-18- Dit betreft zijn eerste vraag. Zijn tweede vraag -die heeft hij in december j.l. ook reeds aan de Wethouder gesteld- luiöt Hebben we, als dit niet doorgaat, uitwijkmogelijkheid? In de nota wordt nu concreet gesteld welke uitwijkmogelijkheden er zijn, namelijk in het uitbreidingsplan "Moerstraatsebaan". Se eerste vraag die hierbij rijst is Welke extra kosten brengt dit met zich mede? Dit temeer daar de aannemer van de continubouw in een zodanig vergevorderd stadium met de bouwerij is gekomen dat hij in de kortst mogelijke tijd verder moet kunnen gaan en nu voor de moeilijkheid komt te staan dat hij geen voortgang kan maken. "Zitten hier financiële konsekwenties aan vast", -vraagt spreker, "en hoe groot zijn die? 3 de betreffende bouwgrond in het uitbreidingsplan "Moerstraatsebaan" onmiddellijk voor het bouwen gereed of moet er een fundering worden aangebracht? loet er geheid worden? Indien daarvoor kosten gemaakt moeten worden, waar heÊLt men dan de benodigde gelden vandaan en hoe is het met de Rijksregeling als die kosten er bij komen? V/at doet men met de verschillende aannemers die reeds optie op het terrein aan de Moer straatsebaan hebben?" In de nota wordt ook de kwestie van verwarming aangehaald. Hij veronderstelt dat de verwarmingskwestie ook nog helemaal doorgepraat zal moeten worden ten Departemente, hetgeen ook vertraging met zich mede brengt. Spreker moet ook nog de opmerking van net hart dat men in de Raad gewend is om nota's te ontvangen. Hu kan men van mening verschillen met betrekking tot de vraag of deze notals uitgebreid zijn of niet, maar hij vindt bij de onderhavige stukken geen enkel exploitatie-overzicht voor de cen trale verwarming. Dat wordt nu naar zijn mening "iets in het wilde weg". Hij weet nietwaar men hèt vandaan haalt, maar er wordt gesproken over een bedrag van 250,- P©r jaar. Indien er cijfermateriaal over bestaat, waarom heeft men dat dan niet bij de stukken ter inzage gelegd; dan had de Raad tenminste een behoorlijk inzicht kunnen krijgen. Als het bedrag van 250,juist is, dan betekent dat een huurverhoging van 5, per week. Het zijn woningwetwoningen van ongeveer 16,— per week; daar komt dan 1 kijwaardoor ze als woningwetwoningen niet erg aantrekkelijk zullen zijn. preker vraagt vervolgens of die verwarmingskwestie veel tijd vraagt, waardoor stag natie zou kunnen ontstaan in de uitvoering van de vijfde fase van de continubouw. met al vindt spreker dat de vrees welke hij heeft uitgesproken in de vergadering van december j.l, niet misplaatst is en dat dit een enigszins huiverige geschiedenis is. et is altijd minder pretig indien de Raad voor een fait accompli wordt gesteld ornaat het niet anders kan. Het feit dat het niet .anders kan - het spijt spreker dat het zeggen moet - is naar zijn mening een gevolg van een zekere traagheid of na a /igheid van dit College, Toen in 1958 het oude College vertrok, waren voor wat de grond betreft de plannen voor de continubouw tot en met I960 geheel gereed. Indien e gemeente een contract aangaat voor 5 jaar, dan lijkt het hem niet juist dat men Pas eind I960 met de heer Sitsen gaat praten over de grond welke nodig is voor de continubouw 1962. In de vergadering van december 1961 komt men dan met een voorstel grondaankoop, terwijl het betreffende Raadsbesluit in 1962 weer moet worden ingetrokken. Spreker meent dat het College er voor had moeten zorgen dat men in 1959 reedsmet een en ander gereed was. Spreker weet wel dat het terugkaarten is, maar - IDvindt het erg onprettig voor dit voldongen feit te komen staan. }.r+:iSf.n0® een an^-ere kwestie. Hij denkt hierbij aan de begrotingsvergadering in He c §el°Pen jaar, waarin aan het College twee vragen werden gesteld; ten eerste j oe s aat het met de grond die de gemeente ter beschikking heeft voor de verdere voldofT^0}! Berêeïl op Zoom? Toen werd gezegd dat men voor de eerste tien jaar wel een ''bh6 'fl* n°S ®een ^wee maanden later moet men met woningbouw uitwijken naar ai readingspian, waarin men dit woningbouwsysteem en dit type woningen in het geheel niet gedacht had. Voorts is door de Raad al meermalen aan het College gevraagd of men niet van de oog ouw zou kunnen afstappen en meer laagbouw zou kunnen toepassen. en gaat nu in het uitbreidingsplan "Moerstraatsebaan" waar slechts summier aan ■h^°\°UW gedacht is, 160 woningen in vierhoogbouw projecteren, 24 woningen in drie- hoogbouw en 8 woningen in laagbouw. Spreker vindt het een onverkwikkelijke geschiedenis en hij zou, vooraleer hij zijn r>a-fm dan ^le't betreffende voorstel geeft, graag nader ingelicht willen worden. Men zeggen dat men in de eerste plaats slechts een voorstel behoeft in te trekken, maar ook daarover is spreker het niet eens. Hij is het er niet over eens dat gezegd or.üt dat de heer Sitsen^niet wil verkopen. Als men het hem vraagt, dan zegt hij e beer Sitsen wel wil verkopen en voor het genoemde bedrag. Burgemeester en ouders willen echter de schadevergoedingsregeling buiten beschouwing laten,maar 1D e mondelinge overeenkomst met de heer Sitsen is toegezegd dat schadevergoeding 2ou worden betaald. Spreker vindt het niet juist geredigeerd dat de heer Sitsen niet wil verkopen, want

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1962 | | pagina 18