7 - Vervolgens de vraa§ Wat moet er gebeuren ten aanzien van de jachthaven van Bergen op Zoom, ook al zou de aanleg daarvan niet gesubsidieerd worden? Het besluit tot het doen aanleggen van een jachthaven is genomen met op de achtergrond het uitzicht van een subsidie, welke nu in de lucht hangt. In ieder geval zal eind volgend jaar als de plannen tenminste normaal voortgang vinden, de bestaande jachthaven inge sloten komen te liggen. Wat moet er dan gebeuren met de club en met de jachten.' van dfe leden? De mogelijkheid is naar voren gebracht -ook in.de Raad- om dan bij wijze van noodoplossing in het havenkanaal een gelegenheid te maken voor de ligging van de jachten, zodat men dus hier voor deze jachten .tijdelijk een onderdak kan vinden. Een dergelijke oplossing lijkt hem vrijwel onmogelijk. De taluds van het haven- kanaal bestaan namelijk uit stortsteen en men kan de jachten niet langszij de havenwal leggen, daar de daarvan teveel schade zouden ondervinden. Er zou een spe- <51aal systeem nodig zijn om de bootjes ligplaats te kunnen verschaffen, het is. mogelijk om iets dergelijks te maken, maar spreker zou toch eerst het resultaat willen afwachten van de besprekingen van het college met Gedeputeerde Staten en van Gedeputeerde Staten met het Ministerie, Het is belangrijker dat klaarheid wordt verkregen over de plannen die er bij het Rijk bestaan en te weten of die plannen remmend vrerken op de mogelijkheid van de aanleg van een jachthaven. Spreker wil de Raad mededelen dat door het college met de grootste kracht en met de meeste aandrang pogingen in het mrerk zullen worden gesteld om in de eerste plaats subsidie te verkrijgen en in de tweede plaats een zo snel mogelijk inzicht te verkrijgen in de plannen die er bestaan ten aanzien van de waterwegen in de, OosterscheldeHij meent hiermede het standpunt van het college voldoende te heb ben toegelicht. Bp heer LEUS moet eerlijkheidshalve zeggen dat de mededelingen van de Wethouder niet prettig aandoen voor de Raad. Men komt op een hellend vlak te zitten. De Raad heeft -zoals de heer Ratsma ook'heeft opgemerkt--itpraktisch unaniem besloten tot het doen aanleggen van de jachthaven, zij het dat men enigszins van mening verschilde ten aanzien van de uitvoering van plan B. of plan G. De Raad heeft aan vaard dat er een jachthaven komt en er is een. schrijven van Gedeputeerde Staten waarin wordt medegedeeld, dat de plannen kunnen worden uitgevoerd, los van de subsidie welke is aangevraagd. Spreker meent derhalve dat men dit ook los hiervan kan zien, hoe jammer hij het ook vindt, dat er geexr-Bubsidie wordt verleend. Hij is van mening dat het noodzakelijk is dat er iets gebeurt, dat er iets komt, want hij zou het betreuren indien de leden van de Watersportvereniging te zijner tijd naar elders zou worden verwezen. De plaatselijke pers heelt er vandaag ee^ artikel aan gewijd, waarin wordt gezegd dat hierover besprekingen worden gevoerd. Spreker zou het jammer vinden indien er in die geest een oplossing zou komen. Hou zou dan ook gaarne zien, dat er pogingen in het werk werden gesteld om}subsi die of geen subsidie, voor de Watersportvereniging een oplossing te verkrijgen. Er moet zijns inziens iets gebeuren. De heer RATS MA heeft er niet veel meer over te zeggen .De Wethouder heeft toegezegd dat het college met de uiterste krachtsinspanning zal trachten om alsnog subsidie te verkrijgen en om klaarheid in deze zaak te verkrijgen en spreker neemt gaarne genoegen met deze toezegging. Daar de brief van de Staatssekretaris echter al geruime tijd bekend is - er is sedertdien?" ongeveer een maand verlopen meent hij, - had al hetgeen de Wethouder thans toe - zegt reeds geschied kunnen zijn; de tijd dringt. Destijds heeft de Raad gezegd dat een jachthaven op prijs wordt gesteld onder voorwaarde dat er een subsidie zal worden verleend. Men veronderstelde dat de mogelijkheid van het verlenen van een subsidie groter zou zijn dan indien de Raad in deze geen beslissing zou nemen. Spreker had daarom thans graag iets meer willen vernemen van het college over- hetgeen men in deze denkt te doen. Indien de Watersportvereniging naar een andere gemeente zou verhuizen, dan zou Bergen op Zoom deze kwijt zijn en dan was de nood zaak om in Bergen op Zoom tot het aanleggen van een jachthaven te geraker nipt zo groot meer. Spreker hoopt dat de Wethouder in een volgende Raadsvergadering namens het college iets meer klaarheid in deze zaak zal willen brengen. De heer van LEEUWEN merkt op dat hij geen antwoord heeft gekregen op zijn vraag. Hij wil deze vraag ook wel in een andere vorm stellen, namelijk: Is het college bereid om, als de haven gereed is, daarin tijdelijk ligplaats te verschaffen aan de jachten van de Watersportvereniging? De heer van DOORN heeft zich afgevraagd of, indien de haven door het baggeren van een bepaalde geul of door het leggen van een bepaalde dam

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1962 | | pagina 121