-14-
het^inzicht^gerijpt dat een geheel nieuwe opzet noodzakelijk ia, getuige het
foiö uafc hij Koninklijke Boodschap van 15 februari 1962 een wetsontwerp is
ingediend op de zogenaamde binnengemeentelijke decentralisatie. Bit ontwerp
beoogspreiding van bestuur binnen de gemeente, het wil de afstand tussen
bestuur en bes tuurde 11 verkleinen,
°0lc nietreRaabsleden? maar evenzeer belangstellende burgers, in het
bnv,uur der gemeente betrekken door oommissies in het leven te roepen met
veel verdergaande bevoegdheden dan nu, bevoegdheden die veel verder gaan dan
alleen Burgemeester en Wethouders van advies te dienen. Men heeft daarbij
vooral het oog op commissies voor de behartiging van bepaalde belangen en
in de toelichting op het wetsontwerp wordt als enig voorbeeld voor functionele
aecentralisatie genoemd een commissie voor sport, recreatie enzovoorts,
huil;0 commissies zullen dan zelf besturen, alleen zullen zij niet de beschik
king hebben over de gemeentekas, daarvoor zal men nog altijd bij de Raad te;
oiechten moeten komen, "En", zegt spreker, "laten we nu in 's hemelsnaam niet
Ze^Ffn!m c - c"l~s'n we ds totstandkoming van die we eerst maar eens af"<-
wachcen,' Ook zonder deze wet kan men, naar zijn mening tot een veel betere
opzet komen,
"Wij geraken er niet uit", meent spreker, "wanneer, zoals Burgemeester en
e ufloaoera voorstellen, een eventuele studiecommissie het voorwerp van onder»*
zoem voorshands zou moeten beperken tot de jeugd vorming'.' Dat ten aanzien van
e zogenaamde \rije jeugdvorming misschien iets wordt gedaan, is een zaak
c&-ei-n°ob s afzonderlijk de aandacht kan hebben, maar daarvoor is naar zijn
mening geen studiecommissie noodzakelijk,
¥i! men bij de Bergen op Zoomse burgerij een daadwerkelijke belangstelling
voor ae jeugdzaken wakker roepen, wil men, zoals reeds dikwijls is betoogd,
nomen uot bundeling en tot concentratie van krachten, dan zal men tot "een
geheel andere opzet van inschakeling van deze burgerij moeten geraken. Een
commissie, in welke vorm dan ook, maar met de hoofdvoorwaarde dat zij met
verdergaande bevoegdheden wordt bekleed, hetgeen tegelijk inhoudt veel meer
verantwo ordelijkheid
Te..e goeae burgers, die zich wekelijks, ja dagelijks met het zich getroosten, van
ïnancie.e offers uitsloven voor de aan hun zorgen toevertrouwde jeugd,
zui-en oom zeker deze verantwoordelijkheid op zich willen nemen, als zij
zien, ^oor het eerst zien, dat het werkelijk menens is met de zogenaamde
delegatie van bevoegdheden en inschakeling van de burgerij,
O.US handel ena,zai ermeent spreker, ook bij het gemeentebestuur direct de
1 oei vox _eii gevoeld aan. net in het leven roepen van een afzonderlijk ge*»
meenteiiju apparaat, waaromtrent bij vraag 74 wordt gerept,
f° -f, f gemeentelijk bestel is coördinatie op dit terrein dringend gewenstv
ae B'ehej.e jeugdproblematiek verspreid over diverse afdelingen en
amotenaren, maar nergens wordt er enigszins diepgaand of deskundig aan gedokt
tera, _,0 n gemeentelijk apparaat zou er dan niet alleen moeten zijn voor
het gemeente Destuur of de Gemeenteraad, maar zou evenzeer ten dienste of'ter
Jfv J g van daat hij maar zeggen - burgercommissie moeten staan.
V+ 1C. sp7'eker ,de wenselijke vorm om gemeentebestuur en burgerij
opaii terrein bij elkaar te brengen om tot innige samenwerking te komen,
ave alles in het belang van onze stad en van onze stadsjeugd,
er "Esde mee hebben dat Burgemeester en Wethouders daartoe een studio-
'v'-"ll£!ri"" ln ri'r: leven roepen onder voorzitterschap van de betrokken Wethouder,
'maar aan geen beperking", zegt hij, "tot de vrije jeugdvorming'.' Hij stelt
voor Burgemeester en Wethouders tot het instellen van een studiecommissie uit
te noaigen,
Be heer van der WEEGEN zegt dat al blijk gegeven is op de desbetreffende vei>
c l, e mensen die hier woraen "bedoeld door de vorige spreker mei
ar en ziel m de sport leven en zich daarvoor onaangename dingen getroosten,
wij wan er dan ook werkelijk de nadruk op leggen dat het hoog tijd wordt
^en behoeve van ca sport en vooral ook ten behoeve van de jeugd hierop in
te gaan. Bat is het enige wat hij er aan toe te voegen heeft,
Be heer van HEIJST heeft met belangstelling geluisterd naar het betoog van
de heer Verpaalen, Het moet hem toch even van het hart dat de heer Yerpaalen
heeli gesproken over het armtierig bestaan van enkele commissies in de gemeente
en daarbij heeft hij net name genoemd de C.A.L.O.S. en de sub-commissie voor
jeugdsubsidie, terwijl hij ook, echter niet in verband met het armtierig
bestaan, de Stichting Sportpark heeft genoemd,
Het is inderdaad zo dat deze commissies eigenlijk tot nu toe alleen een ad
viserende L,aak hebben met uitzondering dan van de Stichting Sportpark. Het
