-25-
26. Voorstel tot
a. wijziging van de gemeentebegroting voor het dienst.iaar 1962 (19e wijziging);
wijziging van de begroing van het gemeentelijk waterleidingbedrijf voor
het dienstjaar 1962 (2e wijziging);
wijziging van de begroting van het gemeentelijk gasbedrijf voor het dienstjaar
1962 (2e wijziging);
wijziging van de begroting van de gemeentelijke dienst voor sociale zaken
voor het dienstjaar 1962 (2e wijziging);
b, wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 1962 (20e wijziging);
c.wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 1962 (21e winziguig)
d. wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 1962 (22e wijziging)
en wijziging van de begroting van het gemeentelijk gasbedrijf voor het dienst
jaar 1962 (4e wijziging);
o. wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 1962 (23e wijziging)
en wijziging van de begrothg van het gemeentelijk gasbedrijf voor het dienst
jaar 1962 (6e wijziging);
f. wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 1962 (24e wijziging) en
wijziging van de begroting, van het gemeentelijk elec-triciteitsbedripf voor
het dienstiaar 1962 (3e wijziging);
g. wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 1962 (25e wijziging) en
wijziging van de begroting van het gemeentelijk waterleidingbedrijf voor het
dienstjaar 1962 (,3e wijziging).
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het
voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten.
De VOORZITTER stelt dan aan de orde de interpellatie van de heer Houtman en hij infor
meert of deze zijn vragen nader wil toelichten.
De heer HOUTMAN meent dat zijn vragen geen nadere toelichting behoeven. Spreker zou
er echter nog een vraag aan willen toevoegen naar aanleiding van het persbericht
van heden, n.l. of het juist is dat een van de twee nieuwe leden is benoemd tot
Voorzitter van de. Stichting tot exploitatie van sport-en speelvelden.Dat was hem
niet bekend.
De VOORZITTER meent dat er geen bezwaar tegen bestaat om deze vraag tegelijkertijd
te behandelen, daar zij op dezelfde kwestie betrekking heeft.
Indien de heer Houtman geen verdere toelichting wenst, dan wil spreker gaarne in
het algemeen antwoorden dat, wat de eerste vraag betreft, de gegevens op waarheid
berusten. In de vacatures wegens periodieke aftreding van de heren Broekmans, Lint
en v.d. Watering zijn benoemd de heren Walraven, Lint en Brulot en vervolgens - dat
is eigenlijk een antwoord op de laatste vraag - is tot Voorzitter benoemd de heer
Walraven en tot Secretaris de heer Lint hetgeen een herbenoeming is.
V/at vraag 2 betreft moet spreker zich, althans wat hem zelf betreft, beperken tot
de opmerking dat het hier een periodieke aftreding betreft en dat reglementair,
volgens de statuten van de Stichting, de Raad van Beheer daarvoor een aanbeveling
indient. De Raad van Beheer heeft de aftredende leden aanbevolen.
Be verkiezing heeft schriftelijk plaats gehaij. met gesloten stembriefjes, zodat hij
dus slechts de uitslag van de stemming kan geven, maar geen enkel verband kan leggen
tussen de uitgebrachte stem en degene die de stem uitbracht.
Spreker kan dus ook geen enkele inlichting geven omtrent het motief veer het uit
brengen van een bepaalde stem.
Ingevolge de gemeentewet is het College van Burgemeester en Wethouders in zijn geheel
en zijn de leden van het College persoonlijk verantwoording schuldig en dan wijst
spreker er dus nogmaals p dat hij namens het College niet kan aangeven welke moti
vering hier voor elke stem gold en evenmin kan hij iets zeggen over de individuele
verantwoording.
De heer HOUTMAN dankt voor deze toelichting. Inderdaad geeft artikel 216 van
de gemeentewet de verantwoordingsplicht aan en de Raad kan de leden van het
College van Burgemeester en Wethouder s individueel ter verantwoording roepen.
Spreker wil beginnen bij het begin. In het jaar 1946-1947 is de Stichting tot
exploitatie van sport- en speelvelden in het leven geroepen de statuten zijn
door de Raad vastgesteld en ingevolge deze statuten is de benoeming van de leden
van de Raad van Beheer dezer stichting in handen gelegd van het College van
Burgemeester en Wethouders. De werkzaamheden die de Raad van Beheer moet verrichten
zijn er vele; dat is in de loop der jaren, vanaf het ontstaan van het sport'J33-^ "fco"fc
op heden, wel gebleken. Er staat in de statuten datde Raad van Beheer bij perio
dieke aftreding van leden een aanbeveling indient bij het College van Burgemec^s'ber