Dan verwondert het spreker dat men maar 1 -§■% beneden de stichtingskosten is gekomen. Als hij zich goed herinnert, dan meent hij dat door de heer Asselbergs is benadrukt dat de lonen van de bouwvakarbeiders stukken naar beneden geduikeld zijn toen men aan de flatwoningen is begonnen. Hij had verwacht dat dit een groter verschil zou hebben uit gemaakt De heer NIJSSEN weet niet of hij het goed voor heeft, maar hij meent zich te herin neren ten aanzien van de kwestie garages dat het bouwen van garages niet de opzet als zodanig was, maar dat men gedwongen was onder hoogbouw zogenaamde garages te bouwen. Misschien dat hij het mis voor heeft of verkeerd is ingelicht, maar als hij het juist voor heeft, dan gelooft hij dat de heer Leijs, die in het vorige college zitting'had, aan dat antwoord toch heeft meegewerkt. De heer LEIJS merkt ten aanzien van de garages op, dat hij juist een vraag hier over gesteld heeft omdat hij er van overtuigd is dat, wanneer men op deze manier doorgaat dit uiteindelijk een nadelig saldo in de exploitatie betekent. Het doet inderdaad aan de huur van de woningen niets af, maar het woningbedrijf ^nijgt van het betrokken complex toch een nadelig saldo en dat vindt spreker jammer Door de Wethouder is gesteld dat, als de huren zijn vastgesteld, de exp loitat ie opzet niet zo gauw afwijkt. Dan zou het Rijk genegen moeten, zijn de meer-kosten van de bouw bij de stichtingskosten te nemen en de rijksbijdrage bij het nadelig saldo iets te verhogen, dat heeft hij al verschillende keren meegemaakt. Een ander punt dat hij nog niet heeft aangehaald - en hij hoopt dat men het hem niet kwalijk neemt wanneer hij het nog even vermeld - is het centraal-antennesysteem. Als flatgebouw wordt gepleegd van 4 hoog, dan wordt het ontzettend moeilijk om de mensen die van televisie willen genieten allemaal een antenne te laten plaatsen. Dat lijkt hem ook onmogelijk. Nu weet spreker dat bij de continubouw 1958 bouwkundige voorzienin gen zijn getroffen en daar dus de plaatsing van een centrale antenne mogelijk is. spreker wil er bij vertellen dat de ervaringen in het begin, bij het plan Kraaijvanger, wat vervelend zijn geweest en dat er altijd wel eens iets aan een centrale kan mankeren, maar hij gelooft dat het toch goed functioneert en dat het voor de bewoners alleszins wat waard is een centraal-antenne-systeem te hebben, temeer daar het anders moeilijk is een televisie te plaatsen. De heer de MOOR heeft na de woorden van de heer Leijs hierover niets meer te zeggen. De kwestie van de huurverhoging welke door de heren is aangeroerd en helaas waar is, vindt hij "reemd.Bij de voorstellen welke de Raad krijgt is de huur gebaseerd op de kos ten welke begroot zijn.Als dan de huur hoger wordt, moet dus meer besteed zijn dan oor spronkelijk is geraamd. Nu zegt de heer Leijs: "Die kosten neemt het Rijk voor zich". Dat wist hij niet, maar gelooft hij wel. Maar dan is de vastgestelde huurwaarde bij het nemen van het besluit dus maar uit de lucht gegrepen. Het is maar een kans, misschien lukt het en misschien lukt het niet. Nu zegt de hehr Leijs ook: "De garages drukken op de exploitatieomdat ze niet verhuurd worden, maar dat heeft geen invloed op de huur van de woningen", doch volgens de heer Akker nans is dit wel het geval, al is het dan niet voor de volle 100%. De huur is vastgesteld, gebaseerd op het bedrag van de werke lijke begroting, de begroting wordt niet overschreden en de huur zou dus gehandhaafd moeten blijven. De oorzaak van de verhoging moet dan ergens anders zitten dan in de be- grotingskosten van het oorspronkelijke bouwcomplex. Als dat niet het geval is, dan kan de huur niet verhoogd, worden, tenzij de kosten.gestegen zijn, welke kosten niet door een Raadsbesluit zijn, gedekt. De heer NOORMAN merkt op, naar aanleiding van de mededeling van de heer de J&eger dat de bouwkosten slechts \-k% goedkoper geweest zijn ondanks de sterk gedaalde lonen, dat dit toch zo is. Er is voor deze continubouw een accountant belast met het toezicht op de administratie van de aannemer, op alle kosten, alle uitgaven voor materialen, lonen, enz. Daar moet hij nauwkeurig boek van houden en er is een systeem om de minprijs en de meerprijs vast te leggen, wanneer het prijzenbureau voor documentatie vast stelt dat zich een daling of stijging van prijzen vertoont. Dat zijn elementen waar over de gemeente niets te zeggen heeft; het. is een zaak die uit het continucontract voort vloeit, Wat - de uiteindelijke prijs zal zijn, daarover heeft de gemeente weinig te vertel len nu men gebonden is aan het continu-contract. Spreker verwacht niet dat de thans geschatte huurprijs lager zal zijn bij de definitieve- vaststelling. De ervaring heeft geleerd dat de prijzen minimaal zijn, daar de exploita tiebegroting nauwkeurig is opgesteld. Tenslotte worden de huurprijzen bepaald mede door de subsidiëring van de Rijksoverheid en daar komt een bepaald bedrag uit. Het kan zijn dat de prijs hoger uitvalt dan er- staat, maar daarop kan men geen invloed uitoefenen. De huur wordt dus bepaald naar de kosten en naar de Rijksbijdrage, daar-blijft geen spe ling bij over. Het enige wat over blijft, zijn de kosten van centrale voorzieningen, die iets kunnen uitmaken, In dit verband heeft de heer Leijs een pleidooi gehouden voor een centraal-antenne systeem. Het zou inderdaad een oplossing zijn daartoe over te gaan. Door de heer de Moor is ook een vraag gesteld over de hogere huren en hij heeft gevraagd hoe het komt dat de huren hoger uitvallen. Dat-komt naar zijn mening omdat de exploi tatiekosten toch te laag blijken te zijn opgesteld. En zo belangrijk wordt de prijs niet overschreden.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1959 | | pagina 81