Men kan daaraan de interpretatie geven dat de in dienst zijnde ambtenaar moet
worden benoemd, maar dat staat er helemaal niet. Er staat in lid 3 dat Burge
meester en Wethoudersindien bij de dienst of een bedrijf een ambt te vervullen
is en^de vervulling niet plaats heeft uit de ambtenaren van de dienst of het'
bedrijf, zo mogelijk rekening dienen te houden met de overige bij
de dienst of het bedrijf werkzame ambtenaren. Bat is geen bindende voorwaarde,
doch het is ter beoordeling van het College van Burgemeester en Wethouders.
Em zij zullen weer afgaan op het advies dat door het betrokken hoofd van
dienst is gegeven.
opreker moet er ernstig bezwaar tegen maken als de heer "Eerpaalen stelt dat
het personeelsbeleid gevoerd wordt door de Wethouder voor personeelszaken,da^r-
bij geassisteerd door de Gemeente-secretarisWat is de praktijk? Het is in|
derdaad zo,dat al ettelijke jaren geleden in het Georganiseerd Overleg aan de
orde is geweest in navolging van de grotere plaatsen in png landmen hij denkt
dan aan Amsterdam, Ben Haag, Rotterdam en naar hij meent in deze provincie
de gemeente Eindhoven -een promotie-commissie in het leven te roepen,Burge -
meester en Wethouders hebben aan deze commissie totaal geen behoefte, in de eerste
plaats niet, omdat de overgrote meerderheid van de ambtenaren -'beoordeeld A
wordt via de werkclassificatie en prestatiebeloning en aan de andere kant oi^r
dat in plaats van deze promotiecommissie een voorbereidende commissie is in
gesteld, Bat is in het vorige College gebeurd, zodat dit niet ter verantwoording
is van dit College, maar in het afgelopen jaar, bij de jaarwisselingheeft dit
College er wel mee te maken gehad, In deze voorbereidende commissie hebben
zitting de hoofdenvan takken van dienst, de Gemeente-secretaris en ondergete
kende} de gemeente-secretaris om&ac hij ook hoofd van een tak van dienst is,-
Be verdere gang van zaken is zor° het diensthoofd dient bij het College van
Burgemeester en Wethouders jaarlijks een voorstel in, maar alvorens deze voor
stellen bij het College van Burgemeester en Wethouders hun beslissing krijgen,
worden zeeerst grondig doorgepraat en voorbereid in de voorbereidende commis
sie, terwijl daarnaast door de betrokken diensthoofden overleg wordt gepleegd,
onder andere met de Wethouder van hun eigen dienst,waardoor dus het totale
College van Burgemeester en Wethouders bij het voorbereidende werk wordt be
trokken, Aldus voorbereidis het tenslotte het College dat beslist, rekening
houdend met de diverse bezettingen van andere diensten,om daarmee mogelijk
een parallel te kunnen trokken.
"Uiteraard blijft het mogelijk", zegt spreker,"dat Burgemeester en Wethouders
een foutieve beslissing nemen,want niemand is onfeilbaar in dit ondermaanse,
ook Burgemeester en Wethouders niet. Het zou dus kunnai gebeuren dat er fou
tieve beslissingen zijn,maar er is altijd voor betrokkenen beroepsmogelijkheid.
Men kan tegen de beslissing in verweer komen en betrokkene kan, als hij geor
ganiseerd^ is, daarbijgebruikmaken van de districtsbestuurder c.q. hoofdbestuur
der van zijn organisatie, om zijn belangen naar voren te brengen'.
Spreker wil opmerken dat dit laatste, dus het in beroep komen tegen de beslis
sing van Burgemeester en Wethouders de laatste drie jaar niet is voorgekomen.
Een andere mogelijkheid voor het volgen van een bepaalde werkmethode hij
het toepassen zou kunnen zijn de methode zoals men die kent bij de belastingen,
de luchtmacht, bij leger en vloot, bij de P.T.T,, waar een staat van dienst -
moet worden ingevuldvermeldende een vijftigtal vragen.
Beze werkwijze lijkt spreker veel te omslachtigal moet hij toegeven dat aan
elke methode die ingevoerd wordt fouten kleven.
Voor wat de promotie—commissie betreft,is de conclusie van Burgemeester en
Wethouders - gezien het vrij gering aantal ambtenaren, daar drie kwart beoordeeld
■wórdt-via,.pres-ta-tiebeloning en werkclassificatie - dat deze promotiecommissie
alleen maar enige zin kan nebben als er een zogenaamd formatiebesluit is.'Bat
formatiebesluit hebben we inderdaad gekendmaar dat is al enkele jaren geleden.
Op advies vanGedeputeerde Staten is het formatiebesluit losgelaten en het zou
naar zijn mening wel zo kunnen zijn dat,als er weer een nieuw formatiebesluit
zou komen, dit zeer ten nadelen van de betrokken ambtenaren zou zijn.
Spreker kan mededelen dat ,als men een formatiebesluit zou hebben, van de 37
ambtenaren die werkzaam zijn op de secretarie er zeker geen 12, dus een derde,
in de hoogste rangen zouden staanMen zou dan een totaal ander beeld krijgen
omdat het formatiebesluit deze rangeninflatie niet heeft toegelaten.
Begrondprincipes van een goed personeelsbeleid zijn in de eerste plaats duide
lijke beslissingen, waardoor elk personeelslid van hoog tot laag weet waar hij
aan toe is, Zekerheid van objectieve beslissingen nemen,waarbij naar cap&ci-
teit wordt gekeken. Het voornaamste.is een doelbewust beleid,waarbij personeh
met capaciteiten inderdaad kunnen promoveren naar de hoogste functies.
"Het is bekend", zegt spreker, "dat het deze richtlijnen zijn geweest en nog
zijn die bij de jaarwisseling en de laatste daaraan voorafgaande jaren steeds
als hoofdlijn, als richtlijn hebben gediend bij het tot stand komen van de
m