- 21 - wil men de kans niet lopen,dat men de gehele A.S.V. niet goedgekeurd krijgt. Spreker voelt viel voor een gedurfd beleid maar hij is bang £at,als men met andere ci.ifcrs komt er een streep door de rekening zal worden gehaald en daarom zou spreker _sterk willen adviseren de A.S.V. ongewijzigd te aanvaarden. De heer van KAAM wil ten aanzien drie punten betreffende nog het een en ander zoggen, terwijl hij over artikel 2 zal heenstappen. Ton aanzien van artikel 14 is hij in zoverre tevreden gesteld,dat gezegd is, dat men rekening wil houden met datgene dat in het vrije bedrijf als norm ge nomen wordt. ■■'at artikel 16 betreft.heeft de Voorzitter gezegd dat er nog zo'n korte spanne tijds gelegd is tussen de optrekking van deze cijfers en nu en dat er niet veel veranderd zou zijn. Spreker meent echter dat er na november en vooral in de periode november-februari-maart op bet pun£ van de prijsstijgingen heel wat gebeurd is. F.j vraagt zich af;" Is het bedrag, dat hier gesteld is 64,-- en 84, inderdaad zo,dat men er van kan zeggen^'D'aar kunnen we een rijwiel van onderhouden?'1Daar komt bij,dat hij het bedrag van 64, een uitermate vervelend bedrag vindt. Het wordt gebruikt voor alle ambtenaren die op maandsalaris staan en men kan 64 niet door 12 delen. Spreker stolt voor de bedragen van 64,— en 84,— te brengen op 72,-- Gn ƒ.96,"Dat zaldan toch niet zoveel uitmakenj' meent hij. Ten aanzien van artikel 20 is het hom erg gemakkelijk gemaakt. Het percentage fan 10 bestaat teruenenmale en de Voorzitter heeft zelf gezegd da^ naar hem is medegedeeld door de directeur van gemeentebedrijven het 'nooit zo is dat twee weken achtereen vuile en zware arbeid moet worden verricht. Men komt -looit aan 17,50 toe" Wat voor bezwaar is het dai?"yraagt spreker,"om hier ^2,50 of 25,-- van te maken, a?.s men er toch niet aan toe koint£"Dan kun nen Gedeputeerde Staten zeggen''Het percentage van 10 is goedgekeurd en vol gons hot hoofd van dienst komt men toch niet aan het maximumbedrag. Spreker zou daarom ook dit voorstel willen doen, misschien zien Gedeputeerde Staten or ook weer overheen en dan heeft men toch iets voor deze groepering kunnen bereiken. Spreker doet dus voorstellen ten aanzien van de artikelen 16 en 20. De VOORZITTER zegt,dat de heer van Kaam dus voorstelt de rijwielvergoeding te verhogen tot resp, ]2,en 96,Hij vraagt tot welk bedrag hij het maximum in artikel 20 verhoogd wil zien, De heer van KAAM stelt voor dit te brengen op 22,50. De VOORZITTER behoeft aan zijn eerste toelichting niets toe te voegen. Alleen is hij bang. dat Gedeputeerde Staten geen goedkeuring zullen hechten aan de ver hoging van het maximum en daarom zou hij voor willen stellen het bedrag van f. 17,50 te handhaven. Gat de rijwielvergoeding betreft, heeft de heer van Kaam opgemerkt,dat het be drag van 64,-- moeilijk deelbaar is. Spreker zou hier willen opmerkendat Q betaling niet per maand geschiedt zodat dit zeker geen bezwaar is. Men moet niet vergeten dat oen vergoeding van 64,_- per jaar wordt gegeven voor son gebruik van hei; rijwiel van misschien een half uur per dag. Het is niet zo at do mensen een hele dag van hun rijwiel gebruik maken. Hij zou nog willen gaan tot 1 uur per dag, maar dan is het hoog op. Door het College wordt deze ^Qgel zeer soepel toegepast. he heer GORRISSEN steunt het voorstel van de heer van Kaam ten aanzien van artikel 16 ^maar na de uiteer getting van de Voorzitter dat TTëcleputeerde Staten jOz^gd hebben dat het bedrag van 17,50 door hen niet is gezien daar het anders niet zou zijn goedgekeurd en dus een hoger bedrag zeker niet haalbaar as, is spreker ,toch ook van mening^dat het een dubieuze kwestie is, vooral °ok omdat het zo is ?dat het in de praktijk niet voorkomt. Hij zal daarom dat foorstel niet steunen. Spreker zou toch verder nog iets er over willen zeggen. 0 VOORZITTER deelt meedat er reeds in twee instanties is gesproken, heer GORRISSEN zegt ?aat ^nadat de heer van Kaam het woord had gevoerd niet ravraagd is of nog iemand het woord verlangde. De VOORZITTER meent ?dat de heer Gorrissen dan toch de vinger had kunnen opste- Als de leden er geen bezwaar tegen hebben wil hij in derde instantie aan De heer Gorrissen het woord verlenen. ^0 heer GORRISSEN vindt het een moeilijkheid over deze zaak, als men als Ge meenteraadslid in Georganiseerd Overleg zit, opmerkingen te maken. Er is een elangrijke opmerking gemaak^dat dn de salarisregeling een aantalpunten vermeld 0L 2oals in artikel 7 over de diensttijdbevordering, waarbij van de zij'de van de vakorganisaties gevraagd is, of dit er niet uit kan blijven omdat er dan meer Ruimte is om een beleid te voeren. Spreker had liever gehad,dat men overeen- omstig de wens van de vakorganisaties alle soort zaken, zoals ook rijwielver- Goeding en zwaavworkvorgoeding ^niet zo gedetailleerd in de verordening had

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1964 | | pagina 104