1 rt: "r - -28- stappen zullen willen ondernemen welke er toe zullen leiden dat deze zaak tot volle tevredenheid zal kunnen worden opgelost". Deze motie wordt voldoende ondersteund.. De heer BENNER kan zich met de laatste alinea, "dat de twee nieuw benoemde leden stappen moeten ondernemen", niet verenigen. Deze mensen staan buiten de discussie. Het is een benoeming waaraan zij niets kunnen doen. "Waarom", zo vraagt hij, "moeten ze dan stappen ondernemen?" De heer NIJSSEN is van dezelfde gedachte als de heer Benner. De beide benoemden hebben met de benoeming als zodanig niets te maken. Zij hebben er geen aandeel in gehad. Spreker begrijpt niet dat zij stappen zouden moeten ondernemen. De heer RATSMA was niet van plan om over deze kwestie iets te zeggen,, maar nu het in de vorm van een motie wordt gegoten,, meent hij zijn standpunt te moeten moti veren. Hij heeft de discessies beluisterd en hij vindt daarin het aantrekkelijke dat men pleit voor het erkennen van het werk van de mensen die zich belangeloos beschik baar stellen en dat men van mening is dat degenen die hen benoemen en die de ver antwoording er voor dragen van een zekere waardering zouden moeten-getuigen. Spreker heeft daarvoor bij vroegere gelegenheden meermalen gepleit en misschien is het traditie in Bergen op Zoom dat men daar gemakkelijk over heen gaat. Niet alleen in het College van Burgemeester en Wethouders maar ook in de Gemeente raad is het meermalen voor-gekomen dat bij stemmingen - spreker weet niet hoe het komt - bepaalde personen, die hun werk lange tijd hebben verricht, zonder meer niet meer gekozen worden, zonder dat men <|e motieven daartoe kent. Het is niet de eerste keer dat dit gebeurt. Ditmaal is/ctoor het College, doch meermalen is het ock door de Raad geschied. Er is bijvoorbeeld een regent van het Algemeen Burger Gasthuis "weggestemd'.' STEMMEN UIT DE RAAD "Ook met betrekking tot een lid van de Woningcommissie is het een keer gebeurd'.' "Ja, inderdaad", zegt de heer RATSMA, "dat was een lid van de Gemeenteraad en een Gemeenteraadslid weet ook wel wat hem vaak te wachten staat." Eigenlijk is het hier precies hetzelfde geval',meent spreker, als bij de Wethouders- verkiezing,waarbij van hun kant nooit een Wethouder benoemd kon worden. Zij werden niet weggestemd, maar gepasseerd door een bepaalde groep. Dit zijn allemaal feiten die te veroordelen zijn. Tot nu toe is die veroordeling nooit in een motie tot uitdrukking gebracht, maar het is een feit dat in Bergen op Zoom gemakkelijk over die feiten wordt heengestapt. Spreker weet uiteraard niet welke motieven er bij de meerderheid van het College toe hebben geleid om andere personen te benoemen; dat is ook niet uit de doeken gedaan. Hij zou het niet onbehoorlijk vinden indien men daarvan tekst en uitleg gaf, maar het zou misschien wel pijnlijk zijn,- omdat het hier gaat over personen en spreker zou het niet op prijs stellen indien daarover in deze Raad in het openbaar wordt gediscussieerd. Hij wil wel zeggen dat men bij dergelijke kwesties zeer voorzichtig moet zijn. Persoonlijk zou spreker het hierbij willen laten; aangezien deze feiten zich vaak hebben voorgedaan, heeft hij geen behoefte aan een motie. Hij vindt dat een waarschuwing in dat opzicht op haar plaats is. Met anderen is hij van mening dat het slot van de motie onjuist is, omdat degenen die benoemd zijn zelf moeten beslissen of zij, de benoeming aanvaarden,, los van de motieven die er toe hebben geleid om hen te benoemen. De heer NIJPELS is het met de heer Ratsma eens dat de laatste regels van de motie niet van pas komen. De heer HOUTMAN wil naar aanleiding van de discussies de laatste alinea van de motie graag laten vervallen,omdat hij het prettig zou vinden indien de motie met een zo groot mogelijk aantal stemmen werd aangenomen. Hij heeft gehoord dat de heren Nijssen en Benner er bezwaar tegen hebben en hij heeft ook begrepen dat het een bezwaar is voor de Wethouder; daarom zal hij het tweede gedeelte van de motie laten vervallen. Degenen die de motie hebben gesteund verklaren hiertegen geen bezwaar te hebben. De motie luidt dus: "De Raad der gemeente Bergen op Zoom, heden in vergadering bijeen, spreekt zijn afkeuring uit over de wijze van handelen door de meerderheid van het College van Burgemeester en Wethouders bij de. benoeming van twee leden van de Raad van Beheer van de B.ergen op Zoomse Stichting tot exploitatie van Sport- en Speelvelden". De heer NIJPE1S zou nog willen zeggen dat hij op het laatste gedeelte van de motie heeft gewezen omdat deze kwestie naar zijn mening niet in het geding komt. Dat wil echter niet zeggen dat hij het met de motie van de heer Houtman eens is. Dat zout helemaal wat moois zijn! Hij heeft het naar voren gebracht omdat hij een -JV-' f ■•Ti' if •'ft if Hi; jf- s'-.ï- ffii ■flc Ti.-i f v. fix

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1962 | | pagina 56