3. Voorstel -om het Raadsbesluit van 26 juli 1957, nr.137 inzake de stichting en irt- gebruikgeving van een vierklasslge school ten behoeve van een neutrale school voor g.l.o. uit te breiden tot een zesklassige school, (Dossier nr.209 E) (Verzameling 1959, nr.44) Zonder1 beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten 4« Voorstel tot het vaststellen van het bedrag per leerling, dat voor het jaar 1959 voor buitengewoon lager onderwijs beschikbaar gesteld zal worden, (Dossier nr.215 I) (Verzameling 1959, nr 41 Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. 5. Voorstel tot toekenning van subsidie van de Vereniging "De Zingende Meisjes van t Fort". (Dossier nr. 116' G.ll) (Verzameling 1959, nr.49) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten» 6Voorstel tot het aangaan van een vaste geldlening, groot ƒ.79.000.-. (Dossier nr.122 S. (Verzameling 1959, nr.42). Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten 7. Voorstel tot het aangaan van een vaste geldlening, groot ƒ.16.000.-. (Dossier nr„122 R) (Verzameling 1959, nr.45) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. 8. Voorstel tot het aangaan van een vaste geldlening, groot ƒ.1 .000.000,- (Dossier nr,122 Uf (Verzameling 1959, nr.50) De heer RATSMA willet college feliciteren;,omdat het er in geslaagd is een zo belang rijke geldlening af te sluiten. Het wijst er op dat er meer normale verhoudingen komen op de geldmarkt en er wellicht ook kans is dat het gemeentebestuur meer zelfstandig heid zal krijgen. Tri de toelichting wordt er door het college op gewezen dat dit millioen zeer nodig is o»a. voor consolidatie van vlottende schuld en voor de uitvoering van werken waartoe door de Gemeenteraad reeds eerder is besloten en waaraan door Gedeputeerde Staten goedkeuring is verleend. Ziet spreker het goed, dat heeft liet college in handen welk werk het eerst onder han den zal worden genomen .en dus ook te beoordelen welk pro'ject het meest urgent is om tot uitvoering gebracht te worden. Nu weet spreker niet of het college reeds een oordeel hieromtrent heeft gevormd. In dien dit wel het geval is, had hij het prettig gevonden dat met de toelichting van het voorstel een en ander uit de doeken was gedaan, dan had de Gemeenteraad de gelegenheid gekregen zijn oordeel er over te geven. Nu dit niet het geval is, zou spreker er tocÜPletr van willen zeggen. Men zou b.v, nu het grote zwembadplêin van de Zanderijen kunnen gaan uitvoeren en dan was daarmee meteen het millioen opgesoupeerd. Spreker wil niet ontkennen dat dit een groots en belangrijk plan is, maar het is naar zijn oordeel op het ogenblik toch niet het meest urgente. Het is een recreatieplan, dat bestemd is voor de stadgenoten, maar ook voor de verre omgeving. Hij dacht nu dat het beter was dat aan de Zanderijen voorlopig een beperkt plan zou worden uitgevoerd. Vorig jaar is er ook over gesproken. Er zou hierdoor in de a.s. zomer gelegenheid kunnen zijn voor de stadsbewoners om daar te zwemmen, terwijl daar ook strandvorkeer mogelijk is. Dat behoeft niet veel geld te kosten en men zou ook kunnen overwegen dat, wat gemaakt wordt, zoveel mogelijk inpast in het grote plan, waardoor de uitgaven volkomen verantwoord zijn» Inde tweede plaats denkt spreker aan recreatie-gelegenheid voor ouden van dagen. Men zal zich herinneren dat in een der laatste vergaderingen van vorig jaar aan de Raad is toegezegd dat men met spoed zou worden ingelicht over de mogelijkheid om een van de vaste gebouwen van het Markiezenhof voor de ouden van dagen in te richten. De Burgemees ter meende zelfs dat dit binnen een maand mogelijk zou zijn en spreker had van het college Jj

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1959 | | pagina 69