-13- over de taxaties van de Centrale Commissie. De nu nog resterende gronden kan men niet op redelijke basis langs minnelijke weg verkrijgen en daarom is het nodig dat een onteigeningsbesluit genomen wordt. De heer PRANKED is tegen het voorstel om langs gerechtelijke weg de pachtrechten af te kopen. Indien men een en ander langs minnelijke weg kan bereiken, dan meent spreker dat men een grote dosis goodwill kweekt onder de tuinders. Deze zaken worden namelijk op de voet door hen gevolgd. Binnen enkele jaren krijgt men veel van dergelijke zaken te behandelen en als men van de zijde van de gemeente niet soepel optreedt, dan veronderstelt spreker Aat men geen enkel uitbreidingsplan binnen drie jaar zal kunnen realiseren. Men heeft al lessen genoeg gehad. Verschil lende malen zijn dergelijke zaken door de Pachtkamer behandeld en altijd heeft de gemeente aan het kortste eind getrokken. De heer HOUTMAN is geen lid van de Commissie van bijstand voor het grondbedrijf, maar uit de discussies is hem iets niet duidelijk. Uit het advies van de Commissie blijkt dat men accoord gaat met ontbinding van de pachtovereenkomst en nu hoort hij uit de gehouden discussies dat plotseling, zonder medeweten van de Commissie, overgegaan wordt, tot het voeren van een rechtsgeding in eerste aanleg om te komen tot ontbinding van de pachtovereenkomst. Daarin zit iets scheef. "Wij als Raads leden", zegt spreker, "laten ons oordeel en ons besluit over het voorstel mede af hangen van het advies van de betreffende Commissie, welke de zaak deskundig heeft doorgesproken en beslist en daaromtrent een advies heeft uitgebracht." Wanneer de Commissie adviseert tot ontbinding van de pachtovereenkomst en het blijkt dat er geen sprake is van ontbinding van de pachtovereenkomst maar dat het een rechtsgeding wordt, dan vindt hij dat dit stuk erg onvoorbereid ter tafel komt.. Men heeft nu niet ingezien wat het behelst en wat de consequenties hiervan voor de gemeente zijn.. De heer NOORMAN moet toch één ding van het hart. De heer Dranken zegt dat het tijd wordt dat de gemeente soepel optreedt. Dit voorstel houdt toch niet in dat de gemeente niet soepel zal optreden bij de aankoop van grond. Het onderwerpelijke voorstel is ter tafel gekomen nadat uitvoerige onderhandelingen zijn gevoerd. Her haaldelijk heeft hierover contact plaats gehad en zijn er besprekingen gevoerd tussen de deskundigen van de gemeente en de betrokkene. Hij vindt het niet juist om nu te zeggen "De gemeente treedt niet soepel op." Een dergelijk geluid heeft hij van de heer Dranken tot op heden nog niet gehoord. Practisch alle aankopen verlopen vrij gemakkelijk. Deze opmerking van de heer Dranken valt hem tegen. De VOORZITTER leest het advies van de Commissie voor. Er is nu verschil van mening- of dit betekent pachtontbinding langs gerechtelijke weg of door minnelijk overleg. Blijkbaar heeft minnelijk overleg plaats gehad en is het niet gelukt om met de raming van de deskundigen die Burgemeester en 'Wethouders zich hebben geassumeerd tot een overeenkomst te komen. Daarom wordt thans door Burgemeester en Wethouders voorgesteld om over te gaan tot het voeren van een rechtsgeding en de. beslissing in handen te leggen van de rechter. Spreker meent dat daarover de kwestie gaat. Degenen die zich tegen een gerechtelijke procedure verzet hebben menen dat het verschil tussen de twee ramingen wel verminderd zou kunnen worden bij een nader overleg.- Dat kan spreker en dat kan ook de Wethouder niet vooraf beoordelen. De mogelijkheid bestaat zeker. Indien de Raad het College machtigt om tot deze gerechtelijke procedure over te gaan, danis het College ook nog bevoegd om te trachten langs een andere weg tot een overeenkomst te geraken. De heer LEIJS zcu zich wel met het voorstel kunnen verenigen indien door het College de toezegging wordt gedaan om deze zaak nog eens nader op de rol te plaatsen en in overleg te treden voor pachtontbinding betreffende het gehele perceel van 1,8 ba. Dat is in eerste instantie ook in de Commissie besproken en daarmede zou hij zich kunnen verenigen. De heer NOORMAN wil toezeggen dat contact zal worden opgenomen met de pachter en dat gevraagd zal worden of hij eventueel toch nog bereid is. Dat kan men natuur lijk doen,maar hij verwacht er niet veel van. Er schuilt naar zij mening een andere adder in het gras. "Neem aan", zegt spreker, "dat een tuinder' een perceel grond pacht tegen 100, per jaar. De pacht wordt afgekocht en dan krijgt de tuinder tienmaal de jaarlijkse opbrengst van het perceel grond," Hij grijpt dan een willekeurig cijfer uit de lucht en zegt :"Stel dat het een inkomstenderving betekent van 500,per jaar. De tuinder krijgt dan dus een vergoeding van 10 maal 500,is 5.000,Nu zegt men "U krijgt -- en de mogelijkheid om elders een perceel grond te pachter voor 100,per jaar." Het is dan veel aantrekkelijker om te zeggen :"Koop de gehele pacht maar af", dan krijgt hij 5.000,en dan kan hij te zijner tijd het andere perceel wellicht toch nog pachten voor 100,per jaar." In dit vlak ziet spreker deze zaak. Indien men het zo bekijkt,dan is het begrijpelijk dat het gemeentebestuur zegt:"Geef ons dat perceel, grond en gelijk oversteken en voor het verschil geven we 7.5OO,toe." Dat is de achtergrond van deze zaak,waardoor men niet tot overeen stemming kan komen en waarom de rechter het maar moet uitmaken.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1962 | | pagina 89