I
-6-
Hu nog iets over de menselijke verhoudingen,waarover de heer Berger zeer he-'
hartenswaardige woorden gesproken heeft, en over de verhouding tussen het
bestuur en de burgerij, waarover de heer van Doorn vragen stelde en sugges-
ties deed. Spreker gelooft dat deze opmerkingen zeer nauw aan elkaar grijpen.
Het is een moeilijke zaak", zegt spreker, "omdat er zo weinig concreets
te bespreken is',' Wanneer men met concrete gevallen komt, kan men een onder-,
zoek instellen en zeker in de lijn van de opmerker trachten daarvoor correc
tie te vinden. Hij gelooft wel dat in het algemeen wordt aangevoeld dat er een
afsoand is ontstaan tussen bestuur en burgerij, niet alleen in Bergen op Zoom
en ook niet alleen in ons land en niet alleen de laatste tijd, want zo is
het vroeger ook geweest. Maar men ziet het thans vanuit andere maatschappe
lijke verhoudingen, van een andere afstand, met andere manieren. Er zijn al
tijd grote moeilijkheden om de verhouding tussen bestuursmacht en bestuurden
goed te^houden, De heer Berger heeft er zelfs over gesproken dat misschien"een
soort vijandige verhouding tussen bestuur en bestuurden is ontstaan. De ge
meente wordt bij voorbaat al beschouwd als zijnde een instituut dat zich
richt tegen de belangen van de enkeling. Spreker moet zeggen dat hij geen voor
beelden kent van deze houding van bestuurder of ambtenaar tegenover de burger,
dat deze a priori vijandig tegenover de burger staat, 1
■'el heeft hij het omgekeerde meegemaakt# Meermalen is het hem overkomen dat de
burger die iets wil hebben van de gemeente en dit onmogelijk is om wettelijke
redenen of vanwege de billijkheid tegenover anderen dit maar niet wil begrij
pen, Spreker kan zich niet voorstellen dat men dit niet kan begrijpen en niet
wil begrijpen en dat men uit een zekere ontevredenheid en machteloosheid tot
een zeer negatieve instelling komt. Dat is zeer jammer. Dit is gelukkig in
genen dele algemeen, maar hij noemt het als voorbeeld. Men kan zulke voorbeel
den noemen wanneer het gaat over woningtoewijzing. Iedereen wordt wel eens 'be
naderd, ^ook de leden van de Raad, over woningen en hoe graag men ook iedereen
die komt^tevreden wil stellen, het is eenvoudig niet mogelijk. Hetzelfde ge
beurt bij verkeersmaatregelen. Wanneer men een verkeersmaatregel neemt,bij-i
voorbeeld een parkeerverbod, dan weet iedereen dat hiertegen geageerd wordt}
spreker mag gerust zeggen dat er dan "gekankerd" wordt op een manier die niet
mooi is, p
Het uitblijven van rijksgoedkeuring om te bouwen is ook een gerede aanleiding
voor een dergelijke negatieve houding.
Spreker vindt dit jammer. Persoonlijk zou hij er prijs op stellen wanneer
leden van de Raad burgers die menen hun recht niet gekregen te hebben naar
hem verwijzen. Hij weet niet of hij ze dan kan helpen, 'maar hij wil voor
komen, in zoverre het hem mogelijk is, dat ze dan het gevoel hebben dat ze
a priori aan de verkeerde kant zitten. Dit is gen-en, dele het geval.
Er is ook^ gesproken over het vertrouwelijk beraad dat na de Raadsvergadering
wel eens heeft plaats gehad, Door de heer van Doorn is hierover gesproken en
hxj heeft gezegd dat dit de laatste tijd verwaarloosd is. Spreker wil hier
graag een "mea culpa" uitspreken en de toezegging doen om spoedig een derge
lijke bespreking te zullen houden. Ook zou hij er prijs op stellen om nog eens
een discussie te hebben in besloten vergadering,waarbij van de zijde van het
E.i.I, en van de Provinciale Planologische Dienst de nieuwste ontwikkelingen
uifc de doeken worden gedaan, zodat men zich volkomen kan inleven in het beeld
dat van tijd tot tijd verandert.
Spreker meent op deze wijze zich van zijn taak voorshands te hebben gekweten,
en geeft nu het woord aan de heer Broos,
De heer BROOS zegt, dat bij de algemene beschouwingen die door de fractie-
voorzitters gisterenavond aan de orde zijn gesteld de heer Berger onder meep
heeft stilgestaan bij de problematiek van het maatschappelijk werk, waarbij''
werd gesteld, dat de zorg van de plaatselijke overheid dient te zien gericht
op dezelfwerkzaamheid van de verschillende bevolkingsgroepen,waarbij een
coördinatie van de verschillende vormen vaït maatschappelijk werk een eerste
vereiste is en overleg tussen overheid en de organen van het particulier
initiatief noodzakelijk.
Dit alles overwegende, geeft het spreker gerede aanleiding om iets dieper
op deze materie in te gaan.
Hij meent te mogen stellen, dat de door de heer Berger ontvouwde ideeSn. over
het maatschappelijk werk en de plaats en de taak van het particulier initiatief
en de overheid in hun algemeenheid zeker door het College kunnen worden aanl
vaard. Wel zou spreker onderscheid willen maken tussen de vormen van maat- 1
schappelijk werk:, omdat diverse soorten zijn te onderscheiden en wel het
individueel, het algemeen en het gespecialiseerd maatschappelijk werk.
Het individueel maatschappelijk werk is gericht op het individu - het gezin -
en zijn functioneren in de samenleving. Door de gunstige conjunctuur en tal-