De heer ASSBLBERGS is er van overtuigd dat, wanneer er in dit opzicht geen moei lijkheden te verwachten zijn, dit de gerustheid wat zal doen toenemen De heer LEIJS zegt dat door de Wethouder is medegedeeld dat een advies is gevraagd aan een bepaald bureau dat met dergelijk werk gemoeid is geweest» De VOORZITTER merkt op dat geen advies is gevraagd, maar een opdracht is verstrekt. De heer 1EIJS vindt dit nog beter. Maar hij zou willen vragen, als dit taxatie rapport komt, of de gemeente dan niet aan de hand van het rapport tot onderhandeling met de eigenaren kan overgaan. Hij bedoeld, dat uiteindelijk ook de eigenaren kennis krijgen van het rapport en dat de gemeente niet zal trachten om voor een bepaald bedrag minder te kunnen aankopen» Hij gelooft dat, waar het over een vrij groot gebied gaat, men aan de hand van het rapport kan stellen;. "Deze prijs willen wij geven, het is de uiterste prijs". Gaat men niet accoord, dan kan men overgaan tot de onteigeningsprocedure. De VOORZITTER kan hierop mededelen, dat de aankoop geschiedt op onteigeningsbasis Dat betekent dus dat betaald wordt wat door de eigenaren als uiterste prijs kan wor den verlangd. De heer GERRITSE zegt dat het misschien niet meer nodig is, maar hij zou toch nog willen antwoorden op de laatste opmerking van de heer Asselbergs, waan hij vraagt, als men aan het sluiswerk begint of dit gefinancierd kan worden met kort geld. Men heeft de zekerheid dat het Rijk een bepaald percentage in de kosten bijdraagt, evenals de pro vincie en dan is het wel verantwoord, als men weet dat het geld binnenvloeitmet kort lopend geld te werken. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. 10. Voorstel tot het aan de N.V.Zuid-Nederlandsche Spiritusfabriek te Bergen op Zoom verkopen van een perceel bouwterrein gelegen aan de Zuidzijde Zoom. (Dossier nr.41B-14) (Verzameling 1959, nr.32) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. 11» Voorstel tot he.t aan W.Karremans te Bergen op Zoom verkopen van een perceeltje grond gelegen achter het pand Borgvlietsedreef nr.113. (Dossier nr.41B~T6) (Verzameling 1959, nr.34) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten, 12. Voorstel tot he.t aan A.Kerkbusch te Bergen op Zoom verkopen van een perceel bouw grond, gelegen aan de Borgvlietsedreef/hoek van de Spiegelstraat. (Dossier nr.41B-15) (Verzameling 1959, nr.36) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. 13. Voorstel tot verkoop van percelen bouwgrond gelegen aan de Pastoor Jutenlaan, aan A.H.Geerdink en H.J.Geerdink te Wassenaar. (Dossier nr.41B-18) (Verzameling 1959, nr.37 De heer BENNER merkt öp in de vorige vergadering namens zijn fractie de mededeling te hebben gedaan dat zij bij elk voorstel tot verkoop van grond zullen tegenstemmen, wanneer geen clausule in het contract is opgenomen dat, wanneer de koop niet verleden wordt, men een "X"-bedrag moet betalen. Dit te beoordelen naar de gemaakte kosten. Op de voorgaande 3 punten heeft spreker niet gereageerd, omdat hij uiterst verheugd is te hebben kunnen constateren dat aan hun verzoek is voldaan. Spreker zou willen verzoeken aan het college bij volgende verkopingen van grond een soortgelijke bepaling te maken in het contract. Met permissie van de Voorzitter zou spreker een vraag willen stellen aan de Wethouder. Hij heeft in de stukken kunnen constateren, dat de duur van de tijd van eventuele aan vrage tot koop van grond tot aan het voorstel aan de Raad ongeveer 6 -a 7 maanden be treft. Dat vindt hij rijkelijk veel en hij meent dat deze lange duur wel de oorzaak zal zijn geweest dat men in voorgaande vergaderingen grond terug heeft moeten nemen. Spreker wil daarom vragen aan de Wethouder of het niet mogelijk is deze tijdsduur met de helft te korten. De heer NOORMAN veronderstelt dat de heer Benner bedoelt dat binnen 3 maanden nadat een aanvra e om bouwterrein is gedaan, daarover een beslissing moet worden genomen. "Dit zou niet altijd mogelijk zijn", zegt hij, "omdat eerst de belanghebbende vraagt of hij een bepaald terrein kan krijgen. Wanneer bij dan inlichtingen krijgt dat het wel moge-

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1959 | | pagina 75