zoom zai het prciies hetzelfde zijn», - brief van de ambtenaar kan spreker zich niet goed herinneren, maar hij geeft toch een andere versie aan, dan de Wethouder stelt ten aanzien van de behoef- e aan een avond-ulo. Inderdaad, als men in Bergen op Zoom tot oen avond-ulo °cit, worden hot twoe scholen, maar spreker zou er dan op willen wijzen, dat Ber- êen op Zoom ook een achtergobied heeft. Hij denkt aan Tholen en Halsteren die wellioht m.er animo voor zullen hebben, wanneer er een avond-ulo-school fh Bergen op Zoom is. ..vs."-. ...- X. J." V..;: i - V,. i. >2 :e vO> a i> it: v p.su IOO'. ,7.'::': ix JC. j.e- .-t" ;i tTV '.'.'S.'-.ii vi' i i;1 -• v. ■i ,3V V .w •- l ,tya is vxt; f A j. A .'.''.'IT i v L v2.. -- r V "X ii'i '.V P V '5 D roov '30.»'v - i, u nv. - C'" '1* a;: h'C v.;'.. k ■■■-■ I'-tCr.,: -it A-... C- I: V

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1964 | | pagina 121