20». is gehouden, "maar", vraagt hij, "gaat het hier om de belangen van de heer Bierbooms die een benzinestation wil hebben of om de belangen van de gemeen te?" Het gaat om een verkeerstechnisch probleem en dan moet men toch in de eerste plaats denken aan de belangen van de gemeente, Bit pleintje zou aan het openbaar verkeer moeten worden onttrokken. De Commissie meent dat Jhet pleintje oorspronkelijk bestemd is voor bijzondere gebouwen en nu zou er een benzinestation komen, waarmede de oorspronkelijke opzet gaat verval- ler.r Het verkeerstechnisch probleem, waarom het gaat, is in het belang van de gemeentenaren die hier geboren en getogen zijn en deze belangen zouden nu moeten worden opgeofferd voor een persoon die hier naar Bergen op Zoom is 'gekomen om rustig te rentenieren, daar spijt van krijgt en nu een benzine station wil beginnen omdat hij anders niets te doen heeft, Daaraan moet men zijns inziens toch niet de gemeentebelangen gaan opofferen. De man heeft het gemeentebestuur jarenlang bezig gehouden en men vindt nu dat men hem te gemoet moet komen, maar mon moet de belangen van deze man toch niet gaan stellen boven het algemeen belang van Bergen op Zoom en er dit verkeers- pleintje aan gaan opofferen, Be heer RATSMA zegt dat, zoals de heer Leijs het voorgesteld heeft, het inder daad juist is, Aan de heer Bierbooms is door het vorige College de toezegging gedaan dat het College het in de Raad zou brengen en om die reden is dat thans ook gebeurd, Hu de heer Leijs heeft gesteld dat hij het er zelf niet pee eens is, wil ook spreker zijn standpunt naar voren brengen, omdat hij van mening is zijn stem voor het voorstel wel te moeten geven. Het is niet go eenvoudig te zeggen "Vijst de man een andere plaats aanf dat is een gevaarlijk standpunt. Er is een dossier dat zb dik is van alle mogelijke aanvragen van mensen die in de stad iets willen stichten en het is uiter aard moeilijk van de kant van Burgemeester en Wethouders te zeggen "Pro- Beert daarmee of probeert daarmee»1 |!et is een precedent scheppen wanneer men dat doet. Een van de eerste mensen die op zijn spreekuur kwamen, was de heer Bierbooms en toen is hij onder de indruk gekomen van de lange lijdensweg die dit geval had. Wanneer men de verkeerssituatie bekijkt, dan vraagt men zich af, of deze godanig is dat men afwijzend tegenover het voorstel moet staan» Het betreft ©en simpel geval. Spreker heeft de tekening voor zich» Er komt een gebouwtje met een ruimte waarin êên auto tegelijkertijd kan worden nagezien,gewassen en doorgesmeerd, van 74" bij 7"g meter» Dat vraagt een klein gedeelte van het pleintje, nog geen kwart. Dat gebouwtje komt te staan tegenover de Veverekat, zodat de situatie vanuit de Wijngaardstraat komend blijft zoals ze nu is,Men heeft gesproken over een quick-service, maar in wezen wordt het een station om te tanken, waarbij gelegenheid is om tegelijkertijd een auto door te sme ren» Dat het beswaren zou opleveren voor de school en de schoolkinderen lijkt hem ©verdreven» Door de heer Beljaars is gezegd dat de man naar hier is gekomen om te rentenieren en dat hij daarvan later spijt heeft gekregen. Er zit ©chter een tragische achtergrond achter. Spreker geeft toe dat deze argumen ten in het persoonlijke vlak liggen, maar er zijn niet zulke overwegende toe zeggingen aan de heer Bierbooms gedaan dat deze gestand souden moeten worden gedaan. Spreker meent dat dit verzoek kan worden toegestaan, gezien de beperkte ruimte en de eenvoudige inrichting?» De heer BROOS wil ook zijn stem motiveren. Hij kan de gedachtengang van de lieer Ratsma onderschrijven en zal ook voor het voorstel stemmen. Er komt nog een tweede argument bijj op het geval rust namelijk een ttöeiale hypotheek en daarom zal hij voor het voorstel stemmen. De heer LEIJS zegt dat door de heer Berger concreet gesteld is dat deze zaak ergens erg onzakelijk behandeld is, Spreker meent echter niet dat deze zaak in haar totaliteit onzakelijk behandeld is. Hij meent dat er altijd hoor en wederhoor is geweest tussen Burgemeester en Wethouders en de heer Bierbooms en de zaak is niet op sleeptoux«f gehouden» Een paar maal is er een afwijzing geweest, maar de heer Bierbooms is vasthoudend geweest en is telkens terug gekomen. Met.: het verwijt aan Burgemeester en Wethouders dat deze kwestie onzakelijk Behandeld is, is spreker het dan ook niet eens, Door de heer Berger is daar naast gevraagd of in de 10 jaar dat de heer Bierbooms bij het College is ge weest er eigenlijk niet een keer gedacht is aan een 'bepaalde compensatie en dat hij daarin nu ook geen vertrouwen heeft, Spreker kan het concreet niet stellenj alleen kan hij zeggen dat het de mening van het College en van de Commissie voor openbare werken was dat, als er een geschikte gelegenheid was, men die zou moeten geven» Maar uit verkeerstechnisch oogpunt bezien, acht de Commissie dit pleintje niet gewenstj

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1963 | | pagina 43