-21- haard te kopen, zij hebben er een verwarming en een comfort die meespreken, maar hij maakt zich toch bezorgd over de hoge huurprijs, weïke hier betaald zal moeten worden. Spreker zou graag vernemen of er besprekingen hebben plaats gehad met de architect en of aan de hand van gegevens uit Waalwijk en Boxtel deze kosten geraamd zijn op f 250,-. Hij zou hierover gaarne nader worden geïnformeerd. De heer NOORMAN wil tot een goed begrip van deze kwestie even terug gaan tot de onderhandelingen die gevoerd zijn over de aankoopvan deze grond, In juni 1959 is aan de Centrale Commissie voor Qnteigeningsvergoedingen van het Ministerie van Volks huisvesting en Bouwnijverheid opdracht gegeven om deze grond van de heer Sitsen te taxeren. Het taxatierapport was in februari I960 gereed en het totale bedrag, inclu sief het bedrag voor pachtafkoop, bedroeg 350.000,Op deze basis werd in dezelf de maand, dus in februari I960, opdracht gegeven tot onderhandelen. Deze onderhande lingen hebben plaats gehad en het volgend stuk dateert van juni I960. De besprekingen hadden plaats met belanghebbende en met twee advocaten en uiteindelijk kwam het hierop neer, dat deze taxatie niet zoni-r meer werd geaccepteerd, maar dat belangheb bende van plan was ook een taxateur te nemen. Zo kwam tegenover het rapport van de Centrale Commissie met een bedrag van 250.000,plus verschillende pachtafkopen van 100,000, in totaal 350.000,—, een rapport van de taxateur van belang hebbende met een bedrag van 513.000,—, Het was een moeilijk geval om met deze bedragen tot overeenstemming te komen. Het ia wel goed", meent spreker, "om hier even op te merken dat de ervaring heeft geleerd dat de Centrale Commissie bat-s niet be iepen is met haar taxaties". Integen deel, uit de reacties van vele verkopers is hem gebleken dat zij zeer tevreden zijn over de vastgestelde bedragen. Ui de Commissie voor het Grondbedrijf en uit de Raad zijn er ook wel eens stemmen opgegaan dat de taxaties aan de hoge kant zijn. In het onderhavige geval is er dan ook geen enkele reden om aan de juistheid van de taxatie van de Centrale Commissie te twijfelen. De Centrale Commissie heeft, naar aanleiding van de hoge taxatie van de deskundigen van verkoper, als haar mening te ennen gegeven dat deze taxaties schromelijk overdreven zijn en zij wees iedere ver hoging van de hand, Dp 20 januari 1961 is dan ook aan. de eigenaar medegedeeld dat de gemeente haar taxatie andhaaft en dat de Raad zal worden voorgesteld een besluit tot onteigening te nemen, week later, op 27 januari 196.1, heeft de Raad voorlopig besloten tot onteigening van het onroerend goed van de heer Sitsen. it besluit is ter visie gelegd, gepubliceerd en er zijn geen bezwaren op ingekomen, zodat de Raad op 24 maart 1961 besloot tot de definitieve onteigening over te gaan. en dergelijk Raadsbesluit moet worden goedgekeurd door de Kroon en helaas is thans, een jaar later, nog geen Koninklijke goedkeuring verleend. De redenen daarvan zijn spreker niet bekend, Br ?.s meermalen op spoed aangedrongen bij het Ministerie dat hier mee bemoeiingen heeft en als alles goed gaat, zal omstreeks maart het Koninklijk Besluit genomen worden. Het lange uitblijven van dit Koninklijk Besluit, de vele kosten en het oponthoud die een onteigeningsprocedure nu eenmaal met zich medebrengt zijn oorzaak geweest dat et College in 1961 nog meermalen getracht heeft om op minnelijke wijze tot een accoord te^ komen. De Centrale Commissie heeft enige malen haar taxatie herzien, .w.z. verhoogd, - de continubouw stond bij dit alles op de achtergrond- en bij een es preking ^bereikte spreker een mondeling accoord van 300.000,—. ie verhoging van het taxatiebedrag vonden Burgemeester en Wethouders geen bezwaar, rneehr a+r Jiege; jver staat dat een onteigeningsprocedure ook hoge kosten met zich het-Cdï'TesJ van deze taxatieverhoging was dat men tot een accoord is gekomen pö sn nUu:ba'riv'i-"^sloot tot een aanbod van 300.000,—, Spreker heeft zich per- j r.Uu de verkoper en zijn adviseur in verbinding gestelden op deze basis is een accoord bereikt, met de mededeling dat de planschade hier buiten beschouwing zou ijven, omdat volgens de Schadevergoedingsverordening de beslissing over eventuele p anschade niet ligt bij het College maar bij de Raad. men de moeilijkheid dat de verkoper accoord gaat met de prijs van J 300.000,maar daarnaast eist dat in de acte wordt vastgelegd dat de gemeente erkent dat er planschade is. Deze plainschade is door belanghebbende begroot op 59.000, De plant-shade is een kwestie van toepassing van de Schadevergoedings- erordening. De huidige verordening dateert van I960, maar daarvóór was er ook een c a everordening, welke in 1936 is vastgesteld» De vaststelling van het uitbrei dingsplan heeft plaats gehad vóór de vaststelling van de nieuwe Schadevergoeding- verordening, Het is nu de vraag o'" deze planschade onder de oude of onder de nieuwe verordening valt. Dat maakt namelijk een groot verschil uit, omdat naar de regelen van de oude verordening hier geen planschade is, terwijl naar de bepalingen van de leuwe verordening hier wel planschade zou kunnenzijn. De gehele kwestie van de plam- scnade hangt das in de lucht. Belanghebbende wenst nu dat de gemeente bij voorbaat erkent dat er planschade is. Bij de mondelinge bespreking en bij de voorwaarden die f

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1962 | | pagina 21