~15~
is moelijk voor een leek om te treden in een beoordeling, in een taxatie,*
Burgemeester en Wethouders doen dat ook niet,maai' laten zich altijd adviseren
door de eigen dienst. Burgemeester en Wethouders zijn ook niet deskundig in
die soort zaken. Wanneer men van do eigen dienst bericht krijgt"De taxa-
tie ligt er ver naast"dan zullen ookBurgemeester en Wethouders die niet aan—
vaarden. Wanneer dat oohter niev.net geval is meent men gerust het voorstel
aan de Raad. te kunnen voorleggen, Maar uiteindelijk zal de Raad de beslissing
moeten nemen,
60, Pand R.K. Openbare Leeszaal,
Be heer ^BI JPiiLS vindt het een beetje, hij kan het woord niet noemen, maar
laat hij zeggen eigenaardig, wanneer Burgemeester en Wethouders hierop ant
woorden Indien zich gegadigden aandienen, zullen wij ons over verkoop
nader beraden1,'
Spreker gelooft niet dat gegadigden zioh zo gemakkelijk zullen melden bij
een gemeentelijke instantie om tot huur of koop van een pand te komen.
Wil de gemeente serieus het pand aan een particulier overdragen dan gelooft
hij dat het gemeentebestuur in een of ander landelijk blad het perceel moet
aanbieden. Het zou wel wat zijn voor de Kortemeestraat. Alle mensen hebben
hun panden verbeterd,* alleen dit pand, waarin de openbare leeszaal is geves
tigd, staat er nog midden in. Hij zou er voor zijn het in landelijke bladen
te offreren,
Be heer RATSMAgelooft dat men dit op het ogenblik niet zou moeten doen,
Be openbarelleszaal is in het pand gevestigd en zal er mogelijk nog lang in
gevestigd zijn. Te zijner tijd zal de leeszaal er weg gaan,maar spreker ge
looft dat in de tijd welke er tussen ligt de leeszaal niet in moeilijkheden
moet worden gebracht door voor het pand naar een andere oplossing te zoeken.
Haar zijn mening komt het pand vanzelf vrij endan kunnen het College en de Raad
zich er over^beraden wat men met het pand zal doen. Op het ogenblik zou men
op grote moeilijkheden stuiten daar er nog geen uitzicht bestaat dat de lees
zaal naar een andere plaats gaat,
Be heer NIJPELS meent dat dan het antwoord op deze vraag niet juist is. Er
staat Indien zioh gegadigden aandienen, zullen wij ons over verkoop nader
Geraden',' Wanneereriemand komt die het wil kopen ,komt dus aan de orde dat het
niet verkocht wordt,
Be heer RAIgMa meent dat dit niet te zeggen is, Be heer Hijpels heeft voorge*
steld het pand te^ koop aan te bieden in de grote bladen en daartoe is het
Ooilege niet bereid, üls er iemand komt,kan overlegd worden wanneer hij het
wil hebben en zou het gereserveerd kunnen worden. Men zal er zich over moeten,
beraden, maar zolang men er nog aan vast zit zal het College er niet voor zijn
om er mee te gaan leuren»
Onderwies, kunaten en wetenschappen.
W3-. Jeugdzorg, sport en recreatie.
Be heer PERPAALEN merkt op dat bij de beantwoording van de hierbij gestelde
vraag Burgemeester en Wethouders niet aansluiten op het kernpunt van de
bemerking.
Gesteld werd dat de maatschappelijke krachten die op deze terreinen - de totale
zorg voor de jeugd - in onze stad werkzaam zijn, veel meer en veel directer
zouden moeten worden ingeschakeld of inspraak zouden moeten hebben ten aanzien
van het door de Raad of het gemeentebestuur te voeren beleid. Als spreker
zegt dat ieder gemeentebestuur moet streven naar een zo levend mogelijk con
tact met de burgerij, zodat deze burgers het gemeentelijk bestuur als een
eigen bestuur ervaren, dan citeert hij hier een zinsnede uit het landelijk
K.P.P.-program»
Beze situatie", zegt hij, "hebben we in Bergen op Zoom nog lang niet
bereikt* Integendeel, We hebben de C.A.L.O.S, die reeds jaren een armtierig
bestaan leidt, zoals dat wel heel duidelijk is gebleken op een vorig jaar
door de toenmalige Wethouder voor Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen bijeen
geroepen vergadering van C.A.L.O.S, en verenigingsbestuurders, Be conclusies
van die ^vergadering waren wel duidelijk, We hebben verder", zegt spreker,
"nog de Stichting Sportpark en een bijna geheime- subsidiecommissie,waarin
juist de^ representanten van jeugd en verenigingen worden geweerd, omdat men
er van uitgaat dat deze een zekere partijdigheid aan de dag zouden kunnen
leggen','
Al deze drie commissies worden zo goed als geheel door Burgemeester en Wet
houders samengesteld en zoals gebleken is met bepaald weinig zorg.
Het moge de^Raad en Burgemeester en Wethouders tot troost'zijn, dat men hier
kennelijk niet met een plaatselijk probleem heeft te doen. Ook landelijk is