II li i
m
-14-
centrale oommissie na 1952 een zeer vrijmoedige interpretatie toegepast ten
aanzien van de vigerende wetsomschrijving (films "betreffende onderwerpen van
•wetenschap, nijverheid, landbouw en handel), een interpretatie die om meer dan
Hén reden niet langer tolerabel genoemd moet worden,
Ook de heer G-euljans zegt dus dat deze oommissie echt niet de culturele waarde
.van de films beoordeelt en wanneer de gemeentebesturen dat xouden doen na de
uitspraak van deze commissie, dan doen zij dat ten onrechte, want de commissie
heeft niet de bevoegdheid om de films op hun culturele waarde te keuren.Spre
ker weet niet of deze commissie daarvoor bekwaam zal zijn, dat kan hij niet
beoordelen,, maar bij de instelling van deze commissie is haar deze taak niet
toebedacht
Het is zijn enig motief en de enige reden waarom hij gemeend heeft dat het
eigenlijk geen zin heeft in dit stadium deze belastingverlaging voor dit soort
films toe te passen en hij zou daarmee willen wachten totdat een rijksregeling
geschapen wordt, waardoor men weet dat men met dit soort films te doen heeft,
Ie VOORZITTER zegt dat men in Bergen op Zoom een belastingregeling heeft gehad
voer culturele films, waarvoor een lagere belasting geheven werd. Om de films
te beoordelen, was speciaal een plaatselijke commissi e ingesteld. Men is daar-
yan afgestapt, omdat de beoordeling of een film cultureel is al dan niet zeer
ifioeilijk is.
Men heeft eigenlijk de belastingverordening gewijzigd om die moeilijkheid te
ontgaan. Wethouder Ratsma heeft duidelijk gemaakt dat de rijkskeuringscommissie
yolstrekt niet de aangewezen commissie is om te beoordelen of een film cultu
reel is. Ze worden daarop niet bekeken. Ze worden "artikel_l-films" genoemd
en spreker weet dat de zuidelijke filmkeuring, waarvan de gemeente Bergen op
Zoom lid is, de gedragswijze van de rijkskeuringscommissie niet toejuicht
integendeel
Ie heer BERGER is blij uit het antwoord van de Wethouder te hebben mogen horen
'dat men in principe wel degelijk gunstig over dit punt wil denken wanneer de
beoordeling der films goed geregeld is. Wanneer men het principe voor een
|ater tijdstip aanvaardt, kan spreker er genoegen mee nemen en 'neemt hij zijn
voorstel terug,
ie heer HIJPELS maakt dan een voorstel tot halvering van de belasting voor
culturele films,
i-e VOORZITTER vraagt welke films de heer Hijpels dan cultureel wil maken
Be heer HIJPELS wil dit laten beoordelen door een commissie,
"Welke commissie?", vraagt de VOORZITTER.
de heer HIJPELS zou het willen laten beoordelen door Burgemeester en Wet
houders, Hij vindt het wel erg moeilijk, De voorzitter van de grootste fractie,
de heer Berger, dient eerst een voorstel in en neemt het op een gegeven moment
terug. Hij begrijpt de argumenten niet. Zo zal Bergen op Zoom verstoken blijven
yan culturele films, In eerste instantie zegt de heer Berger dat hij wel eens
iets anders wil zien dan die sensatiefilms en daarmede is spreker het eensr
"Laat hem daarom zijn voorstel handhaven tot halvering van de vermakelijkheids
belasting voor oultxirele films," Spreker begrijpt niet waarom de heer Berger
dit heeft ingetrokken,
Be heer BERGER kan hierop toelichten dat hij dit gedaan heeft na hetgeen de
Wethouder er over heeft gezegd. Hij heeft uit de woorden van de Wethouder ge
hoord dat er een moeilijke kant zit aan de beoordeling van culturele films
door de commissie.
Het gaat hem meer om het principe dan om de werkelijke uitvoering van het
principe. Wanneer er moeilijkheden zijn verbonden aan de practisohe uitvoe
ring, dan wil hij volstaan met de to zegging dat het naderhand wordt bekeken
pn als de beoordelingscommissie goed werkt er opnieuw mee te komen, In prin
cipe heeft hij deze toezegging gekregen en daarmede wil hij gaarne rekening
houden. Daarom heeft hij zijn voorstel Ingetrokken,
De heer HIJPELS wil, als de Wethouder toezegt over enkele maanden met een
voorstel te komen, niet namens de oppositie met een voorstel komen. Hij wil
dit intrekken wanneer wordt toegezegd dat men binnen enkele maanden met een
voorstel komt.
De heer RATSMA kan die toezegging niet doen. Wanneer er een rijksregeling
k«mt die waarborgen biedt dat men belastingverlaging geeft voor films die
kerkelijk cultureel kunnen worden genoemd, dan wil hij graag overwegen met
een voorstel te komen om een lager tarief daarvoor in te voeren. Hij kan ech
ter niet zeggen dat dit binnen enkele maanden zal zijn. Hij weet niet wanneer
deze commissie ingesteld wordt, hij weet niet of ze wel ingesteld wordt,Als
üen het verslag leest van de vergadering van het parlement waarin deze zaak
behandeld is, dan ziet men dat de Minister dit ter nadere overweging heeft
t erugge trokken
jii
'i