-4- z. Burgemeester van Bergen op Zoom. Bergen op Zoom 19 .iuni 1962,afdeling 1.nr.26/16 7 IL~ Verklaring dat één nieuw benoemd lid van de Raad der gemeente Bergen op Zoom slechts gedurende de laatste vijf maanden, voorafgaande aan de dag waarop hij tot lid van de Raad benoemd werd verklaard, zijn werkelijke woonplaats binnen de gemeente Bergen op Zoom heeft gehad. aa. Burgemeester van Bergen op Zoom. Bergen op Zoom 22 juni 1962.afdeling I. nr.30/ 16 B. Verklaring dat het nieuw benoemde lid van de Gemeenteraad H,de Bie gedurende de laatste twaalf maanden voorafgaande aan de dag waarop hij tot lid van de Ra.ad benoemd werd verklaard zijn werkelijke woonplaats binnen de gemeente Bergen op Zoom heeft gehad. ^'Vereniging de Technische School voor Bergen qo Zoom en omstreken" te Bergen óp Zoom. Bergen op Zoom 16 mei 1962. Toezending jaarverslag 1961. cc» Dr.A.Grijns te Bergen op Zoom. Bergen op Zoom 23 mei 1962. Rapport betreffende bacteriologisch onderzoek van het water in de gemeentelijke bad- en zweminrichting te Bergen op Zoom, op 16 mei 1962. dd. Dr.A.Grijns te Bergen op Zoom. Bergen op Zoom 25 mei 1962. Rapport betreffende bacteriologisch onderzoek van het water in "De Zanderijen" op 22 mei 1962, ee. N.V. Maatschappij ter bevordering van industrievestiging te Bergen op Zoom. Jaarstukken 1961. ff. Diverse processen-verbaal van kasopnamen in het le en 2e kwartaal 1962. Voorgesteld wordt de stukken a tot en met ff voor kennisgeving aan te nemen. De heer BERGER zou graag iets willen opmerken over punt ff. Bij de diverse processen- verbaal van kasopnamen heeft het hem gefrappeerd dat op de voorschotten door het Ministerie van Maatschappelijk Werk aan repatrianten verstrekt geen afbetaling ge schiedt, ondanks de afspraken met en de toezeggingen van de begunstigden. Uit het rapport heeft hij geconstateerd dat geen enkele verplichte aflossing is ontvangen. Zijn vraag is of het College deze toestand normaal vindt en zo niet, wat er dan wordt gedaan om betrokkenen tot het nakomen van hun verplichtingen te dwingen. De heer BROOS neemt aan dat de heer Berger de repatrianten bedoelt. Hij zegt dat zijneraijds diverse malen bij de gemachtigde van het Departement van Maatschappelijk Werk is aangedrongen op een machtiging tot het doen inhouden van de zogenaamde voor schotgelden. De repatrianten hebben bij aankomst in Nederland naar rato van hun gezinssterkte een voorschot ontvangen. Het ffiinisteievan Maatschappelijk Werk staat echter op het standpunt dat geen terugbetaling van het ontvangen voorschot moet plaats vinden. Herhaalde malen heeft spreker deze kwestie besproken met de inspectie in Den Bosch, maar- deze inspectie staat op het standpunt dat geen moeite moet worden gedaan en- geen. pogingen in het werk moeten worden gesteld om deze gelden terug te krijgen. Het gaat over een bedrag van millioenen. Spreker heeft een dezer dagen geïnformeerd bij een andere instantie van het Ministerie en daarbij is hem gebleken dat de inspecties van het Departement van Maatschappelijk Werk in de diverse provincies zich op een verschillend standpunt stellen. Er zijn in specties die terugbetaling verlangen, maar de inspectie Noord-Brabant doet zulks niet. De heer BERGER dankt voor deze toelichting. Hij vindt het een vreemde geschiedenis. De heer LEIJS zou iets willen zeggen over punt c, het schrijven van Gedeputeerde Staten inzake het vooralsnog niet subsidiëren van Rijkswege van de aanleg van de jachthaven. Spreker heeft hiervan met grote verwondering kennis genomen en naar zijn mening zullen ook bndere leden van de Raad hiervan geschrokken zijn. Er is een schrijven in gekomen van het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen waarin staat vermeld dat Bergen op Zoom vooralsnog niet voor een subsidie in aanmerking komt.-' Spreker vindt dit erg jammer en hij betreurt het ook ten zeerste. Hij zou het College Willen verzoeken om alsnog pogingen in het werk te stellen teneinde een subsidie te verkrijgen voor de aanleg van de jachthaven. 6

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1962 | | pagina 118