—16—
Hij weet niet waarom de heer Akkermans het antwoord op vraag 56 in twijfel'
trekt. Natuurlijk is het mogelijk dat het antwoord door de feiten wordt achter
naald, maar daarom is het antwoord niet onjuist. Bij dit soort onderhandelingen
moet het gemeentebestuur reëel zijn en moet het gegadigden wijzen op de proce
dure die^ gevolgd moet worden, in het onderhavige geval om de ri jksgoedkeurj.ng
te verkrijgen en dat kan, dat weet men allemaal, lang duren. Maar uiteraard
is dit geen reden om aan het dagelijks bestuur het niet verlenen, van mede-
werking te verwijten,integendeel.
Een soortgelijk geval, dat ter sprake gebracht is, betreft een industrie ip.
het nieuwe gebied van Bergen op Zoom, De uitbreiding van deze industrie zou
aleen.jaar aanhangig zijn en er zou kans zijn dat men wegging en men liet;
duidelijk doorschemeren dat er van het gemeentebestuur iets meer verwacht werd
dan hetgeen tot nu toe is gebeurd.
Het spijtspreker eigenlijk dat dit onderwerp hier ter sprake is gekomen,omdat
hij het nie b in het belang van de zaak zelf acht dat het hier wordt besproken.
Maar spreker wil zich niet laten aanleunen dat het gemeentebestuur in deze
iets te verwijten zou zijn. De eigenaar van dit bedrijf is voor de eerste maal
bij hem geweest op zijn spreekuur van 24 september j.l, Hij heeft hem toen-
medegedeeld, dat hij nieuwe machines had aangekocht, dat die vi5<5r het einde
van vorig^ jaar zouden komen en dat hij dringend uitbreiding moest geven aan
zijn bedrijf, Het zal, naar spreker meent, allen duidelijk zijn dat geen enkel
ollege ervoor kon zorgen dat v<5(5r het einde van het jaar de vergunning zoü
worden gegeven, Dat zou alleen d&n mogelijk zijn, wanneer de beslissing in.'
Bergen op Zoom kon vallen en dat is helaas niet zo. Deze zaak is met spoed--'
onderzocht en is zo spoedig mogelijk besproken met de stedebouwkundig advi
seur, Deze bespreking vond namelijk plaats op 15 oktober j.l,. Diezelfde dag
nog is spreker met de stedeb^uwkundig adviseur en met de directeur van ge
meentewerken naar het bedrijf gegaan om de situatie te bekijken en men kwam
aar ij unaniem tot het oordeel dat onzerzijds alle medewerking moest worden
gegeven om deze uitbreiding tot stand te brengen. Toen ging het er om hoe
dit het snelst zou kunnen gebeuren en de conclusie was dat het volgens artikel
20 van de Wederopbouwwet zou moeten geschieden. Dit artikel 20 geeft Gedepu
teerde Staten gelegenheid om na een korte procedure toestemming te geven.
Het gemeentebestuur heeft zijn voornemens gepubliceerd, maar helaas is er -
een bezwaarschrift ingekomen van een der omwonerrfen, Dat is jammer, maar uiter
aard is dit een recht dat iedereen in onze rechtsstaat heeft om tegen een
bepaalde uitbreiding van een industrie in zijn buurt te protesteren. Het is
veelal gebruikelijk dat deze noodmaatregel van artikel 20 geen toepassing '-
vindt wanneer er een protest inkomt, In dat geval moet dan de normale proce
dure worden gevolgd van het uitbreidingsplan waarin een plaats voor deze uit
breiding is gereserveerd» Overigens is het in het uitbreidingsplan in ontwerp
ook gebeurd. Burgemeester en Wethouders menen dat de argumenten die zij
heb., en om deze uitoreiding toch toe te staan sterk genoeg sijn om de hoop te-
koest eren dat het^College van Gedeputeerde Staten toch zijn toestemming zal
geven. Deze zaak is dus lopende en Burgemeester en Wethouders doen alles wat
haer mogelijk is, -
Nu zou spreker aan de heer de Jaeger willen vragen in welk opzicht het
0 ege tekort is geschoten. Hij is van oordeel, dat men met dit soort dis
cussies in de Raad niet verder komt5 integendeel, dat het succes van de
pogingen van het gemeentebestuur erdoor wordt verminderd. Spreker hoopt dat
ook belanghebbenden dit zullen inzien. Men heeft hier, naar spreker meent,
een typisch voorbeeld van hetgeen de Voorzitter juist heeft besproken,van
mensen die in hun verwachtingen worden teleurgesteld en dit niet kunnen -
verwerken en die daarom tegen het gemeentebestuur ageren, dat van zijn kant
alle mogelijke medewerking geeft, maar niet met het hoofd door de muur kan
gaan. Het is heel moeilijk en vaak teleurstellend, dat kan spreker begrijpen,
maar hij meent dat het^de taak is van ieder Raadslid om met het College deze
mensen op de juiste wijze voor te lichten, opdat er wel begrip komt en het
is niet de taak van een Raadslid om deze zaken als een verwijt naar voren
te brengen.
De Raad heeft ook nog gevraagd - het was de heer Bernaards' meent spreker -
hoe de situatie wordt in Nieuw—BorgvlietDe Voorzitter heeft zelf al iets
gezegd over de mogelijke wijziging welke in het uitbreidingsplan zal worden
aangebracht. De heer Bernaards heeft ook gevraagd hoe het staat met een
bepaald pand dat korte tijd geleden is aangekocht. Spreker denkt dat hij
doelt op de panden van Palinckx en Hagenaars,' Spreker kan mededelen dat hier
op nog geen goedkeuring van het College van Gedeputeerde Staten is gekomen.
De gemeente is dus nog geen eigenares van deze panden en heeft dus ook nog'
niet het recht om ze te gaan slopen, Spreker kan echter niet zeggen - indien
de gemeente eigenares zal zijn geworden van deze panden- wanneer ze dan wel