9
De Stukken a tot en met q. worden daarna voor kennisgeving aangenomen.
r* Nederlandse R.K.Kruideniersbond, Kring West-Brabant, afdeling Bergen op Zoom.
Bergen op Zoom, 19 februari 1959.»
Verzoek om vaststelling van een regeling ex artikel 4, eerste lid van de Winkel
sluitingswet 1951 (halve-dag-sluiting).
Voorgesteld wordt dit stuk te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders ter
fine vanpjae-advies.
De heer NIJH5LS zegt dat, wat dit prae-advies betreft, hij gaarne zou willen dat
het in de kortst mogelijke tijd behandeld werd.
De VOORZITTER deelt mee dat dit ook gebeurt, maar dat de Kamer van Koophandel hier
bij ingeschakeld moet worden.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het voorstel van Burgemeester
en 'Wethouders besloten,
s* M.S.Verboven te Bergen op Zoom, Bergen op Zoom 20 februari 1959.
Schrijven houdende verzoek om toewijzing van een andere woning.
Voorsteld wordt dit stuk te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders ter af
doening.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel
van Burgemeester en Wethouders besloten.
t, Ir. A.j.L.Juten te Bergen op Zoom, Bergen op Zoam 4 maart 1959.
Schrijven betreffende suggestie tot besteding van het beschikbare millioen gulden.
Voorgesteld wordt dit stuk te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders teneinde
dit stuk te voegen bij het in voorbereiding zijnde plan tot komsanering.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel
van Burgemeester en Wethouders besloten.
Voorstel tot het -wijzigen van de Gemeenschappelijke regeling ziektekostenvoorziening
ten behoeve van ambtenaren in dienst der gemeenten in Noord-Brabant
(Dossier nr.22 P.)
(Verzameling 1959, nr„51
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel
van Burgemeester en Wethouders besloten.
4. Voorstel tot het ten behoeve van de bijzondere scholen voor g.l.o., v.g.l.o. en u.l.o.
over het tijdvak van 1953 tot en met 1957 vaststellen van;
1het totaalbedrag der vergoedingen en het totaal bedrag der voor vergoeding in
aanmerking komende uitgaven (art.103, 3e lid der h.O.wet 1920);
2. het bedrag van het verschil tussen deze totalen, indien het bedrag van de ver
goedingen hoger is dan dat van de uitgaven (art.103. 4e lid, der L.O.wet 1920),
(Dossier nr.211 H.
(Verzameling 1959, nr.61
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel
van Burgemeester en Wethouders besloten.
5. Voorstel tot het ten behoeve van de bijzondere scholen voor b.l.o. over het tijdvak
van 1953 tot en met 1957 vaststellen van:
1. het totaal bedrag der vergoedingen en het totaal bedrag der kosten (art.35» 3e
lid van het besluit b.l.o. 1949);
2. het bedrag van het verschil tussen deze totalen, indien het bedrag van de ver
goedingen hoger is dan dat van de uitgaven.(art.354e lid van het besluit b.l.o.
1949).
(Dossier nr.215 L.
(Verzameling 1959, nr.70).
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel
van Burgemeester en Wethouders besloten,
6. Voorstel tot het vaststellen van het gemiddeld bedrag per leerling, dat voor het
jaar 1959 respectievelijk voor gewoon, voortgezet gewoon en uitgebreid lager onder
wijs beschikbaar gesteld zal worden,
(Dossier nr.211 B,
(Verzameling 1959, nr„' 72).
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel
van Burgemeester en Wethouders besloten.