-22- Bierboome, waarip hij spreekt over de We at eer Boulevard en waarin hij tevens ver meldt, dat de door hem gesproken deskundigen van mening zijn, dat een "benzine station op dat punt te verwezenlijken is. Ook hier wordt dus niet over het Wijngaardpleintje gesproken. De heer Passier ondersteunt deze "brief met een aanbeveling. Het antwoord van Burgemeester en Wethouders op 11 oktober 1955 is negatief» Op 4 december 1956 bereikt het College een verzoek van de heer Passier, waarin hij uiteenzet dat tegemoetkoming aan de wens van de heer Bierbooms voor de geestelijke gezondheid van deze man, die lichamelijk een wrak is, van het allagrootste "belang is, In dit verzoek worden genoemd 11 de Poort, Wester Boulevard en het schoolgebouw aan de Noordsingel voor auto boxen, Weer geen Wijngaardpleintje, De eerste keer dat er werkelijk van het beruchte pleintje sprake is,is in een brie van Burgemeester en Wethouders aan de heer Bierbooms, Deze brief is gedateerd 16 januari 1957 hierin staat,dat de hoer Bierbooms aan het College moet mededelen welke voorzieningen er moeten worden getroffen en wat de kosten gullen zijn indien het Wijngaardpleintje aan hem wordt toegewezen. De heer Bierbooms neemt daarop contact opmet <f[e architect HendriQcx, die een plan ontwerpt. Dit plan, goedgekeurd door de heer E, van Vianen, wordt echter door Burgemeester en Wethouders afgekeurd. Op 31 mei 1957 richt de heer Bierbooms een brief aan het College om de voor waarden te vernemen waarop de bouwgrond disponibel wordt gesteld. Daarop volgt na lange tijd eon onderhoud met de heer Kuijpers, gemeente secretaris, die vertelt dat de huurprijs 50»-- pe^ week moet bedragen, Uiteindelijk wordtdeze verlaagd tot 20 S, 25 gulden per week, met dien ver stande dat het contract voor de tijd van vijf jaar wordt aangegaan. Dat kan men lezen in de brief van Burgemeester en Wethouders van 11 maart 19o8, In zijn antwoord van 20 maart 1958 wijst de heer Bierbooms er*-op dat de normale contractduur 10 jaar bedraagt en dat, hoewel hij accoord gaat met de gestelde voorwaarde, het niet zeker is dat een van de benzine-maat- schappijen op deze voorwaarde wil meedoen. In dezelfde brief betreurt de heer Bierbooma het dat het uitsluitend een "benzineverkooppunt moet worden en dat er geen service mag worden verleend. Op 25 maart bericht het College dat tegen een huurverlenging tot 10 jaar geen bezwaar bestaat. De heer Bierbooms had goed gezien. Uit zijn brief van 6 november 1959 waarin hij aan het College bericht, dat hij geen bereidheid hij de maatschappijen heeft kunnen aantreffen, blijkt, dat ook deze maatschappijen het punt on gunstig vinden. Het is dus duidelijk dat de heer Bierbooms echt niet zo ge brand was op hrt Wijngaardpleintje als men dat in de vorige Raadsvergadering heeft gesteld, Spreker zegt dat hij natuurlijk verder zou kunnen gaan met het citeren van de brieven, die nog heen en weer gezonden zijn. Hij zou er nog eens op kunnen wijzen hoe van de oorspronkelijke opzet van de Bierbooms alles is afgesneden tot hij de ruimte heeft overgehouden van 7s" 'bij 7Ü" meter» die de Raad hem tijdens de vorige vergadering dan zo grootmoedig" heeft willen verlenen. Spreker zou er ook nog op kunnen wijzen hoe dankbaar de heer Bierbooms zich wel moet gevoelen over het feit dat de heer Beljaars meende dat deze rentenierende man - het staat in de notulen - zijn belang zo goed verdedigd zag. Hij zal het echter niet doen» Het enige dat zijn interpellatie heeft beoogd, is erop te wijzen dat de Raad voor de zoveelste maal weer eens verkeerd word voorgelicht en' dus dienovereenkomstig een beslissing heeft moeten nemen. Namens zijn fractie wil spreker echter met grote nadruk stel len dat zij de thans gevonden oplossing niet acceptabel acht«n. Hier is gespot met de menselijke waardigheid op een voor hen onaanvaardbare manier. Zij stellen dan ook voor dat de Raad alles op alles zal zetten om nu einde lijk aan deze mistoestand een werkelijk einde te maken. Onder een werkelijk einde verslaat hij echter een oplossing die de heer ^ierbooms volledig schadeloos stelt voor het ondervonden onrecht. Als het mogelijk is» zou spre ker dus graag zien, dat alsnog aan de heer Bierhooms een plaats wordt toege wezen waarvan deskundigen overtuigd zijn dat er werkelijk een goed geoutil leerd benzinestation met volledige service kan verrijzen. De heer Bierbooms heeft dat verdiend. Al kunnen de verwijten dan niet tot deze Raad worden gericht, spreker gelooft dat het niettemin de taak is van deze Raad om hot onrecht dat in de vorige Raad werd gesanctioneerd te herstellen. Het erken nen van ongelijk en het herstellen van onrecht is nog nooit een bewijs van zwakte gebleken, eerder het tegend.eel. Spreker hoopt van harte dat deze Raad zal besluiten het onrecht, begaan aan een medemens» die tevens inwoner is van de gemeente, zo snel mogelijk maar bovendien zo goed mogelijk, te herstellen in de zin van de door sprekers fractie gedane suggestie. Spreker

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1963 | | pagina 208