1 i De heer NIJSSEN zou toch ook wel graag antwoord willen hebben op zijn vraag. De VOORZITTER verzoekt deze vraag even te willen herhalen» De heer NIJSSEN meent zich te herinneren dat bij de eerste bespreking over de conti" nubouw naar voren is gekomen dat men deze garages verplicht was te bouwen in verband met de B.B. en dat men daarom onder de grote panden garages moet bouwen. Spreker meent dat dit indertijd door het college gezegd is en hij zou willen vragen of dit juist is. De heer NOORMAN kan daarop niet antwoorden» Dat zal onder het vorige college ge weest zijn. Hij meent wel dat indertijd, dat is een jaar geleden, b::j woningwetbouw ook garages werden gebouwd omdat dit op papier de huurprijs gunstig beïnvloedde, zodat de bouw de goedkeuring kon wegdragen. Men had vaak moeilijkheden met de curveprijs en men kon dan een complex niet goedgekeurd krijgen omdat de curveprijs te hoog lag. Het bleek dan dat men door het bouwen van garages de mogelijkheid kreeg een betere curveprijs te krijgen. Dat is aanleiding geweest om bij de bouw van woningwetwoningen met garages te beginnen» De heer NIJSSEN merkt op dat dit niet zijn bedoeling i Hij kan het dan met de heer Leijs eens zijn dat zakelijk zo'n groot aantal garages niet gewenst is. Hij dacht echter dat deze garages voor een ander doel nodig waren. De VOORZITTER stelt voor de debatten thans te sluiten» De: heer LEIJS'wil nog één ding naar voren brengen. Hij gelooft dat het zo is zoals de Wethouder stelt, dat men ruimte benutte voor garages om aan een lagere exploitatie van de woningen te komen» Bij de étagebouw is echter verplichtend gesteld ruimte te creëren voor de B.B. Bij de 18.3 woningen van Kraaijvanger was ruimte, nodig voor de B.B. Dat betekent dat de woningen duurder zijn. Bij de woningwetwoningen is het zo gedaan dat garages gecreëerd werden ook ten nutte van de B.B., terwijl het op de exploitatie drukte. Worden ze echter niet verhuurd, dan is de exploitatieuitkomst minder gunstig. De heer NOORMAN wou zillen opmerken dat de woningen van het plan Kraaijvanger premiewoningen geweest zijn, waarbij de regeling van de prijs en de Rijkstoelage anders ligt dan bij woningwetwoningen, Inderdaad was het de bedoeling daar B.B.-ruimte te scheppen. De VOORZITTER zou toch willen vaststellen, waar er een mineurstemming heerst over de totstandkoming van het continucontractdammen zich in tegendeel gelukkig mag prijzen dat de Raad besloten heeft tot continubouw. Ware dit niet het geval geweest, dan zou men er van verzekebd kunnen zijn, dat voor 19,59 Bergen op Zoom heel wat minder woningen dan 174 toegewezen zou hebben gekregen» Een ander alternatief is: niet bouwen» Gezien de ontzettende woningnood die er heerst gelooft hij dat,hoewel er bezwaren kunnen kleven aan hetvoorstel, men zich gelukkig moet prijzen door deze continubouw 174 woningen tot stand te kunnen brengen. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. 21Voorstel tot het voeren van Verweer in eerste aanleg tegen de door M.C.van dnneken te Woensdrecht ingestelde eis op grond van artikel 48 der Pachtwet. (Dossier nr.41 P.) (Verzameling 1959, nr»43). Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. 22, Voorstel tot het vestigen van een erfdienstbaarheid ten behoeve van de gemeente en ten laste van een drietal percelen in de Weg langs de Wouwgrens tct het aanleggen in eigendom hebben etc, van eenmterleiding. (Dossier nr.323 B. (Verzameling 1959, nr.48). Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. Tegelijk komen aan de' orde: 23 Voorstel tot wijziging van de gemeente-begroting voor het dienstjaar 1959. (25e wijziging). i 24. Voorstel tot wijziging van de gemeente-begroting voor het dienstjaar 1959. (2£e wijziging). 25. Voorstel tot wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 1959. (27e wijziging). 24, Voorstel tot wijziging van de gemeente-begroting voor het dienstjaar 1959, (28e wij ziging) en wijziging begroting van de dienst van gemeentewerken voor het dienst,"paar 1959 (6e en 7e wijziging).

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1959 | | pagina 82