ri- werd geschapen om de niet aflatende stroom van sensatiefilms eens te onderlire - Ken met een op hoger plan staande film. centrale filmkeuring worden de films door een afzonderlijke commissie ■v egeliDkertijd beoordeeld op normen die bepalen of een film het praedicaat cultureel kan worden meegegeven, Voor films met het praedicaat "cultureel" jan de centrale filmkeuring zou spreker in overweging willen geven een gehal veerd tarief in te stellen. Van de door hem voorgestelde wijziging van dit ontwerp-besluit zou spreker een voorstel willen maken, l|evrouw JUTEN- van AS zegt dat het standpunt van de heer Berger ook haar sympa ie heeft om te komen tot verlaging' van vermakelijkheidsbelasting spe_ piaal voor Nederlandse films en voor culturele films, Be Nederlandse film heelt met veel moeilijkheden te kampen en belastingverlaging zal met zich meebrengen dat er meer Nederlandse films zullen worden gebracht. 1 S'66? ATIJPELS verheugt zich er over dat de heer Berger met dit voorstel V1, e 7 aa<^ ^-s gekomen. Was het andersom geweest en hadden zij dit naar voren ^e^rac.it, dan zou het kennelijk niet aangenomen worden. Spreker kan namens __i,]n fractie het voorstel van de heer Berger steunen, 6. Eeer RATSMA doet het genoegen dat de gedachten die de sprekers naar voren ^.eb en gebracht in het algemeen instemmen met de manier waarop het College pot verlaging van vermakelijkheidsbelasting wil overgaan. Bij de uitwerking vanhet voorstel heeft hij getracht zoveel mogelijk te komen tot vereenvou diging van het tarief5 een vereenvoudiging in die zin, dat men niet meer so'n grote variatie heeft van percentages die geheven worden. Bas in de na-oorlogse hoogconjunctuur van het vermaak zijn deze tarieven heel erg hoog opgevoerd, onder andere tot 50pó, maar nu komen ze weer in normale banen, Geleidelijkaan is men weer tot de mening gekomen dat men zoveel moge lijk moet komen tot redelijke gelijksoortige tarieven. Wanneer voor een bepaalde vorm van vermaak een lager tarief wordt ingesteld, dan leidt dat altijd tot pen zekere discriminatie bij anderen en blijft men streven voor die vermake lijkheid tot hetzelfde peil te komen. Gelijkstelling heeft het voordeel dat gich dergelijke kwesties niet zullen voordoen. Bit is ook een van de redenen geweest waarom Burgemeester en Wethouders niet hebben voorgesteld om de belas- ping voor wat men culturele films noemt en voor Nederlandse films op een lager percentage vast te stellen dan 20$, "We gaan", zegt spreker, "mot deze 20$ een verlaging tegemoet ten bedrage van 10,000,--', en hij is van mening dat dit een aardig bedrag is dafc daarmee ten gunste komt van de exploitanten der bios— copen. hen andere overweging op grond waarvan zij niet met een voorstel tot verdere verlaging van de tarieven voor culturele films zijn gekomen is, dat er eigen lijk geen normen, zijn die bepalen wat culturele films zijn. Er is een commis sie en een aantal gemeentebesturen trekt zich inderdaad op aan het oordeel dat deze commissie uitspreekt. Het zijn films die gekeurd zijn volgens artikel 1, tweede lid, sub 2, Beze commissie is ingesteld ön films te keuren op andere gronden dan "cultureel". Zij keurt films op het gebied van wetenschap,handel, nijverheid, landbouw ens. Al jaren wordt aan deze commissie een andere uitleg gegeven, maar eigenlijk is deze commissie niet ingesteld om films te keuren naar baar culturele waarde. Men kan dan ook niet op grond van het oordeel van deze commissie de film "cultureel" verklaren. Boen deze zaak in studie was, was er een redelijke verwachting dat het parle ment in dit opzicht een bepaalde beslissing zou nemen, welke wel in overeen stemming was voor het bepalen van d«s culturele waarde van de film, maar helaas is dit op de lange baan geschoven, zodat er voorlopig wel niets van zal komen. Burgemeester en Wethouders menen dat men aan de hand van de uitspraak van de genoemde commissie geen zekerheid heeft of men met een zodanige culturele film te doen heeft om daarvoor tot verlaging van de belasting te komen, Baarnaast is, zoals reeds gezegd, de verlaging van 2?5$ tot 20reeds een tege moetkoming van 10,000,-- per jaar en spreker meent dat dit in eerste instan tie genoeg is, Een ander punt zou zijn, wanneer men werkelijk wel een lager percentage, voor culturele films en voor Nederlandse films sou toepassen, welk effect m#ïi dan daarvan kan verwachten. Spreker gelooft niet dat het effect zou zijn dat men meer van deze films zou gaan vertonen. Be bioscoop-exploitant sal di& film vertonen waarvan hij verwacht dat"deze het grootste bezoek zal trekkep en de hoogste revenuen zal opbrengen. Bat geldt ook voor Nederlandse films. Nog pas is een Nederlandse film vertoond in Nederland, ook in Sergen o? Zoom, Welke wel in trek was en waarvoor veel bezoekers zijn gekomen. Spreker ziet ri.r: v

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1963 | | pagina 35