-6-
o. Diverse processen-verbaal van kasopnamen in het 4e kwartaal 1961.
pT Burgemeester en Wethouders van Bergen op Zoom*, Bergen op Zoom 13 december 1961,
afdeling Ila.nr.174/286 B.
Nota inzake een zwem- en badgelegenheid te Bergen op Zoom.
Voorgesteld wordt de stukken a tot en met p voor kennisgeving aan te nemen.
De heer van LEEUWEN wil het een en ander zeggen over punt p, de nota inzake de
bad- en zwemgelegenheid. Hij begint daarbij met op te merken dat in de nota van
de Provinciale Planologische Dienst van 24 december 1959 onder meer staat :"Het
oude zwembad vraagt, om technische en stedebouwkundige redenen, om herziening»
Op korte termijn zal het gemeentebestuur een meer definitieve oplossing van het
zwembad-vraagstuk te Bergen op Zoom moeten realiseren,"
De Provinciale Planologische Dienst herhaalt dit, zij het met andere woorden, in
een nota van december I960.
In de Raadsvergadering van december I960 kwam het College met een nota inzake deze
aangelegenheid en daarover werd in deze Raad uitvoerig gediscussieerd. Bij het be
ëindigen van de discussies zei de Voorzitter dat hij een grote kloof ziet in de
meningen op dit gebied, dat de kwestie nu nader kon worden onderzocht, ten einde
met meer gegevens te komen, dan kon men later zien welke argumenten het zwaarst
wsgen. Thans - dus in december I960 - zou er geen nadere beslissing in een of
andere richting genomen worden en zouden er dus geen definitieve stappen worden
ondernomen.
"Sindsdien"zegt spreker,"is er een jaar verlopen en voor ons ligt een nieuwe
nota inzake een bad- en zweminrichting. De nota is nieuw, maar veel nieuws ten
opzichte van de vorige nota vertelt ze niet". Spreker vraagt zich dan ook af :Wat heeft
het nader onderzoek, door de Voorzitter in december i960 toegezegd, opgeleverd?"
Egt College wil nu, gehoord de meningvan de Raad, opdrachten verstrekken tot
nadere uitwerking van het door de Nederlandse Heide Maatschappij ontworpen zwembad
bij Lievenshove.
Er zal dus eerst een keuze moeten worden gemaakt omtrent de plaats, welke zo
centraal mogelijk zal moeten zijn; daarna zou men het moeten hebben over de
soort van zwemgelegenheid: een open circulatiebad, een gesloten bad of een combi
natie van beide, een zgn, combinatiebad.
In de nota van Burgemeester en Wethouders van Breda inzake de zwemsituatie te Breda,
welke nota zij op 6 december j.l. de Gemeenteraad deden toekomen, staat over zwem
baden "dat nauwkeurig bijgehouden statistieken aantonen dat er bij de exploitatie
van openluchtbaden in de Hollandse zomer gemiddeld op niet meer dan 13 dagen werke
lijk goede exploitatiedagen gerekend mag worden; 30 dagen zijn jaarlijks aan te
merken als werkbare dagen. De overdekte zwembaden kennen de nadelige invloed van
weers- en temperatuursgesteldheid niet, maar kennen wel een grote terugloop van be
zoekers in de periode juni-september en een nog-al moeilijke aanlooptijd in septem-
ber-oktober. Ter voorkoming van deze onvolmaaktheid is een combinatie!ad ontworpen,
waaronder men dar verstaat een overdekte zweminrichting met daarnaast een open
bassin. Door combinatie van de outillage is het nuttig effect van zo'n bad aanzien
lijk groter dan van een uitsluitend overdekt- of een uitsluitend openluchtbad, ook
in financieel opzicht".
Als spreker de nota's van het College goed gelezen heeft, dan wordt zo'n combinatie-
bad ook hier gewenst, ofschoon hij in het schetsplan van de Heidemaatschappij
het overdekte bad mist, althans is in dat plan niet aangegeven welk gedeelte
overdekt zal worden,
In 1.960 is de zgn. sportnota "Cals" verschenen en hierin staat onder meer "Zowel
uit nuttigheidsoverwegingen als met het oog op de waterbeschaving en de recreatie
der bevolking verrichten de zweminrichtingen een belangrijke functie.Zij worden
in het algemeen zeer intensief benut.
Een zeer duidelijke aanwijzing voor de nog steeds toenemende belangstelling voor
het zwemmen is het feit, dat in de laatste jaren circa 200 verzoeken om advies
over door gemeentebesturen ontworpen plannen voor de bouw en verbetering van zwem
baden zijn ingediend.
Ook zonder dat er de beschikking is over exacte gegevens, op grond waarvan de
juiste behoefte aan zweminrichtingen sou kunnen worden vastgesteld, zijn wij met
talrijke bij deze materie geïnteresseerde officiële instanties en particuliere
organisaties van mening dat in de eerstvolgende jaren de totstandkoning van
zweminrichtingen zoveel mogelijk dient te worden bevorderd, opdat voor de beoefe
ning van het zwemmen in het algemeen en van het zwemmen in school- en verenigings
verband in het bijzonder op ruimere schaal dan thans het geval is gelegenheid zal
kunnen worden geboden."