c
-27-
goedgekeurd. Maar daarmee is voor hem de kous en dezfe hele kwestie af.
De heer BIJPELS "blijft er bij dat, wanneer de heer van Doorn de K.5J.P,
verwijt spijkers te, zoeken op laag water, hij dit ook de heer Berger moet
verwijten.
De heer LEUS vindt het een normale zaak dat de heer Berger gepleit heeft
voor een benzinestation. Spreker was er tegenstander van, maar het geval ligt
er# Gedeputeerde Staten hebben het goedgekeurd en daarop wil hij niet verder
terugkomen. Een andere kwestie, de omvang van het benzinestation, is niet
aan de orde geweest, die zal nog wel aan de orde komen. Daarop behoeft men dus
niet dieper in te gaan.
Door de heer Verschuren is gesteld "Ja, maar al die plaatsen die aangevraagd
zijn, is daar nu geen plaats bij geweest om toe te wijzen?" Als het College
dat gemeend heeft, kan men het er wel niet mee eens zijn, maar destijds heeft
het College beslist dat de plaats die gevraagd w*erd niet aanvaardbaar was om
er een benzine-station te plaatsen, Eu kan de zaak gerealiseerd worden en
als de heer Bierbooms meent deze plaats niet te moeten aanvaarden, dan vindt
spreker het alleen jammer 'voor de werkzaamheden die er al verricht zijn.
Spreker verwacht echter niet dat de heer Bierbooms deze plaats zal weigeren,
gezien de uitlatingen die hierover reeds door hem zijn gedaan.
De VOORZITTER meent dat de standpunten voldoende zijn toegelicht; er ie geen
voorstel gedaan, zodat hij de beraadslagingen wil sluiten.
De Raad gaat dan over in besloten zitting.
Na heropening der vergadering is er niets meer aan de orde en sluit de
VOORZITTER de vergadering met dank aan de leden voor hun aanwezigheid.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 28 juni 1965,
De Secretaris.
De Voorzitter,
U
J.