1 O -
lijk is dat een bepaald terrein voor hem beschikbaar is, dan begint Mj pas plannen te
ontwerpen, die dan de goedkeuring moeten krijgen van de welstandsadviseur. Hierna volgt
dan de premie-aanvrage. Daarmee zullen wel enkele maanden verlopen zijn voordat de plan
nen in een vast stadium komen en voor men tenslotte overgaat tot de definitieve aankoop
van de grond. Het is dus niet zo, dat men een half jaar wachten voordat men een be
slissing over de grond heeft» De gemeente verleent alle mogelijke faciliteiten,' maar
de adspirant-koper heeft er over het algemeen niet zo vreselijk veel haast mee. Zodra
hij kennis geeft dat hij de grond definitief wil kopen,, wordt de zaak afgewerkt".
De heer BENNER is maar gedeeltelijk voldaan. Wanneer men grond wil aankopen voor
grote gebouwen, dan zal dit wel zo gebeuren, dat eerst een tekening zal worden gemaakt,
maar'wanneer men voor een woning grond aankoopt, wordt de tekening pas gemaakt wanneer
men definitief in het bezit van de grond. is. Anders zou het mogelijk zijn, wanneer de
grond niet verkocht werd of de verkoop niet werd geaccepteerd door de Raad, dat zo'n
klein huizenbouwertje door die omstandigheden architectkösten zou moeten betalen en
gedupeerd zou zijn»
De heer NIJPELS merkt op dat de wethouder over de welstandsadviseur gesproken
heeft. Medegedeeld is dat deze iedere maand een dag'zou zitten om klachten aan te
horen van inwoners. Dat is gezegd en beloofd, maar van verschillende zijden heeft spreker
gehoord :dat, wanneer men de welstandsadviseur wil spreken, men naar Rotterdam moet.
En er is' toegezegd dat hij hier zitting zal houden.
De heer NOORMAN deelt mee dat hem dergelijke klachten niet bekend zijn.- Spreker
wil niet zeggen dat ze niet bestaan, maar hij zou willen vragen om meer concrete ge
gevens te verschaffen. Hij meent dat het het beste zal zijn wanneer de heer Nijpels die
mededeelt, dan gelooft hij wel dat zal blijken dat dit niet zoTn vaart loopt. Spreker
wil het hierbij laten, hij weet er niets van en hij kan er dus ook geen antwoord op geven.
Hij vraagt aan de heer Nijpels om concrete gegevens van de mensen die moeilijkheden gehad
hebben.
De heer NIJPELS wil die gegevens direct hier in de Raad verstrekken. Hij denkt hier
aan het geval van de heer Bakx op de Bosstfaat, die aan het verbouwen is. Het is thans
de heer Verduit. Deze bouwt in oud-Hollandse trant, men wil daarvoor ook ramen maken
in de oud-Hollandse trant, maar van. de welstandsadviseur mag dat niet. De welstands
adviseur vindt dat niet mooi. Men krijgt dan oud-Hollandse tafels en7 omdat de overheid
het niet wil hebben, een oud interieur.en een nieuwe pui.
De VOORZITTER veronderstelt wel dat Wethouder Noorman met de gemaakte opmerking
rekening zal houden,. Aan de heer Benner deelt spreker mede dat,, wat de cautie betreft,-
men voor een plan van 34 woningen andere normen moet stellen dan voor een individuele
bouw.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het voorstel van Burgemeester
en Wethouders besloten.
14, Voorstel tot.het aan A.H.Geerdink en H.J.Geerdink te Wassenaar verstrekken van een
geldlening, groot ƒ.46.092.- onder verba-nd van eerste hypotheek
(Dossier nr.41B~18")
(Verzameling 1959, nrv-38).
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming-wordt overeenkomstig het voorstel
van Burgemeester en Wethouders besloten.
15, Voorstel tot .het van L.Jacobs te Bergen op Zoom aankopen van het huis met erf Oude
Huybergsebaan nr106
(Dossier nr.40E)
(Verzameling 1959, nr»33).
Be heer LEIJS zou in verband met deze aankoop ten behoeve van de continubouw 1960,
wanneer men daar moet gaan bouwen, willen vragen, of ter plaatse nog meer woningen moe
ten worden -aangekocht om de continubouw 1960 te kunnen realiseren, Spreker vraagt of
de Wethouder daarover mededeling kan doen.
Daarnaast ziet spreker er iets nieuws in, nl.de z,g, nevenschade, een element dat hij
bij dergelijke aankopen nog niet heeft aangetroffen. Het pand kennende, gelooft hij dat
de prijs van ƒ.9.000,- normaal is, B/laar als nevenschade ziet hij hier opgegeven een be
drag van ƒ.1576,Op de specificatie hiervan ziet hij staan; verhuiskosten, verplaatsing
schuur, schilderwerk, beschrijvingskosten andere woning. Spreker meent dat hier een
inconsequentie in zit.
Want in de koopakte staat ook dat, wanneer de bewoner de woning.moet verlaten de gemeen
te een andere woning meet aanwijzen. Het is dus niet zeker dat de betrokkene een andere
woning koopt. Wanneer men nevenschade gaat bétalen, weet men zijn inziens niet waar
men blijft. Daarom vraagt hij of nog meer panden moeten worden aangekocht. Opgemerkt wordt
dat het schilderwerk van de wonifg pas vorig jaar is gebeurd, maar naar zijn mening is
daardoor de waarde van het pand"ƒ,9,.-CCD,- geworden, Dat is toch het aanzien van het
pand. Spreker gelooft dan men er voorzichtig mee moet zijn.
De heer NOORMAN deelt mee dat het pandje inderdaad nodig is, zoals is gezegd, voor
de continubouw 1960, Het is tijd dat de zaak hiervoor rondkomt. In augustus moet wolden