I -10- 26. Voorstel tot het aan J.ff. van Beers te Bergen op Zoom in erfpacht uitgeven van een gedeelte van het recreatieoord "De Heide". (Dossier nr. 286 B, (Verzameling 1962,nr. 78). De heer LEIJS zou in de eerste plaats de vraag willen stellen - daar het voorstel van vrij ingrijpende aard is - hoe het komt dat het voorstel niet in de Commissie is behandeld. Hij dacht dat het behandeld diende te worden in de Commissie voor het grondbedrijf. Als dit niet het geval is, zou hij toch gaarne vernemen waarom het niet in een Commissie is behandeld. Daarnaast is bij hem de vraag gerezen - ofschoon hij voorop moet stellen dat het besluit met veel zekerheid is omgeven - waarom de gemeente zelf hier niet tot investering zou kunnen komen voor een bepaalde opstal teneinde deze te verpachten of te verhuren of wat dan ook. Hij veronderstelt dat men is uitgegaan van het standpunt dat men het particulier initiatief een kans moet geven. Die kans wordt zijns inziens echter niet verkleind indien men zelf een bepaald bedrag zou investeren voor de opstal.^Betrokkene zal nu veel kosten maken voor de opstal; hij krijgt het betreffende terrein voor 30 jaar in erfpacht, hetgeen een vrij lange tijd is, maar indien hij dan de nodige gelden heeft geïnvesteerd, zal het niet gemakkelijk zijn om hem te sommeren de grond te verlaten. Indien de gemeente de opstal bouwt, dan behoeft de pachter daarvoor geen gelden te investeren, maar dan kan hijindien de zaak rendabel blijkt te zijn gemak kelijk uitbreiding geven aan de accommodatie. Indien er iets komt, dan moet er iets goeds komen, dat Bergen op Zoom en "De Heide" en het gehele recreatiegebied waardig is. De heer de WIT zegt dat het hem bij het bestuderen van het onderhavige voorstel met voldoende duidelijk is geworden of andere gegadigden de gelegenheid hebben gehad om dit ceel grond onder bepaalde voorwaarden in erfpacht te verkrijgen. Daarover zou hij gaarne worden geïnformeerd. De heer NOORMAN wil er wel iets over zeggen; deze aangelegenheid behoort echter tot "de recreatie" en is dus ook een zaak van Wethouder Nijpels. Hij weet er echter wel iets van. Voor en na zijn er de laatste jaren diverse gegadigden geweest die op "De Heide" iets, bijvoorbeeld in de vorm van een kiosk, van een buitenrestaurant of iets van die aard, wilden exploiteren. In het begin was de belangstelling vrij groot, maar toen het er op aankwam om een definitieve keuze te maken, zijn de gegadigden een voor een verdwe nen. Er staat dan ook in het prae-advies dat er onderhandelingen zijn gevoerd met meerdere bierbrouwerijen. Hij meent dat in de stukken ook diverse personen met name worden genoemd die zich voor de zaak hebben geïnteresseerd. Er heeft een inschrijving plaats gehad en het is merkwaardig dat zich bij deze in schrijving niemand aanmeldde met uitzondering van de persoon die in het voorstel genoemd wordt en die dus bereid is op basis van een erfpachtscanon van 275 Per jaar hier een vrij eenvoudig buitencafé te exploiteren. Spreker meent dat men hiermede het maximum heeft bereikt. Er waren zeer goede gegadigden, van wie men dacht dat het wel iets zou worden maar t.oen het er op aankwam om in te schrijven, bleek niemand bereid hier te beginnen. Blijkbaar ziet men in dat er grote risico's aan veroonden zijn en dat het echt niet zo'n goudmijntje zal zijn. Uit vakkringen was de belang stelling al zeer gering. De "Heide" wordt op mooie dagen druk bezocht en er is be hoefte aan een rustpunt. Vele mensen komen er voor een gehele dag; er zijn mensen die van een toilet gebruik willen maken, maar dat is niet aanwezig en de mogelijkheid is onderzocht om een toiletgebouwtje te plaatsen. De kosten daarvan zijn echter dermate hoog, dat deze oplossing is gekozen. Men kan nu wel vragen "Waarom bouwt de gemeente niet een paviljoen teneinde dat te verhuren?", maar spreker'moet zeggen dat zulks het College een hachelijke onderneming lijkt. Met een dergelijke geringe belangstelling kan men met zekerheid verwachten dat zulks geen profijt zal opleveren en dat er geen gegadigden zullen zijn die een pachtsom willen betalen die de kosten goed maakt. Daarom is deze vorm gekozen. Belanghebbende heeft zich bereid verklaard om hier een eenvoudig gebouwtje te plaatsen. Als het gebouwtje wordt opgericht, dan moet het ook worden aangesloten op het waterleiding- en electriciteitsnet. Daarvoor reeds moet een groot bedrag worden geïnvesteerd. De kosten daarvan zijn geraamd op 9.5OO,welk bedrag in tien jaar moet worden terugbetaald. Hetgeen thans wordt voorgesteld, lijkt hem de beste oplossing. Het is wel noodzakelijk dat er iets komt, een consumptiegelegenheid met enige toilet ten. Hij zou willen zeggen :"Laat dit het particulier initiatief maar eens doen; dat draagt dan ook het risico." Dat is niet het geval als men, zoals de heer Leijs gezegd heeft iets kant en klaar kan huren. Het lijkt het College de beste oplossing. Een kiosk is te klein, een restaurant te groot; het wordt echter een soort buitencafe ten behoeve van de bezoekers van "De Heide".

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1962 | | pagina 67