geeft zijn mening graag voor beter, maar bij meent toch dat gesteld is dat ƒ,80.000,- voor een provisorisch plan eigenlijk te bitter was en men er liever niet aan moest beginnen. Spreker meent verder dat de heer Nijpels niet had behoeven te stellen dat spreker mis schien een meesterstitel heeft maar zeker geen titel van doctorandus, want dat weet de Raad en hy zelf ook wel. Spreker heeft gesteld dat de Spritusfabriek het recht heeft water uit de plas te betrekken, zodat de gemeente verplicht is pompen op te stellen. Later is gebleken dat het water ontzettend ijzerhoudend is. Daarvan is een rapport uit gebracht en men heeft kunnen zien dat het niet zonder meer aan het water van de plas is toe te voegen. Het zou binnen korte tijd ijzer afzetten op de bodem en dan krijgt men een rostige bruine watermassa, wanneer het water in beweging wordt gebracht. De heer NOORMAN zou nog enkele dingen aan zijn eerste betoog willen toevoegen. Bij de besprekingen met ir.Heydelberger is gebleken, dat deze daar wel wat in ziet. Door het college is daarom een opdracht gegeven aan ir.Heydelberger om met een uitge werkt plan te komen. Verwacht mag worden dat dit maximaal over een dag of 14 binnen zal zijn en het ligt in de bedoeling van het college zo mogelijk in de vergadering van de Raad van april met dit plan ter tafel te komen, Burgemeester en Wethouders willen zich eerst oriënteren bij Gedeputeerde Staten hoe zij er over denken, maar als men bij Gedeputeerde Staten komt," zal het van belang zijn te kunnen mededelen hoe het standpunt van de Raad is. Door de heer Berger is medegedeeld dat het standpunt van zijn fractie dit is, dat, wanneer een provisorisch plan niet in de weg staat aan de uitvoering van het definitieve plan, men er dan geen bezwaar tegen heeft. Dat standpunt zou hij willen voegen bij het standpunt dat door de overige leden naar voren is gebracht en willen zeggen dat de Raad in zijn geheel van mening is dat, mocht het definitieve plan niet doorgaan, althans naar een langere termijn verschoven worden, het provisorisch plan dan wel uitgevoerd dient te worden. Spreker zou wil len vragen of de heer Berger zijn standpunt zou willen preciseren. De heer BERGER wil eenvoudig eerst een poging wagen een principiële toezegging te krijgen, zij het niet zwart op wit, maar de morele toezegging. Wanneer er een prin cipiële toezegging is voor het totale plan, dan is zijn fractie genegen vanaf dat moment een provisorische voorziening te accepteren onder bepaalde voorwaarden. Krijgt men een negatief antwoord, dan is zijn fractie eveneens voor een provisorisch plan. Men is dus altijd voor een provisorisch plan, maar men zou gaarne zien dat alles wordt gedaan om het definitieve plan er eerst door te krijgen. De VoORZITTER merkt op dat ook Burgemeester en Wethouders het provisorisch plan nog uitgewerkt moeten zien. Hij kan het niet beoordelen wanneer men zegt dat het ƒ.25.000,- gaat kosten en een goed plan is, hij wil het plan uitgewerkt zien en hij ver moedt de Raad ook. De heer NIJPELS zegt dat, als men deze weg weer op gaat, men de weg van 6-7 jaar geleden weer gaat bewandelen. Dan komt er weer niets van"de Zanderijen" en dan zal het zwemmen in "De Zanderijen" weer worden uitgesteld tot volgend jaar. Dan komt er weer niets van en is het plan van de baan» Daar is hij bang voor en daarom zou hij spijkers met koppen willen slaan. Namens zijn fractie zou spreker willen verzoeken een ruime blik te hebben in deze, "De bevolking van deze gemeente, welke achter ons staat", zegt spreker, "moet dat-gene krijgen waar ze recht op heeft". Daar bedoelt hij vooral mee de werknemers. De mensen die een auto hebben en wat geld achter de hand, gaan rustig naar Knocke aan het strand liggen, maar de gewone man krijgt daar geen kans voor. De VOORZITTER stelt voor de beraadslagingen te sluiten. De heer RATSMA zou toch nog wel iets willen, zeggen, HJjJ is bevredigd met wat de Wethouder" en de Voorzitter'gezegd hebben en ook-met wat door de heer Berger gezegd is. Men is allemaal voor een provisorisch plan, als het andere plan in moeilijkheden komt. Hoe het plan er uit zal zien, laat hij buiten beschouwing. Hij wil geen voorstel doen, maar wel wil hij er op aandringen het plan zo naar voren te brengen, dat het in de vol gende Raadsvergadering kan komen en wanneer er meerdere voorbereidingen voor nodig zijn, dat deze ook worden genomen, opdat zo enigszins mogelijk in deze zomer de zaak in orde kan komen» De VOORglTTER stelt voor dit punt conform het voorstel voor kennisgeving aan te nemen De heer RATSMA zou nog iets willen zeggen over punt n. Het verslag stelt hij wel op prijs, maar er komt niets in voor over de resultaten die bereikt zijn met het ver strekken van beurzen» Hij zou willen verzoeken de commissie van advies te vragen bij een volgend jaarverslag de Raad in te lichten over de studieresultaten die bereikt zijn. De heer GERRIT'SE zegt toe aan het verzoek van de heer Ratsma gevolg te zullen 1 geven, De heer BENMBR merkt op dat hij dit vorige keer ook heeft gevraagd. Toen is er geen rekening mee gehouden, hij hoopt dat dit thans wel het geval zal zijn. "Hebt u er vorig jaar over gesproken? vraagt de VOORZITTER. De heer BENNER zegt er vorige keer bij het toekennen van beurzen over gesproken te hebben. Hij heeft gevraagd zo goed te willen zijn om de uitslagen van de examens bekend te willen maken»

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1959 | | pagina 91