- 16 -
Be heer BENNER merkt op dat punt 1 en punt 2 van dit besluit bij hen de vraag heb
ben doen rijzen of binnen afzienbare tijd zai worden begonnen met nieuwbouw of tot een
belangrijke uitbreiding van het Algemeen Burger Gasthuis. Spreker vraagt of Burgemeester
en Wethouders hiervan iets naders bekend is,
De VOORZITTER zou hierop willen antwoorden dat deze zaak niet aan de orde is met
dit voorstel. Dat staat er volkomen buiten. Het is een interessante vraag, maar spreker
kan er niet op antwoorden en hij moet ook bezwaar maken tegen behandeling er van in het
algemeen, daar de vraag met het voorstel dat aan de orde is niets te maken heeft.
be heer BENHER zegt dat men uit de punten 1 en 2 kan concluderen dat er iets gaan
de is. En hij is erg benieuwd of er werkelijk, zoals links en rechts gepraat wordt, plan
nen zijn, definitieve plannen om tot een nieuw gasthuis te komen.
De VOORZITTER deelt mee dat de punten 1 en 2 van de betrokken regeling nodig zijn
in verband met de Besmettelijke Ziektenwet, In de vroegere regeling met de gemeenten
rond Bergen op Zoom gaf de gemeente Bergen op Zoom de garantie dat besmettelijke zieken
zouden worden opgenomen. Thans neemt het ziekenhuis dit op zich, zodat hiermee deze
verplichting wordt overgenomen.
De heer BEU-ER leest in de bepaling o.m.s "zou mettertijd aan het gekochte een
andere bestemming worden gegeven". Daarop heeft hij zijn vraag gesteld.
De heer NIJPBLS wil hierop wel als Voorzitter van het college van regenten ant
woorden.
De VOORZITTER merkt op dat de heer Nijpels hier niet als voorzitter van hét colle
ge van regenten spreekt, doch als Raadslid.
De heer NIJPiiLS zou dan als Raadslid willen verwijzen naar de woorden van de Burge
meester bij de opening van de cantine, dat er iets moet gebeuren, dat er een nieuw
ziekenhuis moet komen. De stad zal binnen 20 jaar een bevolking hebben van 80 a 100
duizend inwoners. Spreker kan wel vertellen dat in het College van Regenten'en van
het Dag.Bestuur, - de heer van Doorn is er ook bij, en kan het beamen-, de gedachten
gaan in de richting van een nieuw ziekenhuis.
De VOORZITTER merkt op dat dit buiten de orde is en daar heeft hij bezwaar tegen.
Het gaat thans over de verkoop van de barak voor besmettelijke ziekten.
De heer NIJPELS zegt dat de heer Benner iets naders wil weten.
De VOORZITTER deelt hierop mee-dat hij bezwaar heeft gemaakt tegen de vraag van
de heer Benner en dat hierop niet geantwoord behoeft te worden.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het voorstel van Burgemeester
en Wethouders besloten.
22. Voorstel tot goedkeuring van de jaarrekening van het Algemeen Burger Gasthuis over
het dienstjaar 1957.
(Dossier nr.121 1.)
(Verzameling 1959, nr.55).
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voor
stel van Burgemeester en Wethouders besloten.
23foorstel tot het aan A.C.M.van Mechelen te- Bergen op Zoom verkopen van een drie-
hoekvormig stukje grond, gelegen nabij de Noordzijde Zoom.
(Dossier nr.41 B-22).
(Verzameling 1959, nr.53).
De heer van LEEUWEN merkt op dat in de aanbieding wordt gesproken over een drie
hoekig stukje grond wat noodzakelijk is om het perceel van de heer van Mechelen vier
hoekig te maken. Hoewel-op de tekening het nieuw stukje grond aangeduid staat, is het
zo, dat het perceel van de heer van Mechelen reeds vierkant is. Spreker zou willen
vragen aan de betrokken Wethouder of hij weet waar het verschil in zit.
De heer NOORMAN zegt dat hem niets bekend is van hetgeen de heer van Leeuwen op
merkt, De heer van Mechelen wil dit stukje kopen om zijn terrein af te ronder,
de heer van LEEUWEN meent dat de heer van Mechelen een onwettige daad heeft ge
pleegd en het stukje grond waar het om gaat er bij had genomen. Maar het is beter ten
halve gekeerd dat ten hele gedwaald; spreker vindt het goed dat er een oplossing komt.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dan overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en
Wethouders besloten.
24* Voorstel tot het aan G.L.de Kok te Bergen op Zoom verkopen van een perceel bouw
terrein. gelegen aan de IJfstraat.
(Dossier nr.41 B-20).
(Verzameling 1959, nr.59).
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming-wordt overeenkomstig het voorstel
van Burgemeester en Wethouders besloten.