- 32 - Door de heer Houtman is er op gewezen dat spreker gezegd zou hebben dat de Commissie vo'or de Monumentenzorg geen bindende beslissing kan nemen. Het is echter zo, dat de Krpon elk besluit kan vernietigen op gronden ontleend aan het algemeen belang. In"de praktijk is het verschillende malen voorgekomen dat de Kroon van dit recht gebruik heeft gemaakt waar het betrof de aantasting van bepaalde monumenten. In zo verre is het advies van Monumentenzorg in een dergelijke zaak van zeer ernstige aard. Door de heer van Doorn is een uitvoerige beschouwing gehouden, waaruit men allqen maar kan konkluderen dat hij een en ander niet mogelijk acht, en dat hij tegen het voorstel is. Br;is ook nog gesproken over een parkeerterrein in de huidige Thaliatuin, maar spreker meent in zijn eerste antwoord reeds naar voren te hebben gebracht dat daar aan grote bezwaren verbonden zijn. Daarvoor zou dus een andere oplossing gevonden moeten worden en spreker meent die ook te hebben aangeduid door erop te wijzen 'dat zulks aan. de kant van de Koevoetstraat gezocht moet worden, daar hier verschillende gebouwen afgebroken kunnen worden. Voor wat de toegangswegen betreft, daarnaar zou spreker op dezelfde wijze willen, verwijzen. Wanneer er een supermarkt is, dan twijfelt hij er niet aan dat er meer hervormingen nullen plaats hebben op dit gebied. De heer van DOORN zou willen betogen dat de noodzakelijk te creëren toegangswegen de" gemeente te zijner tijd een groot bedrag zullen kosten. Hij zou voorts willen be togen dat men de verpachting van 1500 m2 grond voor f 2.000,zo moet zien, dat de gemeente ef voor moet zorgen dat er enige duizenden vierkante meters parkeer terrein bijkomen en dat zal ook geld kosten. Spreker kan het niet anders zien» De VOORZITTER zegt dat het moeilijk is om daarop een specifiek antwoord te geven. Hij zou zich willen beroepen op de bepaling in de ontwerp-overeenkomst waarbij; Burgemeester en Wethouders een belangrijke zeggenschap hebben in de voorzieningen die nodig zijn voor het creëren van parkeerruimte in de omgeving van het gebouw. Br'ris ook gevraagd, - spreker meent door de heer Ratsma-, of men hier niet voor'een ultimatum staat, Spreker hoort dat op 4 juli aanstaande de optietermijn afloopt. Of dit van zeer groot belang is, weet hij niet en kan hij ook niet beoordelen.Men zou even goed als argument naar voren kunnen brengen dat de optietermijn verlengd zou moeten werden. Er kan ook aangevoerd worden dat er andere belanghebbenden of belangstellenden zijn; spreker weet het niet."De optietermijn is al een paar maal verlengd", hoort hij zeggen. Door de heer Nijssen is gezegd dat hij zich kan verenigen met het voorstel, terwijl Wethouder Noorman het voorstel nog niet rijp vindt voor een beslissing. Er zijn veel argumenten aangevoerd, maar spreker meent dat hij vele ervan in eerste instantie reeds heeft beantwoord. Hij kan er weinig meer aan toevoegen. Spreker meent dat de kwestie van het al dan niet aanhouden van dit voorstel- maar be slist moet worden door de Raad. Er is een voorstel van de heer van Leeuwen om hét stuk terug te verwijzen naar Burgemeester en Wethouders. Spreker vraagt thans of dit voorstel wordt gesteund. Het wordt voldoende gesteund. De VOORZITTER meent dat er voldoende discussies over de zaak hebben plaats gehad. Hij. vraagt of de leden er zich mede kunnen verenigen dat hierover thans een stemming wordt gehouden De heer RATSMA merkt op dat de heer van Leeuwen heeft betoogd dat deze zaak een not- male procedure moet hebben én in de Oommissie zou moeten worden behandeld. .Dat-vindt spreker niet onbelangrijk, maar het zou zijns inziens toch belangrijker zijn wanneer men een rond plan had; anders heeft het geen zin. De VOORZITTER is het ei'mec. jens dat het terugverwijzen van het voorstel naar Burge meester en 7/ethouders met het doel deze zaak in de Commissie te brengen, betrekke lijk weinig zin heeft. Dat zou moeten inhouden dat het voorstel geheel uitgewqrjrt en naar zijn mening met de adviezen van Monumentenzorg naar de Commissie moet gaan.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1962 | | pagina 146