rif - 18 - woningtoewijzing wel ten alle tijde zullen blijven bestaan,of die nu geschiedt door de woningnoodcommissie of door de dienst van het woningbedrijfde woninginspectrice en de Wethouderdie de zaak bezien en advies uitbrengen aan Burgemeester en Wet houders, die uiteindelijk beslissen.Als de woningnoodcommissie advies uitbrengt aan Burgemeester en Wethouders,die dan uiteindelijk moeten beslissen,zal men naar zijn mening ook de nodige klachten blijven houden, Wanneer, zoals in het ver leden, ook de particuliere sector er nog bij betrokken was, zou de zaak an<-: ders liggen, maar sinds de particuliere sector vrij kwam, behoeft men slechts een bereidverklaring over te leggen van de eigenaar van het pand» Spreker heeft ook een periode meegemaakt - waaraan hij zou willen herinneren - dat, ook als de eigenaar een bereidverklaring afgaf, het gemeentebestuur - zij het bij uitzondering - het er niet mee eens was en anders besliste. In dergelijke gevallen gelooft hij stellig dat de woningnoodcommissie als advies commissie zeer verdienstelijk werk deed. Maar daar het thans louter een toe wijzing betreft van woningen die de gemeente zelf' laat bouwen, van woningwet woningen, waarvan men dus precies het aantal kent,gelooft hij dat dit niet het moment is om de woningnoodcommissie hiervoor weer in het leven te roepen, iip,ar aanleiding hiervan heeft spreker opgezocht een schrijven van Burgemeester eh Wethouders van 5 juli i960 aan de woningnoodcommissie gericht waarin wordt medegedeeld dat het gemeentebestuur slechts in uitzonderingsgevallen, te beoordelen door Burgemeester en Wethouders, de commissie nog zal Inschakelen, Bus op 5 juli i960 was men de msning toegedaan dat de particuliere sector helemaal vrij gegeven moest worden. Men stelde dus dat het echt niet veel zin had om deze gevallen in de woningcommissie te gaan behandelen, Baarna, op 3 augustus 1962, werd door het College besloten om geen voorstellen aan de Raad te doen tot benoeming van een woningnoodeommissie. Toen heeft men gesteld "Gezien het gering aantal woningen dat uitgegeven moet worden, ge zien tevens het feit dat men over een woningbureau beschikt, is het echt niet meer nodig hat een woningnoodcommissie als zodanig nog gaat adviseren,!' Er is sindsdien geen verandering gekomen welke het gewenst zou maken de woningnoodcommissie wederom in te stellen. Het zou ook een stap terug zijn wanneer men deze richting zou uitgaan. Spreker wil niets zeggen ten nadele van het werk dat door de woningnoodcommissie is gedaan, maar de commissie heeft destijds werk gedaan in het gehele complex de particuliere sector, de gemeente-woningen en alles wat daarmee samenhing. Boor de heer van Leeuwen is in zijn betoog gesteld,dat het in onze woning bouw, zoals thans de toewijzingen zijn, verre van rooskleurig is, terwijl hij tevens heeft gesteld,dat de woningnood in Bergen op Zoom vrij groot is, terwijl hij de vraag stelde of er ten aanzien van het woningbeleid niet te veel wordt geregeerd. Bit laatste durft spreker niet te ontkennen, namelijk dat er echt teveel gei'egeerd wordt in het woningbeleid in het land. Het is een landsbeleid en daarom durft spreker er rustig de vraag tegenover te stellen hoe het eruit zou zien wanneer men dit vrij zou geven. Als het er om gaat een "cri de coeur" te doen horen, dan meent hij echt te moeten zeggen - en dat wil hij vanaf zijn plaats dan wel eens doen - dat men zich voor wat betreft de toewijzing van woningen wel eens afvraagt hoe het mogelijk is dat we maar met dit aantal uit de bus komen. Het is nu een maal een overheidsmaatregelwaaraan men als gemeente niet kan ontkomen, Be ondergrond van het betoog' van de heer van Leeuwen is, dat men niet kan juichen over het aantal woningen dat men heeft toegewezen gekregen. Spreker heeft zich ook wel eens afgevraagd, mede gezien in het licht waarin de heer Berger het heeft gesteld, namelijk in verband met het aantal bouw vakarbeiders in dit gewest, of deze toewijzing een juiste verdeling is. Eer lijk gezegd, twijfelt hij daaraan ook wel eens een keer. Boor de heer van der Weegen is aan het College gevraag! "Kom ook eens met voorstellen om iets in het noorden te doen} wij zijn er nu bij, wij zijn geannexeerd, maar de toestand, zoals die daar is, is echt verre van roos kleurig',' Hij noemde met name enkele wegen die totaal onbegaanbaar zijn en hij stelt daarnaast dat de fietspaden totaal ontbreken. Wanneer de heer van der Weegen doelt op de Weg naar de Hoordgeest en op de Bovengroenewoudseweg, die in desolate toestand verkeren, dan zou spreker erop willen wijzen dat dit wel openbare wegen zijn, maar dat ze in onderhoud zijn bij de aangelanden, Be Weg naar de Hoordgeest is geruime tijd voor zandtransport gebruikt; vracht wagens hebben er over gereden. Bat was mogelijk, omdat het een openbare weg is en dus gebruikt mag worden om er zandtransport over te doen plaats hebben. Ha beSIndiging van het werk heeft de aannemer de practiach onverharde weg zo goed mogelijk in de oorspronkelijke staat gebracht, alhoewel hij daartoe, omdat het een openbare weg is, niet verplicht is. Er is nooit een rijwielpad' naast deze weg geweest, zodat men er ook geen rijwielpad heeft aangelegd. Wat de Bovengroenewmrdseweg betreft, dat is niet veel anders; dat is ook een 1 if'li ui!

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1963 | | pagina 95