- 13 de begroting van de Oranjevereniging van 1959, welke voor hem ligt, ziet dat de kosten voor dit jaar op 6.000,- zijn geraamd en er ƒ.1 .000,- inkomsten zijn uit contributies van de leden en ƒ.35," uit donaties. Nu spijt het hem, gegeven het feit dat de prijzen de laatste jaren stijgende zijn en deze steeds blijven stijgen, dat het gestegen prijspeil uitsluitend ten laste moet gaan van de gemeente.Wanneer er ƒ.6.000,- uitgaven zijn en de gemeente moet daar ƒ.4,000,- van betalen, dan vraagt men zich af - en het college heeft zich dat ook afgevraagd - of het wel redelijk is dat men tot een subsidiever hoging vzn 25%' moet komen. Burgemeester en Wethouders hebben zich op het standpunt gesteld dat de Oranjevereniging in de gemeente een nuttige taak heeft, zij hebben bij hun beschouwingen niet betrokken de overweging dat er ergens beknibbeld moet worden of dat een of andere festiviteit zou moeten worden afgelast; maar zij menen dat de vereniging een representatie is van de gehele gemeenschap en dat niet alleen het ge meentebestuur voor meer dan 60% moet bijdragen in de kosten; ook voor het particulier initiatief moet een weg gelaten worden om te zorgen dat op waardige wijze bescheiden feestelijkheden kunnen worden.georganiseerd. Spreker meent dat het niet gewenst is van de zijde van het gemeentebestuur ogenblikke lijk te zeggen: "Wij honoreren het subsidieverzoek voor 100%, wij geven ƒ.4.000,- in tegenstelling moet vorig jaar toen een subsidie van ƒ.3.000,- werd verstrekt". Het lijkt hem gewenst dat enerzijds tegemoet gekomen wordt op beperkte wijze in het gestegen prijspeil en in de moeilijkheden waarvoor de vereniging zich geplaatst ziet, maar ander zijds lijk4- het hem gewenstwanneer de gemeente gedeeltelijk tegemoet komtdat een be roep gedaan wordt op het particulier initiatief en dat men door middel van ledenwer ving en bijdragen van particulieren voort moet gaan op waardige wijze de Oranjefeesten te vieren. De heer NIJSSEN zegt dat dat de vergelijking welke de Wethouder gemaakt heeft met de Stichting Vastenavond er bij hem niet in wil. Dit ligt zijns inziens op een geheel ander vlak» Hij gelooft dat Nederland gelukkig kan zijn Oranjefeesten te kunnen vieren. Spreker gelooft dat het moeilijk zal zijn voor de viering van de verjaardagen van de Leden van het Koninklijk Huis om donaties te vragen. Dit ligt zijns inziens werkelijk op een ander vlak. Spreker gelooft zelfs dat de overheid deze vereniging moet steunen en dit feest moet stimuleren. Hj zal dan ook het voorstel van de heer Ambagts steunen. De heer van DOORN zou in dit verband een suggestie .willen geven. Hij zou willen vragen of het niet mogelijk is dat de- Wethouder bij een volgend onderhoud met het bestuur der Oranjevereniging eens bespreekt het leggen van een bepaald verband tussen de bij- dragen, de donaties en contributies enerzijds en de subsidie anderzijds, op dezelfde wijze als het bij de W.V. gebeurt. Spreker gelooft dat de vereniging dan zou worden ge prikkeld tot bepaalde activiteiten op het gebied van de inkomsten en wanneer daarvan voldoende blijkt, kan ook de gemeente haar standpunt naar rato bepalen. De heer HOUTMAN kan het helemaal niet eens zijn met de mening welke door de Wet houder naar voren is gebracht. Hij gelooft dat men bij deze subsidieaanvrage van de Oranje vereniging twee dingen uit elkaar moet houden, In de eerste plaats de kinderaubade. De Burgemeester neemt op de verjaardag van H.M.de Koningin de kinderaubade in ontvangst en zoals het betaamt, degene die komt filiciteren, krijgt een tractatie. Spreker, zou de kinderaubade gaarne zo willen zien en dat de tractatie door de Burgemeester namens H.M.de Koningin aan de kinderen wordt aangeboden. Er blijven dan over ƒ.2.000,- voor de overige festiviteiten. Spreker meent dan ook dat het uitgangspunt van de Wet houder fout is geweest. Het gaat hier om een begroting van ƒ.2,000,- en daarbij ziet men-een bedrag van ƒ,1.000,- ontvangsten van de leden. Boven dien heeft de Wethouder de Stichting Carnaval en de Oranjevereniging met elkaar vergeleken en gezegd dat, wanneer men voor de volle 100% in de aanvrage van de Oranjevereniging tegemoet zou komen, deze boven de Stichting Vastenavond zou uitsteken. Spreker vindt dit niet erg. De Wethouder kwam na de besprekingen-in eerste instantie over de subsidieverhoging voor de Stich ting Vastenavond ook op aandringen van de Raad en met medewerking van het college van Burgemeester en Wethouders met een voorstel voor een hogere subsidie. Spreker zou er op willen wijzen dat men thans in Bergen op Zoom een Oranjevereniging heeft welke nog niet zoveel jaan bestaat. Vroeger wat het het Centraal Oranje Comité, een semi- officieel aanhangsel van het gemeentelijk apparaat. Deze vereniging heeft de traditie van het verleden te volgen en organiseert ieder jaar de voering van de verjaardagen van de Leden van het Koninklijk Huis, met name van de Koningin en van Prinses Wilhelmina terwijl er de laatste jaren ook de verjaardag van Z.K.H.PrinsBerrihard bij is gekomen. Deze verjaardagen worden op waardige wijze gevierd. Aan de hand van de begroting welke is overgelegd kan worden geconsteerd dat de subsidie door de vereniging op de juiste wijze'wordt besteed en spreker gelooft dat men dan over een bedrag van. ƒ.500,- meer of minder deze avond niet moet praten. Men heeft het pas gehad over een millioen en over een provisorische voorziening welke ƒ.25.000,- gaat kosten. Men moet hierbij rekening houden met het streven van de Oranjevereniging. Het is wel zo dat het aantal leden van deze vereniging niet zo talrijk is en de bijdrage die de leden geven niet zo groot, maar men moet het zo zien dat degenen die toegetreden zijn als lid, waardering hebben voor de Oranjevereniging. Hij meent dat de waardering van het gemeentebestuur wel met 50Cy— verhoogd zou kunnen worden en hij wil dan ook graag het voorstel van de heer Ambagts steunen om in plaats van ƒ.3500,— nu ƒ.4000,- te geven.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1959 | | pagina 96