11 MS. 1962
GEMEENTERAAD VAN BERGEN OP ZOOM.
ACHTSTE VERGADERING.
Vrijdag, 10 augustus 1962, des namiddags om 8 uur.
Voorzitter de heer Ir.L.A.H.Peters.
Aanwezig Mevrouw A.Juten- van As en de heren C.Ambagts, Chr.A.van Doorn, J.van
Leeuwen, B.J.Scheppink, Chr.A.C. de Wit, J.M.VeraartH.de Bie, P.J.B.Houtman,
C.J.. .hotenbt-cm M.P. Broos, W.K.Benner, P.Ratsma, P.A.l. Nijssen, D.Leijs
en (J.P.Franken.
Afwezig met kennisgeving de heren M.P.Bakx, drs. ffi.J.Berger, J.W.H.C. Akkermans,
E. Noormanen D.J.J. Nijpels.
Secretaris de heer Mr. J.C.A.F. Kuijpérs.
De VOORZITTER opent de vergadering met gebed en deelt mede dat bericht van ver
hindering is ingekomen van de heren Bakx,BergerAkkermansNoorman en Nijpels.
Hij stelt aan de orde het enige punt van de agenda
1» Onderzoek van de geloofsbrief van het nieuw benoemde lid van de Gemeenteraad
J.A.Hagenaars.
Voorgesteld wordt het onderzoek te doen plaats hebben door een Commissie, bestaande
uit 3 leden.
De VOORZITTER verzoekt de heren Leijs, Nijssen en Ratsma deze commissie te willen
voemen en met de Secretaris in raadkamer te gaan, terwijl hij tijdens het onder
zoek de vergadering schorst.
Na heropening der vergadering verzoekt de VOORZITTER de heer Ratsma namens de
Commissie te willen rapporteren.
De heer RATSMA 'De Commissie ad hoe tot onderzoek van de geloofsbrief van het
nieuw benoemde lid van de Gemeenteraad Hagenaars, J.A,
overwegende, dat zij de geloofsbrief met bijbehorende stukken heeft onderzocht en
in orde bevonden;
dat haar uit de door de Burgemeester ingevolge artikel 4, 4e lid der
Kieswet san de Raad overgelegde verklaring van ingezetenschap is gebleken
dat Hagenaars J.A. slechts gedurende zeven maanden voorafgaande aan de dag, waarop
hij tot lid van de Raad werd benoemd verklaard, zijn werkelijke woonplaats binnen
de gemeente heeft gehad, doch dat hij wel gedurende de laatste twaalf maanden,
voorafgaande aan de dag zijner .benoeming, werkelijke Y/oonplaats heeft gehad in
het gebied, dat sedert 1 januari 1962 het grondgebied van de gemeente Bergen op
Zoom vormt;
dat Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant bij hun besluit van 18 juli 1962 tot
toelating als Raadslid van W. van der ïïeege#,die met betrekking tot het ingezeten
schap dezer gemeente in dezelfde omstandigheden verkeert, o.m. hebben overwogen,
dat artikel U 4, 4e lid der Kieswet en artikel 4, 2e lid der Gemeentewet de inter
pretatie toelaten dat aan de letter van beide bepalingen is voldaan indien het
begrip "binnen de gemeente" wordt beoordeeld naar het gebied, dat na de grens
wijziging het grondgebied der gemeente vormt,
dat f genoemde wetsartikelen aldus interpreterende,zich geen wettelijke be
palingen verzetten tegen het zitting nuien van voornoemd lid;
adviseert tot toelating van J.A. Hagenaars als lid van de Gemeenteraad van
Bergen op Zoom."
De VOORZITTER vraagt of een der leden het woord verlangt over het voorstel van
de Commissie, of dat een der leden stemming verlangt.
Zo niet, dan wordt het voorstel geacht te zijn aanvaard en wordt de heer Hagenaars
toegelaten tot lid van de Gemeenteraad.
Zonder hoofdelijke stemming wordt aldus besloten.
De VOORZITTER dankt dan mevrouw en de heren voor hun opkomst. Hij dankt in het
bijzonder de Commissie ad hoe en sluit deze vergadering.
Aldus vasffcgestald in de openh
De Secretari&.V'
vergadering van 31 augustus 1962.
De Voorzitter,