n
s>
12 -
gedeelte van het uitbreidingsplan "Moerstraatsebaan" verkaveling heeft plaats gehad en
gegadigden nu kunnen kopen. Burgemeester en Wethouders hebben dan ook gemeend dat een
goedkeuring achteraf van het uitbreidingsplan bij de Raad geen bezwaren zal hebben, omdat
daar tegenover staat dat de bouw van woningen daargang kan vinden. Spreker verwacht wel
dat de heer Leijs, al is het niet de normale weg, in het belang van de woningbouw welke
zo zwaar weegt, dit kan goedkeuren.
De heer LEIJS vindt het natuurlijk belangrijk dat in het plan "Moerstraatsebaan" kan
worden gebouwd, maar als men hier zit, moet men formeei handelen, daar ontkomt men niet
aan. Als men bepaalde dingen op zij gaat schuiven, zet men de zaak op haar kop. Spreker
had minstens verwacht dat het college de Raad inzage zou hebben gegeven van het planne
tje dat er is, dan had men het kunnen zien.
De heer NOORMAN deelt mee dat dit stukje partieel uitbreidingsplan is besproken in
de Commissie voor Openbare Werken en bet was jammer dat de heer Leijs de laatste verga
dering niet aanwezig kon zijn, maar daar is het doorgesproken. Op zich zelf is het niet
bezwaarlijk om te bouwen in afwijking van het uitbreidingsplan, omdat men dit kan doen
aan de hand van de Wederopbouwwet. Het belang van de- woningbouw weegt zwaar, deze gang
van zaken is niet elegant, maar spreker adviseert niettemin het voorstel te accepteren.
De heer LEIJS verzoekt aantekening in de notulen dat hij op formele gronden tegen
het voorstel van Burgemeester en Wethouders is,
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het voorstel van Burgemeester
en Wethouders besloten.
17, Voorstel tot:
a. het inbrengen van 126 woningen,, gelegen aan de Plataanstraat. Esdoornstraat en
Lorkstraat in het gemeentelijk woningbedrijf;
b, het vaststellen van de minimum-huurprijzen voor de onder a. bedoelde woningen.
(Dossier ir„345 D.
(Verzameling 1959, nr,39).
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel
van Burgemeester en Wethouders besloten.
18, Voorstel tot:
a- het inbrengen van 152 woningen en 2 dagwinkels', gelegen aan de Gentiaanstraat,
de Berkstraat, de Populierlaan, de Meidoornlaan en het Klaproosplein in het ge
meentelijk woningbedrfif;
b. het vaststellen van de minimum-huurprijzen voor de onder a. bedoelde woningen,
(Dessier nr.345 D.
(Verzameling 1959, nr.46)
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordtovereenkomstig het voorstel
van Burgemeesteren Wethouders besloten,
19Voorstel tot nadere vaststelling van de inbrengwaarde van het woningcomplex "101
woningen en 6 dagwinkels aan de Gentiaanstraat en de Ericalaan".
(Dossier nr.,.3-451?)
(verzameling 1959, nr.31
Zondek/beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel
van Burgemeester en Wethouders besloten»
20, Voorstel tot het bouwen van 174 woningwetwoningen en 40 garages in het kader van
het bouwplan "Continubouw Brabant II".
(Dossier nr.141 X.
(Verzameling 1959, nr.40
De heer VERAART zegt verschrikkelijk blij te zijn dat deze 174 woningwetwoningen weer
gebouwd gaan worden, want het is hard nodig, maar hij vindt het erg jammer dat het ge
hele contingent aan het continuplan op gaat, hoewel hij zich realiseert dat het contingent
niet zo hoog geweest -zou zijn wanneer men geen continubouw had gepleegd. Zijn hoop is
nu - en hij verwacht dat deze hoop niet ijdel zal zijn - dat men naast deze 174 nog een klei
ne toewijzing voor woningwetwoningen zal krijgen.
Daarnaast heeft spreker in de stukken gezien dat de huur voor de étagewoningen bepaald
gaat worden op ƒ.9,- tot .11 ,-Spreker gaat daarmee accoord, hij vindt dat fijn, maar
buiten de exploitatiekosten komt er gewoonlijk nog wat bij» De practijk heeft geleerd
dat de adspirant-bewoners straks altijd een paar gulden meer verwonen. En dat vindt hij
maar angstig. Spreker zou er op willen aandringen aan de huurprijzen de hand te houden,
anders krijgt men, zoals vorige keer, dat de huurprijzen worden bepaald op ƒ.9,- tot
ƒ.11,- en men spraks ƒ.12,-, ƒ.13,- en ƒ.14,- moet betalen.
De heer de JAEGER zou, in aansluiting op de woorden van de heer Veraart, even wat
dieper op de materie willen ingaan. Zoals de meeste Raadsleden zich zullen kunnen
herinneren, is in de vergadering van mei 1957in verband met de gunning aan de gebroe
ders Struycken voor de continubouw, hierover een uitvoerig betoog los gekomen en ver-