-14-
afvoermogelijkheid? Spreker meerit dat, wanneer van één der objecten die hij
nöemde getuigd kan word.,en dat het rechtstreeks om de vitale belangen der ge
meente gaat, het deze persleiding is, die voor een gezonde stofwisseling in
het lichaam onzer gemeenschap in de letterlijke zin des woords onontbeerlijk
is.
"Nog eens", zegt spreker, hij wil niet graag de indruk wekken dat hij bezig is
een requisitoir te houden tegen een veronderstelde laksheid bij het dagelijks
bestuur. Telkens wanneer uit onze kring op dit soort zaken wordt gewezen, wordt
ons aangetoond, dat het dagelijks bestuur behoorlijk diligent is. Maar hij
vraagt 5 "Als dit diligent zijn zo weinig effect sorteert, wordt het dan niet
zaak te zoeken naar andere krachten, die gemobiliseerd kunnen worden om aan
onze levenseisen meer kracht bij te zetten Kan deze Raad niet zelf iets
doen Zijn er geen krachten wakker te maken in onze stedelijke gemeenschap
zelf
Het staat wel vast dat, als er, om
we ook niet worden gehoord»
Een dezer dagen werden we weer opgeschrikt
het plat te zeggen, geen keel wordt opgezet,
door een publicatie inzake de Schelde-
die, als ze juist is,
West-Brabant - het veel en lang gedu-
Dit oude generaliteitsland dreigt, als
nog niet lang genoeg in de wachtkamer
zijn mening tijdig en met kracht worg
Ri jn-verbinding,
peerde - wederom in de kou zal zetten»
spreker deze publicatie goed begrijpt,
te hebben gezeten, Daartegen moet naar
den geprotesteerd,
"Nog eens", zegt spreker, "het is geen ondankbaarheid voor hetgeen in de afge
lopen jaren tot stand kwam." Het is de heklemming over het vele dat maar nipt
tot stand wil komen die hem de-ze "cri de coeur" doet slaken» Hij hoopt dat van-
af de bestuurstafel een riem onder zijn twijfelende hart zal kunnen worden ge
stoken, maar vooralsnog overheerst in dat hart pessimisme. Op deze niet bepaald
opgewekte uitroepen kan gelukkig een iewat blijmoediger geluid volgen.
Wanneer men in gedachten neemt het feit dat een dezer dagen met de restauratie
van het oude Markiezenhof en naar hij vernam spoedig ook met die van de Grote
Kerk zal kunnen worden begonnen, dan past het ons daarover een vreugdekreet/te
uiten. Bergen op Zoom is getraind in wachten; circa 100 jaar op een haar toe
gezegde haven, circa 125 jaar op een haar in eigendom toebehorend monumentaal
gebouw» "Lang gewacht en stil gezwegen, nooit gedacht
geen ongeschikt motto zijn voor haar stadswapen» Maar
bied bewegen de zaken zich en dat is goed.
Er zou, meent spreker over dit chapiter nog wel het
zijn, maar hij wil het niet te lang maken en gaat dus
onderwerp.
Het verslag van het onderzoek der begroting door de twee
en toch
hoe dan
verkregen" zou-
ook, op dit ge-
een en ander te zeggen,
over op een ander
Raad, geeft hem namelijk aanleiding tot het maken van enkele
afdelingen uit de
opmerkingenAls
hij het wel heeft, is de begroting die thans aan de orde is de achtste die
hij als Raadslid meemaakt en met het klimmen van zijn jaren is zijn tevreden
heid over de wijze waarop de begroting behandeld wordt afgenomen. Het bos,
waarvoor men als Raadsleden wordt geplaatst, bevat ontelbaar veel bomen,heel
grote maar ook akelig kleine en --- vanwege de menigte bomen dreigt vaak het.
bos uit het oog te worden verloren» Een werkelijk bevredigende kijk op het
geheel is moeilijk te vormen, ook al worden de vier dikke boêdelen vergezeld
van een lijvige nota van aanbieding»
Een goede remedie voor dit geval geven, lijkt hem niet gemakkelijk, Spreker
wil er zioh in dit betoog althans nog niet aan wagen. Het lijkt hem echter
de moeite waard dat Burgemeester en Wethouders deze zaak eens goed bekijken,
Met name lijkt hem het overwegen waard de vraag of niet reeds bij de bespre
kingen in de afdelingen voor een directe en deskundige toelichting kan worden-
gezorgd. Wat de aanwezige hoofdambtenaren kunnen zeggen, moeten zij steeds
angstvallig buiten de beleidssfeer houden. Dat is onbevredigend. Efficiënter
zou het zijn, wanneer ook op het vlak van het beleid bevoegde toelichting
zou kunnen worden gegeven,
Een andere opmerking die spreker in dit verband wil maken betreft de ver
houding tussen het dagelijks bestuur en de Raad in zijn geheel. Spreker kan
zich niet onttrekken aan het gevoel dat aan de communicatie tussen deze beide
lichamen het een en ander ontbreekt en dat een zekere verbetering gewenst is.
Reeds eerder zijn opmerkingen van deze strekking in deze Raad geuit, Toegezegc
is toen dat zou worden overwogen om na een Raadsvergadering die wat tijdig
eindigde nog een uurtje bijeen te blijven en dit uurtje te besteden aan -een -
vraag- en antwoordspel van min of meer vertrouwelijk karakter. Daarvan is
echter niets gekomen. Spreker ziet verband tussen dit feit en dat andere,
dat een vraag in het verslag om het gemeentelijk jaarverslag voortaan te
doen voorafgaan door kwartaaloverzicht-en ronduit gesproken met een "Jantje
van Leiden1' wordt afgedaan» ïn vele andere gemeenten bestaan zogenaamde
gemeentebladen, waarin besluit van Burgemeester en Wethouders, openbare aan-