-12- konden worden. Dat was ook het geval met het plan "Zanderijen" en daarom bleef naar hun mening het prachtige recreatiegebied veel te lang onbenut. Daarom is getracht er een tijdelijke voorziening te maken, die er rer niet toe had behoeven te leiden dat het andere plan weggewerkt moest worden. Het College is echter bij monde van de Voorzitter zelf met het plan gekomen dat nu ter tafel ligt en dat plan lijkt bij nader inzien meer juist dan het oude plan. Dit is voor hem de enige reden die voor dit plan pleit. Zijn conclusie is dat het naar zijn mening verstandig is om op dracht te geven deze plannen verder uit te werken en er met klem op aan te dringen dat vooral een overdekte zwemgelegenheid goed in het oog moet worden gehouden. De heer HOUTMAN wil niet verder uitweiden over de kwestie "Zanderijen", maar hij wil niet verhelen dat hij de uiteenzetting van de Voorzitter over de vraag waarom men van "de Zanderijen" naar Lievenshove wil overgaan erg zwak vindt, hetgeen wel licht aan hem zal liggen. Spreker zou vervolgens willen zeggen dat hij riet de Voorzitter van de Raad bedoeld heeft bij zijn opmerking over de politiek. Verder wil hijgezien de woorden van de Voorzitter in zijn Nieuwjaarsrede dat nen persoonlijke belangen achterwege fcoet latefi eb. het algemeen belang moet laten prevaleren, voorop stellen dat de kwestie "Zanderijen" voor hem beslist geen persoonlijke kwestie is, verre van dat. Indien deze plannen in handen worden gegeven van de Nederlandse Heidemaatschappij dan zal men naar sprëkers mening in de eerste plaats moeten streven naar een overdekt zwembad. De Voorzitter meent wel dat het andersom moet gebeuren, maai'' spreker meent dat men in de eerste plaats een overdekt zwembad zal moeten hebben. Wat de opmerking van de heer Ratsma betreft, die zegt niet goed te begrijpen waarop de heer Houtman doelt met de politiek er bij te halen, zegt spreker dat hij daarop niet verder wil ingaan. Naar aanleiding van het betoog van de heer Ratsma, waar hij zegt dat het plan "Zanderijen" voor hem is afgeschreven zou hij er echter even op willen wijzen dat bij de behandeling van het plan "Zanderijen" de kwestie waarmee de Voorzitter later is gekomen nog lang niet speelde, maar dat deze kwestie pas is gaan spelen toen de provisorische voorziening van de "Zanderijen" tot stand was gekomen. Door de heer Ratsma is gezegd dat het lang uitblijven van dit plan en het braak blijven liggen van de zo unieke recreatie-mogelijkheden er te hebben bijgedragen om hem over te halen voor het andere phn, doch spreker zou er de heer Ratsma op willen-wijzen dat bij de bespreking van het plan MZonderijen" uitdrukke lijk door Burgemeester en 'Wethouders is gezegd dat Gedeputeerde Staten de toe stemming voor de uitvoering van het plan "Zanderijen" niet in de weg zouden staan zoals in de jaren te voren tengevolge van de bestedingsbeperking, maar dat dit plan de instemming had van Gedeputeerde Staten indien er een behoorlijke exploitatie rekening werd overgelegd. Op dat moment stapt de Raad plotseling af van het plan "Zanderijen" en stelt zich achter een provisorisch plan-r Indien het de heer Ratsma niet duidelijk is wat spreker bedoelt wanneer hij zegt dat het Zanderijenplan ten offer is gevallen aan de politieke situatie van 1958 dan spijt hem dat verschrikke lijk, maar dan is hot naar zijn mening een kwestie van niet willen begrijpen, hij ziet het althans niet anders. De betreffende kwestie speelde op hetzelfde moment en het plan dat in 1954 door de gehele Raad unaniem was aanvaard als een buitengewoon plan, was toen binnen een half uur "van de tafel gewaaid". De heer^DEIJS merkt op dat de Voorzitter heeft medegedeeld dat de bad- en zwem inrichting aan de Zwembadweg zo lang mogelijk in gebruik zal blijven. Spreker vindt °§isch dat deze vraag gesteld is, omdat in de nota concreet gesteld wordt dat ij realisering van deze zwemgelegenheid de andere inrichting moet verdwijnen. Hij zou het jammer vinden indien het huidige zwembad zou verdwijnen en hij hoopt dan ook^dat^het zo lang mogelijk zal blijven bestaan. Vereer is gevraagd - en spreker zou gaarne zien dat deze kwestie door het dagelijks bestuur speciaal zal worden bekeken - of het niet mogelijk is primair te beginnen met een overdekte zwemgelegenheid en secundair een open zwemgelegenheid te bouwen. Spreker is bang dat, indien men begint met een open circulatiebad, het erg lang zal duren voordat er een overdekte zwemgelegenheid in de stad komt, e heer ASSELBERGS zou in tweede instantie ook enkele woorden willen zeggen. "Uit de aard der zaak", zegt spreker, "is deze aangelegenheid in de fractie besproken en de fractie is tot de conclusie gekomen dat het thans zeer wenselijk, ik kan wel zeggen noodzakelijk is dat getracht wordt hierover in deze Raad een eenstemmig stand punt te krijgen!' Hij zou graag zien dat men dat zou kunnen formuleren. De verschillende discussies beluisterend, blijkt toch wel duidelijk en dat wordt ook door zijn fractie onderschreven - dat verschillende sprekers met klem aandringen op primair het overdekte zwembad. Indien men dat primair stelt, dan is daarvan de logische konsekwentie, in verband met het kosten-vraagstuk, dat het circulatiebad, het open bad, dat men ook graag heeft, achter gesteld wordt bij het overdekte zwem bad, me-fc andere woorden het combibad, zoals door de heer van Leeuwen is gezegd.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1962 | | pagina 12