I maar dan heeft iedereen kans iets van de subsidie te krijgen» De heer GERRITSE wijst er op dat de opmerking van de heer de Wit naar aanleiding van het huidige Raadsvoorstel geen hout snijdt. Deze subsidie wordt namelijk slechts toegekend aan de standsorganisatie en er zijn slechts 3 standorganisaties, n.l. de K.A.B. het C.N.V. en het N.V.V., die een beroep kunnen doen op de kas van de gemeente. Als men gaat zeggen: "Zet een advertentie in de krant en laat iedereen die daarvoor behoef te gevoelt subsidie aanvragen bij de gemeente", dan is spreker bang dat men wel wat erg ver gaat. Hij gelooft bovendien dat degenen die voor deze subsidie in aanmerking kunnen komen niet onwetend zijn op dit terrein. De VOORZITTER merkt nog op dat men dan toch niet kan voorkomen dat er in de loop van het jaar verzoeken komen en hij gelooft niet dat de Raad voornemens zou zijn een verzoek te weigeren als het later wordt ingediend. Het zijn slechts enkele kleine gemeen ten die alle subsidievoorstellen tegelijk behandelen. Daar moeten alle aanvragen op een vastgesteld tijdstip binnen, zijn, maar dat is hier practisch niet mogelijk. De heer HEUS zegt dat,wanneer de Wethouder de standsorganisaties opnoemt, hij het leuk zou vinden dat hij ook de Middenstandsorganisatie en de Tuindersstand had ge noemd. De heer GERRITSE dankt de heer Leijs voor deze aanvulling. Zo gauw deze een to neeluitvoering organiseren, weten ze in de regel óók wel dat ze subsidie kunnen aanvra gen. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten, 5Voorstel tot het verlenen van een subsidie aan het R.K.Kerkbestuur van de parochie van O.L.Vrouw van Lourdes, gevestigd te Bergen op Zoom in de stichtingskosten van een hulpkerk in het uitbreidingsplan "De Zeekant". (Dossier nr.280 K. (Verzameling 1959, nr.66.) De heer BERGER merkt op dat het hen enigszins heeft bevreemd dat in de motivering van het voorstel het college zich laat leiden door het rapport var de commissie Kerken bouw, die in haar advies een percentage van 25 hanteert als maximale bouwsubsidie en wanneer het voorstel uitgewerkt wordt het percentage van 25 wordt losgelaten en ver minderd wordt tot 20%. Hij zou het logisch gevonden hebben dat, waar men in de motive ring van het subsidievoorstel een beroep doet op de commissie Kerkenbouw, een subsi die van 25% in de uitwerking was gehandhaafd. De heer van DOORN zegt dat het een jaar of 7 - 8 geleden is dat een soortgelijk voorstel in deze Raad is behandeld en aangenomen is. Het betrof toen een subsidie voor de bouw van de kerk van het H.Hart, meent hij, in plan "Oost", Op een betoog van de heer Ratsma is toen van de zijde van de Raad te kennen gegeven, dat men uit de aard der zaak op het standpunt stond van wederkerigheid, m,a.w, dat ook, wanneer van een andere gezindte een dergelijk verzoek zou komen, de Raad daarvoor open zou staan, Gezien deze houding in het verleden meent spreker te moeten concluderen dat dit standpunt op het ogenblik nog bestaat en op grond daarvan wil hij met genoegen voor het voorstel stemmen. De heer GERRITSE zegt dat, ais de heer Berger vraagt waarom geen 25% subsidie wordt verleend voor de bouw van deze kerk op voet van het rapport Sassen, hij op de eerste, plaats moet opmerken dat het rapport van de c mmissie Sassen slechts een wetsvoorstel behelst en een wetsvoorstel levert geen garantie op dat het in de Kamer een meerder heid zalhalen. Het is uit het oogpunt van veiligheid dat een marge is genomen van 5%. Spreker meent dat men die niet ten onrechte kan en moet stellen en niet direct het maximum bedrag moet geven dat de commissie vóórstelt in de Kamer. Het is niet alleen uit veiligheid dat men niet tot het uiterste is willen gaan van wat de Commissie Sassen voorstelt. Daar komt bij dat'door het Kerkbestuur een subsidie van 20% is gevraagd. Men begrijpt dat er nog minder reden voor de gemeente zal zijn om meer te geven dan ge vraagd wordt. Op wat de heer van Doorn gezegd heeft ten aanzien van de wederkerigheid, dat dus geen onderscheid wordt gemaakt naar de gezindte die een beroep.zou doen op de gemeente in dien men een kerkgebouw in stand wil.roepen, kan spreker alten antwoorden dat het niet om een incidenteel geval gaat en men uiteraard niet van het college en van de Raad een principiële beslissing kan verwachten voor alle gevallen. Waar de heer van Doorn verwijst naar een debat dat vroeger heeft plaats gevonden, gelooft spreker dat de heer van Doorn voldoende tevreden is gesteld. De heer BERGER wil de Wethouder alleen dit antwoorden. Hij vermoedt dat de sug gestie van 20% aan het kerkbestuur is ingegeven door het college van Burgemeester en Wethouders. Hij had dus alleen met het argument van de veiligheidsmarge naar voren moeten komen. Dat het kerbestuur maar 20%' gevraagd zou hebben lijkt hem twijfelachtig. De heer GERRITSE zegt dat vóór het betreffende verzoek aan de Raad werd gedaan officieus overleg heeft plaats gehad niet alleen tussen enerzijds het belanghebbende kerkbestuur en anderzijds het dage lijk sb es tuur van de gemeente, maar ook met het college van Gedeputeerde Staten, Burgemeester en Wethouders hebben juist dit overleg met Gedeputeerde Staten op prijs gesteld, omdat het hier een zaak betrof welke een novum is in de subsidie-politiek van het gemeentebestuur, althans voor deze gemeente.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1959 | | pagina 94