8 - Nu zal in beide gedachtenkringen wel niet gestreefd worden naar extremen en zal men moeten zoeken naar een synthese van deze twee belangrijke factoren waarbij de minder ontwikkelde gebieden in het westen wel een der voornaamste rollen zullen moeten spelen* En daar vloeit van,zelf uit voort, dat voor west-Brabant dan een belangrijke rol is weg gelegd. Uitgaande van het feit dat de functie en de betekenis van de randstad-activiteit van groot belang zijn voor onze nationale economie en dat er voor de werkgelegenheid sprei ding moet plaats hebben zijn er drie mogelijkheden zoals dit rapport aangeeft. Men kan ten eerste hebben expansie van de randstad door vergroting van het gebied. Dat heeft reeds plaats gehad naar 't Gooi, naar de Provincie Utrecht en naar het Gelderse en hier is ook plaats voor uitbreiding van de randstad naar West-Brabant. Een tweede mogelijkheid is decentralisatie van activiteit naar verder afgelegen gebieden en hier zal waarschijnlijk niet zo veel succes mee te bereiken zijn. De derde mogelijkheid is wat genoemd wordt parallellisatie van de zeehavenfunctie. Dat is de zelfstandige ontwikkeling van een nieuw havengebied in het westen, waarbij van nieuwe mogelijkheden gebruik gemaakt wordt, die evenals de mono. van het IJ en de mond van Rijn of' Maas gebruikt zou kunnen worden voor intensieve industrialisatiegepaard aan een zeehaven-functieDat is de natuurlijke ontwikkeling van het Schelde-bekken,. Deze oplossing is internationaal van aard omdat hierbij natuurlijk zeer nauw betrokken is België met de haven van Antwerpen. De mogelijkheid om de Wester Schelde te doen ont wikkelen ten behoeve van de poort van West Europa bestaat er op een drietalplaatsen, n.D.bij Vlissingen aan het Sloe, bij Terneuzen aan het kanaal naar Gent en dan aan de Brabantse wal, waar gesproken wordt van het Kreekrakplan, Spreker wil dan West-Brabant in zijn ontwikkeling nog even nader bezien. Als''ontwikke lingsgebied West-Brabant" neemt man het westelijk deel der provincie, met inbegrip van Zevenbergen, Moerdijk, Lage Zwaluwe, Etten en Rucphen. Dit ontwikkelingsgebied West- Brabant zal in 1980 300.000 inwoners tellen, hetgeen een vermeerdering betekent van 93.000 met heden ten dage. Wat de beroepsbevolking aangaat, deze zal stijgen van 69.000 tot 110.000. Een vermeer dering dus met 41.000. In het rapport wordt aangenomen dat zonder bijzondere maatrege len op dit gebied, slechts voor een toeneming van 10.500 personen beroepsbevolking werk gelegenheid zal zijn. Men zal dus, bijzondere maatregelen moeten treffen om nog voor 30,500 arbeidsplaatsen te zorgen.' Nu wordt aangenpmen, dat de ligging van West-Brabant economisch-geografisch gunstig is en dat ruimtelijk de gelegenheid bestaat om werkplaatsen te scheppen. Die gunstige ligging economisch-geografisch moet geactiveerd worden door ontsluiting. Ontsluiting met wegen, ontsluiting met spoorwegen en met kanalen en door havens en mét aan de havens gelegen industrieterreinen. Wat de wegen betreft wordt in de eerste plaats gewezen op de Zoomweg die-van Rotterdam over liet Volkerak naar Antwerpen zal leiden en als zeer belangrijke noord-zuid verbinding voor het West-Brabantse gebied zal gelden. Men schat dat deze Zoomweg in 1967 gereed zal zijn. Tot deze. ontsluiting kan ook bijdragen de z.g. Rijksweg 17 van Roosendaal naar Moer dijk. Deze zal in de loop van dit jaar door het Rijk vroraen opgenomen in het programma van werken en men schat dat deze in 1 962 van Roosendaal tot Zevenbergen gereed zal zijn. Dan wat betreft de waterwegen. In fase I rekent men er op.,, dat de verbinding Breda - Oosterhout verbeterd zal worden, dat verder de Mark en de Roosendaalse Vliet verbeterd zullen worden. Daarbij wordt rekening gehouden met de mogelijkheid dat schepen van 1350 ton hiei dcor kunnen varen. Fase 2 is de nieuwe sluis van Dintelsas om grotere schepen te kunnen verwerken, verbete ring van de Rode Vaart tot Zevenbergen, de verbinding van Bergen op Zoom met het achter land en de verbinding van Ooster- en Wester Schelde. De Verbinding Bergen op Zoom met het achterland en de verbinding van Ooster- en Wester Schelde zijn twee fasen in het waterwegenplan waar ever in het rapport betrekkelijk weinig wordt gezegd. Dit is waarschijnlijk om redenen die óp een ander terrein liggen dan de welvaartspolitiek voor West-BrabantMaar wanneer men de plannen beziet en dan komt bij het onderdeel het Kreekrakplan, dan ligt het voor de hand dat hiervan de meest natuurlijke ontwikkeling is de verbinding van de Wester-Schelde met de Ooster-Schelde en de verbinding met Bergen .op Zoom en mogelijk door .de Eendracht, althans door een kanaal dat Noord-Zuid is gericht en de Rijn met de Schelde verbindt en dat onvermijdelijk in het gehele plan tot stand zal komen Voor de verdere ontsluiting komt men dan aan de havens, de zeehaven en de industrieter reinen aan diep water. Industriehavens heeft men in verschillende plaatsen. De haven die gestiPfet zal worden in de Theodoruspolder valt hier zeer zeker ook- onder. Deze is van meer belang en zal - al duurt het dan langer dan men aanvankelijk had durven verwachten - zeker eerder tot stand komen dan de verdere ontwikkeling aan het Kreekrak, die van een ander karakter is, van veel groter allure en'van veel groter betekenis. Wat het Kreekrakplan betreft neemt spreker aan, dat de meeste leden in de kranten vol doende tekeningen hiervan hebben gezien om zich een voorstelling te kunnen maken van ligging en begrenzing. Het ligt in de driehoek Bergen op Zoom, Rilland-Bath, Woensdrecht, Het wordt een complex van 1600 H.A. waarvan het grootste deel aan ondiep vaarwater, het kleinste deel aan diep water ligt. De verhouding is van 2 tot 1.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1959 | | pagina 8