I r I: II IJ: De heer HIJPELS vindt het argument van de Wethouder niet steekhoudend. Hij kan zich niet voorstellen dat de A,N«W,B» de gemeente zal tarten dat zij geen Bergenaren op de camping zal toelaten. De heer van HEIJST meent dat er toch eon geluidsfout aanwezig is. Hij heeft beslist niet beweerd dat geen Bergenaren op de camping mogen worden toegelaten, maar dat men niet voor een seizoen tegelijk kan pachten doch het dagtarief moet betalen. De heer HIJPELS meent dat het dan toch onmogelijk wordt gemaakt voor Bergena ren, Men moet weten dat er circa 500 mensen hebben gestaan met hun tenten die een vast tarief hadden. Als dat nu een tarief moet worden zoals in de brief vermeld staat van 50 cent per persoon boven de 12 jaar, dat is voor 6 per sonen Jus 5;plus nog de tent, dan wordt dat veel te duur. Er staat boven dien bij dat men de tent niet mag laten staan. Men moet haar dus 's avonds mee nemen als men naar huis gaat met 't fietske. Zo liggen nu de zaken. Spreker zou de Wethouder in overweging willen geven een nieuw onderhoud aan te vragen. Hij is overtuigd dat de leiding niet goed is geweest op de camping, maar als de leiding nu naar voren brengt dat er geon Bergenaren moeten komen, dan meent hij dat de leiding bang is voor de Bergenaren en bang Ie voor de critiek. Spreker concludeert dat het College van do brief af weet. Hij heeft ze toevallig gekregen omdat hij eon klant is, De heer HIJSSEW wil even inhaken op het voorstel van de heer Hijpels om "De Heide" in handen van particulieren te geven. Daarbij heeft hij een bereke ning gemaakt aan de hand van een pachtprijs van 4.000, Men moet er echter ook rekeningmee houden dat, wanneer iemand "De Heide" pacht, de gemeente ook van het salaris van de directeur af is. Men komt dan dus nog aan een heel ander bedrag* De heer van DOORH wil zich op het ogenblik niet hegeven in een principieel debat over de wenselijkheid van verpachting of zelf exploiteren? hij wil zich alleen het recht voorbehouden wanneer dit in conoreto aan de Raad wordt voorgelegd daaromtrent zijn standpunt duidelijk te maken. De heer van der WEEGEH vraagt ook het recht te mogen hebben als dat gebeurt om er over te spreken. De VOORZITTER zegt dat natuurlijk iedereen zijn recht heeft. De heer van HEIJSTmerkt nog op dat het helemaal niet de bedoeling is de Bergenaren op "De Heide" te weren maar hen precies dezelfde rechten te geven als de andere mensen hebben en ze ook precies hetzelfde bedrag te laten betalen als de bezoekers aan de camping moeten betalen. Spreker meent toch dat hij ergens een inconsequente redenering bij de heer Hijpels beluistert? enerzijds vindt hij het erg dat de camping niet rendabel is, anderzijds vindt hij het erg dat er veel betaald zal moeten worden, "Als de Bergenaren daar graag lang staan, goed", zegt spreker, "laten ze er dan ook behoorlijk voor betalen dat^maakt de kans op een rendabele camming groter?' Het is ook nodig dat de tenten verplaatst moeten worden na 14 dagen, dat is voor het behoud van de grasmat. Dat zijn zuiver technisohe oorzaken en dat is dus geen discriminatie voor de Bernaren, Wat men niet graag zou zien ,isdat er een partij lege tenten staetdie men de hele week laat staan om er dan in het weekend een dag naar toe te komen, In principe is het ook niet juist,* kamperen moet zo zijn,dat men de spullen meebrengt als men komt en weer meeneemt als men vertrekt. Dat is kamperen, anders sticht men een soort de'pendanoo in de vorm van zomerhuisjes in linnen, Wat het salaris van de kampleider betreft,merkt 3preker op dat dit wel dege lijk in de begroting is opgenomen. De heer HIJSSEW wijst er op dat,wanneer men de camping verpachtmen toch geld ontvangt en het salaris komt te vervallen,hetgeen dus een groter voor deel betekent. Spreker zou verpachten prefereren. Hij heeft ook het genoegen gehad om te kamperen en in veel plaatsen heeft hij geconstateerd dat een verpachte camping meer geeft en intenser wordt geëxploiteerd dan wanneer het van gemeentewege wordt geëxploiteerd. Dit is geen verwijt aan de ambtenaar, maar particulier initiatief werkt beter dan ondergeschikt initiatief, dat geen initiatief is. Spreker zou dit dan ook preferen. Volgnummer 52. Onderhoud en aankoop van meubelen van het stadhuis. 85. Vervanging kapstokken, Mevrouw JUTEH-van AS meent te mogen aannemen dat de Raad zich met haar ver heugt ovepiiet antwoord van Burgemeester en Wethouders bij dit punt'en over het feit dat men zijn jas een betere kapstok aal kunnen hangen. Dat vormt een klein decorum voor het gemeentehuis,maar het is geen overbodige luxe. Zij zou in verband hiermee toestemming willen vragen over een ander decorum te spreken, ofschoon het niet aan de orde is.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1963 | | pagina 140