-17"
Rtraat is naar het Sint Catharinaplein en dit pleintje speelt als ontsnappings
middel een grote rol in het tegenwoordige drukke verkeer.
hoor de verkeerstechnische commissie is deze kwestie al eens afgewezen. Het
verkeer wordt steeds drukker, Door het atelier van de Gebr.van Gils dat men
gaat krijgen,is aan de andere zijde geen oplossing te maken, Hoe moet men hier
de verkeersoplossing dan zien Zij is er voor dat aanvrager zo spoedig moge
lijk geholpen wordt na alle mislre die hij heeft moeten verwerken en dat een
compensatie zeker op haar plaats is, maar spreekster zal tegen het voorstel
stemmen met het doel dit pleintje te doen gebruiken voor een pompstation,
he heor van der WEEGEN wil de Commissie een grote pluim op de hoed steken.
Hij sluit zich aan hij het gesprokene door de heer van Kaam, De Commissie heeft
er uren over gepraat, heeft van alle kanten de zaak hekeken, uitgevraagd en
beluisterd. Spreker kan er in komen dat Burgemeester en Wethouders het een
moeilijke materie vinden, maar dat zal wel zo gegroeid zijn en men moet er nu
van af. Met aandrang zou spreker willen vragen om zo spoedig mogelijk voor
een plaats voor de betrokkene to zorgen. Het moet nu wol bekend zijn waar dit
mogelijk is, daar het uitbreidingsplan op kaarten staat, zodat men de man
geen 9 of 10 jaar moet laten wachten. Men moet hem nu binnen een zo kort moge
lijke tijd een plaats aanwijzen.
De heer van DOORN kan kort zijn. Wanneer het gemeentebestuur om welke reden dan
ook tegenover deze man tekort is geschoten in accuratesse en afdoening van
zaken, dan is dat ongetwijfeld voor deze man onplezierig en voor het gemeente
bestuur niet bepaald een pluim op de hoed. Wanneer de aanvrager er 10 jaar
over moet doen om tenslotte eindelijk in de Gemeenteraad gehoor te krijgen,
dan lijkt hem dat toch nogal lang,
"Hij had in die tien jaar een groot aantal malen kans gehad om aan bod te
komen", meent spreker.
Maar wanneer een voorstel moet worden beoordeeld, een voorstel zoals dit,dan
moet dat zijns inziens niet gebeuren op grond van goedhartigheid, edelmoedig
heid of wat ook maar op grond van ieders inzicht in de verkeerstechnische
situatie daar en de moeilijkheden die eruit voortvloeien. Spreker is geen
automobilist, hij is het wel geweest, en hij komt ook nogal eens door de Wijn
gaardstraat en hij vindt de situatie daar buitengewoon moeilijk. Wanneer daar
een benzinestation gaat komen, zal de situatie nog moeilijker worden. Dit is
voor hem het zwaarstwegende motief. Daarbij komt dat we niet rijk zijn aan
parkeermogelijkheden en dat dit pleintje heus ook buiten kermistijd gebruikt
wordt voor het plaatsen van auto's. Wanneer die mogelijkheid wordt weggenomen,
gaat men elders onderdak zoeken. Dit is niet het zwaarste en dat laat hij ook
niet wegenj het zwaa.rste is dat de verkeerssituatie daar naar zijn absolute
overtuiging een dergelijke oplossing niet gedoogt.
De heer NIJSSEN merkt op dat men spreekt van eon verkeerssituatie en dat men
daarbij de nadruk legt op het pleintje, maar hij meent dat de moeilijke ver
keerssituatie niet aan het jleintje te wijten is, maar dat de moeilijkheid
zit in de Wijngaardstraat, Spreker vermoedt dat verschillende automobilisten,
misschièn de Voorzitter ook wel, wanneer ze door dit straatje komen van hun
claxon gebruik maken. Men mag van de claxon geen gebruik maken wanneer er
geen gevaar is, maar spreker geeft de verzekering dat hij iedere keer wan
neer hij dit straatje inrijdt tevoren van de claxon gebruik maakt omdat men
er geen overzicht en geen uitzicht heeft. Wanneer men het verkeer afsluit van
de Wijngaardstraat naar de Noordsingel, dan zal men hier een betere oplossing
krijgen dan wanneer men de situatie laat zoals ze nu is. Spreker kan zich met
het voorstel verenigen, maar hij zou daarbij de vraag willen stellen de ver
keerssituatie in de Wijngaardstraat nader te bekijken.
De heer van DOORN kan dit direct steunen.
De heer LEUS moet de leden die" gesteld hebben dat het een lange geschiede
nis is geweest volkomen gelijk geven, Spreker wil echter de zaak releveren
omdat ergens min of meer een verwijt wordt gemaakt aan de Ooileges die deze
zaak niet behandeld zouden hebben zoals ze behandeld hac\ moeten worden.
Door de heer BERGER is geciteerd een brief van de heer Bierhooms van 1952.
Spreker heeft deze niet in het archief kunnen vinden, doch hij is teruggegaan
tot 1955» Toen 'heeft men een brief ontvangen van "Labora", van de heer Pas-
sier, voor het stichten van een benzinestation, Er wordt dan vermeld dat er
binnen afzienbare tijd een brief zal volgen aan het College over de vraag of
de vestiging mogelijk is aan de Wester Boulevard. Op 13 oktober 1955 volgt
een schrijven aan Burgemeester en Wethouders om de bouw van een benzine
station aan de Wester Boulevard toe te staan.
Op 4 december 1956 komt er dan een schrijven van het Gewestelijk Arbeids-
Bureau, van de heer Passier, om te onderzoeken of vestiging mogelijk is aan
de oude Jutensohool" of aan de Weeter Boulevard, Op 8 januari 1957 ver-