- 9 - Indien de gemeente in het begin van het volgend jaar de grond in eigendom verkrijgt, dan zal men kunnen beginnen met graven. Dat kan gebeuren en dat zal ook gebeuren, want er is geen enkele reden om het Raadsbesluit niet uit te voeren. Gedeputeerde Staten hebben het Raadsbesluit goedgekeurd onder voorbehoud dat alleen de kom kon worden gegraven; de verdere inrichting van de jachthaven is afhankelijk van de financiële positie van de gemeente. Indien de onteigening van de grond niet zo tijdig kan plaats vinden dat piet het graven van de kom voor de nieuwe jachthaven het verdwijnen van de oude jachthaven kan worden overbrugd, dan pas komt de vraag naar vorens Wat nu? Spreker kan wel zeggen, dat, althans naar zijn mening, op een of andere wijze het havenkanaal en de vissershaven dan dienstbaar gemaakt moeten worden. Hij zou aan de Raad willen vragen om de onderwerpelijke brief voor kennis geving aan te nemen en te wachten totdat het college met nadere voorstelden komt omtrent de verdere ontwikkeling van deze zaak. Momenteel is alles nég in beweging en zijn er nog veel onzekerheden, maar hij hoopt dat er spoedig een oplossing komt. Voor het overige kan spreker geen uitsluitsel geven. Door de heer van Leeuwen is de concrete vraag gesteld of, indien alles mis lukt is, de gemeente bereid is om het havenkanaal tijdelijk ter beschikking te stellen voor de jachtjes. Het college heeft hieromtrent nog geen stand punt bepaald en hij zou willen voorstellen om deze kwestie in de volgende Raadsvergadering in een nota ter sprake te brengen. De VOORZITTER merkt op dat de Wethouder de vissershaven heeft genoemd.. Daar over is eerder niet gesproken, Hij heeft geinformeerd naar de ruimte; men kan er tien vissersschepen leggen en meer zijn er niet; hij denkt dat er voor een ".honderdtal jachten plaats zal zijn, als overgangsmaatregel. Spreker be doelt natuurlijk niet de bestaande vissershaven. De heer NOORMAN merkt op dat deze kwestie tevens in de nota behandeld kan worden. De heer HOUTMAN zou toch nog iets willen opmerken, daar dit hem niet duide lijk is.Er komt een brief van het Departement; naar aanleiding van die brief belegt de Watersportvereniging een vergadering en na die vergadering gaat meh met een andere gemeente praten om een open jachthaven te bekomen. De "Wet houder zegt dat de onteigeningsprocedure in het begin van het volgend jaar haar beslag kan krijgen en dat men dus dan de kom kan graven, maar wat gé- beurt er als de Watersportvereniging intussen in St'.Maartensdijk is terecht gekomen? "Is het niet zo", vraagt hij, "dat de Watersportvereniging ergens geen vertrouwen meer heeft in het verwezenlijken van de plannen tot het maken van een jachthaven in Bergen op Zoom en dat zij daarom besprekingen voert met een andere gemeente?" Menkannu wel zeggen: 'Volgende maand behandelen wij deze aangelegenheid", maar dan kan er reeds een beslissing gevallen zijn;en dan is het te laat. De VOORZITTER meent dat het moeilijk is voor het college om hier tussen te komen. De'heer HOUTMAN vermoedde dat er een nauw kontakt bestond tussen de Water sportvereniging en het college. De VOORZITTER deelt mede dat hem van de gehouden besprekingen niets anders bekend is dan wat in de- krant staat. De heer NOORMAN is van mening dat meer kontakt tussen de Watersportvereniging en het college wel gewenst zou zijn. Anderzijds is het wel zo, dat, daar in de brief gesteld is dat Bergen op Zoom geheel van de Oosterschcl.de zal worden afgesloten, hij zich kan indenken dat de Watersportvereniging de schrik om het hart geslagen is en dat men daarom tracht maatregelen te tref fen. Be 'VOORZITTER zou naar aanleiding van hetgeen de heer van Doorn gezegd heeft willen opmerken dat, daar de Staatssecretaris melding maakt va,n een dam, welke Bergen op Zoom van de Oosterschelae zou afscheiden, bedoeld is eéa bescherming van de vaargeul van de Antwerpse dokken naa-r de Eendracht. Er is altijd al gedacht aan een verbinding tussen het Kreekrak en de Westerschelde en;in dit opzicht zou de Bergen op Zoomse haven zeer zeker niet afgesloten worden van het vaarwater dat we nodig hebben, "Dat moest er nog bijkomen", zegt hij, blijft dus een verbinding met de Bergse haven, zowel wat be treft de coasters als de binnenvaart.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1962 | | pagina 123