De heer HOüflAN heeft zich hij bestudering van dit voorstel afgevraagd of hij er wel
mee accoord kon gaan; aangezien echter de outillage van de gemeente bad- en zwem
inrichting het vereist, zal hij niet tegen stemmen. Bij de behandeling van de be
grotingen voor 1959, I960 en 1961 heeft hij steeds vragen hieromtrent gesteld en
door de Wethouder werd dan een nota toegezegd. Omdat hij er niet uit kan komen en
dit nieuw voor hem is, zou hij alsnog willen verzoeken hierover een nota op te stel
len en deze liefst vóór de laatste vergadering van deze Raad in augustus a.s. aan de
Raad aan te bieden.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig; het voorstel van Burgemeester
en Wethouders besloten.
22. Voorstel tot het afschaffen van de jaarlijkse Potjeskermis
(Dossier nr,202 D.
Verzameling 1962, nr.26).
De heer RIJSSEN zegt dat, volgens de stukken welke hij hierover heeft ontvangen, de
motieven die tot dit voorstel hebben geleid gelegen zijn in het feit dat enkele
mensen die in de omgeving van deze kermis wonen hiervan hinder ondervinden. "Potjes-
kermis" is een traditie en voor enkele mensen doi men nu het voorstel :om deze af
te schaffen. Dat kan zijn goedkeuring niet wegdragen. Naast de mensen die er hinder
van ondervindenzuilen er ook mensen zijn die er voordeel van hebben. H: j bedoelt
hierbij de middenstand en de Horeca-bedrijven. Het gaat zijns inziens niet op om
deze kermis af te schaffen omdat enkele mensen er hinder van hebben.
De heer NOTENBOOM is het geheel met de heer Nijssen eens.
Hij is van mening dat de bezwaren die door enkele mensen zijn ingebracht niet van
doorslaggevende invloed mogen zijn om een kermis af te schaffen die van historische
betekenis is, ook al is het waar dat deze kermis achteruit gaat. Spreker meent dat deze
kermis voor de bevolking en speciaal voor dit aparte stadsdeel niet mag verdwijnen..
De heer SCHEPPINK zegt dat deze kwestie is aangesneden door twee winkeliers, omdat
de kermiswagens zodanig voor hun winkels kwamen te staan, dat de mensen niet daarin
konden komen.
Er is echter geen voorstel gedaan om de kermis af te schaffen, maar wel om deze
te verplaatsen naar een ander terrein,waar geen winkels zijn. Hij heeft gedacht aan
de van Oldenbameveldtstraatdie is breed en kan goed worden af ges lot en. Thans ^moeten
er vier straten worden afgesloten, dan maar een. Spreker is niet voor afschaffing,
wel voor verplaatsing als het niet anders kan.
De heer NOORMAN kent de "P0tjeskermis" alleen maar van papier, hij heeft ze nog
nooit bezocht. Hij heeft wel plannen voor zich gehad van het Emmaplein met kramen
en daaruit bleek dat slechts met moeite een paar kramen op dat plein konden
worden geplaatst omdat het Emmaplein als kermisterrein feitelijk verloren is gegaan
toen er destijds een speelplaats werd aangelegd, vóór die tijd was het wel mogelijk
om de "Potjeskermis" hier te doen houden. Oorspronkelijk stonden de kermisinrich-
tingen aan de Antwerpsestraatweg; geleidelijk aan, door de toename van het verkeer,
is deze kermis daar'bveggedrukt" - de interesse er voor is ook niet zo erg groot
en ze is tenslotte verplaatst naar het Emmaplein. Daar is nadien een speelplaats gek omen-
en daardoor is het moeilijk om er slechts enkele kramen te plaatsen.
Er zijn bij de behandeling van de begroting door de Raad bezwaren geuit naar aanleiding
van de hinder welke de mensen aan het Emmaplein van deze kermis ondervinden. Inder
daad staat het er erg vol. Er is gedacht aan de mogelijkheid van verplaatsing
naar de van Oldenbameveldtstraat want het zou moeilijk zijn om te zeggen
"De kermis moet naar de Zeekant".' Spreker meent dat het geen zin heeft om hier te
spreken van een traditie. Er komen slechts een paar kramen te staan en de ge
middelde opbrengst bedraagt f 37 5, Als men dan rekent wat voor kosten het met
zich medebrengt om een en ander in orde te maken, dan meent hij dat de opbrengst
nihil is.
Gelet op de hinder welke de mensen er van ondervinden, is voorgesteld om de kermis
af te schaffen, omdat het "niet juist is dat deze mensen jaar op jaar gehinderd
worden. Er staat tegenover dat de caféhouders met "Potjeskermis" bal^houden, maar
spreker vraagt zich af of men mu een kermis moet handhaven niet om wille van de
kermiSyéelf, maar om wille van de caféhouders. Hetzelfde is toch in het verleden
ook gebeurd; de "Keteltjeskermisis toch ook afgeschaft.
De heer de WIT vraagt of de spee>lwerktuigen die op het Emmaplein zijn aangebrac t
aard- en nagelvast zijn.
De heer NOORMAN merkt op dat ook beplantingen zijn aangebracht.
De heer de WIT vraagt of die speel.tuigen niet verplaatst kunnen worden of tijdelijk
kunnen worden weggehaald.