m ij "A.II.W.B" nodig heeft) hij gelooft dat men meer gehaat is met een camping die voldoet, waarin service gegeven wordt aan de bewoners, dan met het predikaat A,H,W,B.. Spreker kan aantonen dat het in verschillende campings wel wordt toegestaan. Misschien hebben die het predikaat "A.,H,W,B" niet, maar die cam pings worden flink bezocht. Hij meent dat verschillende mensen die vorig jaar op de camping "De Heide" hebben gestaan nu naar elders zijn getrokken. Men kan nu wel eens zeggen s "De camping is niet rendabel", maar vorig jaar waren er tien vaste bewoners,die tesamen een bedrag van 1,500,hebben opgebracht. Als men de huidige regeling handhaaftzal men het bezoek niet bevorderen. Men kan nu wel bepalen dat men er 's nachts moet wonen,maar het kan toch eens voorkomen dat men onverwacht weg moet en dan geldt er een bepaling dat dit niet is toegestaan, "Waarom", vraagt spreker, "moet er deze bepaling in?" Men kan nu wel zeggen "Voor dit of dat geval behoeft het niet", maar als men de bepalingsn. riet gaat nakomen, waar blijft men dan De heer van HEIJST wil trachten ineens alle vragen zo goed mogelijk te beant woorden, Er is over deze kwestie reeds gedebatteerd in de begrotingsvergaderingij toen zijn alle motieven naar voren gebracht en heeft de Raad", zich in meerder heid bij deze motieven neergelegd. Spreker wil nog enkele belangrijke punten herhalen. Het is zo,dat Burgemeester en Wethouders heslist grote waarde hechten- aan het advies van een deskundige instantie. Dat doen ze niet alleen hij kampeerterreinen en recreatie-oorden, dooh ook hijvoorbeeld bij grondzaken,waarbij taxaties van deskundigen worden aanvaard en men zich daarbij aanpast. Het is dus niet vreemd dat Burgemeester en Wethouders bereid zijn het oordeel van de M.W.B, en wel van de specialis ten van de A.H.W.B, betreffende campings te aanvaarden. Dat oordeel van die aard,dat het beslist^niet gewenst is op onze camping vaste staanplaatsen te hebben, omdat men onze.camping wil zien als een toeristische camping en niet als een forensenkamp. Dit is door de A.N.W.B. op een sodanige wijze naar voren gebracht, dat, wanneer Btirgemeester en Wethouders er niet op waren ingegaan, men de erkennning van"londokampeerkamp"zou hebben verloren. Spreker gelooft dat, afgezien van het feit dat men nu enkele vaste klanten zal moeten missen, van het predikaat "Bondskampeerkamp" een belangrijke reclame uitgaat. Men verschijnt hiermee in de"Toeristenkampioen"en in andere bladen van de AJÏ.W.B, en dat is toch een voordeel voor deze campingT Er is in het algemeen in den lande een groot bezwaar tegen vaste staanplaatsen. De heer Hijssen zijn misschien plaatsen hekend waar men veel vaste staanplaat sen heeft) spreker heeft een lijst met een negental campings waar men een vaste staanplaats zoveel mogelijk probeert te voorkomen. Burgemeester en Wethouders hebben zich in deze accoord verklaard met het advies van de A.N.W.B., Wanneer de heer Nijssen opmerkt dat 10 vaste bewoners vorig jaar 1,500,— hebben opgebracht, dan is dat voor spreker een raadsel. Als hij de tarieven die vorig jaar gegolden hebben, er mee vergelijkt, is het onmoge lijk dat 10 vaste bewoners f 1,500,-- hebben opgebracht. De tarieven waren vorig jaar van die aard dat men onmogelijk dit bedrag kan becijferen, Het is zo-en dit wil spreker zeggen aan de heren van der Weegen en van Leeuwen*- dat Burgemeester en Wethouders zeer zeker van plan zijn in de naaste toekomst in de huurt van de huidige camping een terrein te creSren voor meer langdurige staanplaatsen, maar zij willen dat los zien van de camping zoals die nu be staat, Deze camping zou men zuiver als toeristisch kamp willen handhaven,Spre ker meent hiermede de vragen beantwoord te hebben. De heer van der WEEGEW merkt op dat er in de toelichting van de Wethouder heel veel goeds zit, maar dezè houdt in dat men het nu voor dit seizoen zo maar zal laten voorbijgaan zonder er iets aan te doen. Juist daarom meent spreker deze zaak te moeten aansnijden. Spreker zou willen vragen waarom dit nu niet op een werkelijk royale manier wordt toegepast en gezegd wordt "Je kunt dit nu wel maar je mag niet langer dan 14 dagen op dezelfde plaats blijven staan',' Dan wordt er tenminste al iets gedaan, Gezegd wordt nu "We zullen bekijken of we er sen stukje grond voor kunnen vinden en dan zal het volgend jaar wei beter zljni' Dan is het misschien voor vele van onze bewoners niet meer nodig. Spreker vindt dat de A.H.W.B, wel iets in het midden mag brengen»maar hij meent dat in grote lijnen de gemeente toch zelf de bepalingen moet maken en die moet realiseren. Men mag niet uit het oog verliezen dat de eigen bevolking toch wel een klein beetje recht mag doon gelden in de eigen gemeente. Daarvoor zijn verschillende redenen en de portemonnaie is er wel de voornaamste van. Men moet iets doeq. wanneer dit mogelijk is pm de recreatie in eigen plaats te kunnen houden. Hij had gedacht dat men voor de ingezetenen wat soepeler zou kunnen zijnj geen vaste standplaats voor de hele zomer»maar toch een zo danige regeling,dat de bewoners er gemakkelijk gebruik van kunnen maken en zo, dat het voor de Bergenaren ook iets goedkoper is.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1963 | | pagina 191