- 26 - Hij, heeft gemeend daaruit ook te moeten konkluderent dat er voldoende waarborgen mogelijk zijn om Monumentenzorg tot haar recht te doen komen. Er is een schets over gelegd van de bouw en de N.V. Albert Heijn zou gaarne gezien hebben dat zowel de Raad als Burgemeester en Wethouders zich met die tekening verenigden. Het college kan- dat niet doen, omdat er zeker bezwaren tegen zouden bestaan om zich met de pan nen van de architekt van de N.V. Albert Heijn te verenigen zonder dat deze zouden zijn voorgelegd aan de Rijkscommissie voor de Monumentenzorg. Men kan zeggen:''Monumen tenzorg heeft geen bevoegdheid om dit tegen te gaan"maar spreker zou er toch op willen wijzen dat altijd de mogelijkheid bestaat een verzoek in te dienen tot ver nietiging van een besluit van de Raad of van Burgemeester en Wethouders 5op grond- van hetalgemeen belang en dat hefkls zeer ernstig zou worden beschouwd indien daarmede schade zou worden toegebracht aan een monument of aan zijn omgeving. Daarom meent spreker dat er alle reden voor is óm hierbij de uiterste zorg te be- f Pachten De reden waarom het college meent te moeten instemmen met een overdracht van het erfpachtsrecht aan de N.V. Albert Heijn, die hier een supermarkt wil stichten,io gelegen in het feit dat het college van oordeel is dat zulks bijdraagt tot het e houd van de binnenstad als koopcentrum. Er moet natuurlijk een behoorlijke parkeerruimte bij zijn, maar spreker kan zich goed voorstellen dat die ook gevonden kan worden zonder dat de tuin daarvoor ge-* bruikt wordt en dat deze dus aan de andere zijde van de weg kan worden gereageerd. Dat is iets dat bij de uitwerking van de plannen tot zijn recht moet komen en dat op grond van artikel 8 van de erfpachtsovereenkomst in nadere eisen ,te stellen door Burgemeester en Wethouders ,uit "een oogpunt van stedebouwkunde., monument enz org-e-n Jw-e sta&dstoezicht geregeld kan worden. L De opmerking is gemaakt:"Komt men niet in konflikt met het saneringsplan, met het komjblan?" "Inderdaad", zegt spreker, "zal de vestiging van deze supermarkt een wijziging van het kompaan noodzakelijk maken, maar daarover- is gesproken me e .ie er de Ranitz; een en ander kan geschieden zonder het principe van het plan aan te tasten Spréker meent dat men aan de andere kant, aan de Koevoetstraat, een parkeergelegen heid kan krijgen. De heer de Ranitz heeft een bespreking gevoerd met de heer Gr9osman en uit besprekingen welke bet college met ir« de Uanitz heeft gevoerd, heeft men unn^n opmaken, dat het mogelijk is om hieraan tegemoet te komen. Spreker meent de heer Ratsma hiermede wel beantwoord te hebben voor wat betreft het monumentale gedeelte. Zoals de heer van Leeuwen mededeelt, heeft hij dit voorstel met gemengde gevoelens gelézen. Spreker kan zich dat best voorstellen, maar hij hoopt dat de heer van Leeuwen ervan overtuigd zal zijn, dat het ooilege niets zal nalaten om het karakter van deze monumentale kerk te bewaren. Door de heer van Leeuwen is ook de vraag gesteld of "Thalia" niet beter voor schouw burg kan worden bestemd. Spreker zou eraan willen herinneren dat zijnerzijds hierop meerdere malen is gewezen, doch dat de kansen hiervoor verkeken zijn. De gemeente kan niet zonder meer over "Thalia" beschikken; het beschikkingsrecht berust bij de huidige erfpachter, die de ondergrond van de gebouwen tot 1982 in erfpacht heeft. Hiermede wil hij ook zeggen dat, indien de Raad niet akkoord gaat met de voorgestelde oplossing, men praktisch niets kan doen aan dit complex voordat de erfpachtstermijn Spreker'meent dat ook naar voren is gekomen de opmerkingIndien wij een en ander thans aanvaarden, dan hebben wij als Raad feitelijk geen zeggenschap meer ovei de meer konkrete plannen". Hij vermoedt dat dit verband houdt met voorwaarde nr. 8 van het concept-besluit sub III, waarin staat: "met het oog op de in deonmiddellijke nabijheid gelegen monumentale kerk moet het te stichten gebouw in het bijzonder voldoen aan nader door Burgemeester en Wethouders uit een oogpunt van stedebouwkunde monumentenzorg en welstandstoezicht te stellen eisen". - Spreker is van mening - en ook de meerderheid van het college- dat zulks aan het col lege' dient te worden overgelaten. Indien de Raad dit aan zich wil houden, dan^kuh men zijns inziens beter het gehele voorstel tot wijziging van de erfpacht voorlopig aan houden. De N.V. Albert Heijn heeft verzocht om enige spoed te betrachten in verband met^het optierecht. Daarover kan de Raad denken zoals hij wil, maar Burgemeestér en Wethouders hebben gemeend aan dit verzoek te moeten voldoen en zij weten niet wat verder uitstel tot gevolg zal hebben. Voor de bescherming van het monumentale gebouw is naar zijn mening uitstel niet nodig.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1962 | | pagina 140