H 26 De heer ASSE1BERGS zou dan willen vragen of de heer Nijpels gelooft dat een oplossing mogeijjk is die allen bevredigt. Meent hij werkelijk dat die er is? Maar hoe denkt de heer Nijpels dat de oplossing zal zijn wanneer blijkt dat twee ziekenhui» zen niet gerealiseerd kunnen worden? "Dat is forse majeuri,zegt de he.er BENNER, De heer NIJPELS zou gaarne zien dat men eerst rond de tafel ging zitten om na onderlinge besprekingen tot een conclusie te komen* Dat is naar zijn mening niet de taak van het A.B.G. maar van de nieuwe Stichting, Zij moeten maandag met.de trein naar Den Haag gaan en zien of de mogelijkheid bestaat voor twee ziekenhuizen, in de geest zoals hier naar voren is gebracht. Men krijgt naar zijn mening daïi vast hèt antwoord dat deze zaak in kannen en kruiken is. De VOORZITTER wil dan de motie van de heer Benner, welke hij nogmaals voorleest, in stemming brengen. De heer BERGER gelooft dat de motie duidelijker zou worden wanneer hierin wordt, gesteld dat de Gemeenteraad aan de twee Stichtingen verzoekt op grond van de discus-? sies welke in deze vergadering uitvoerig zijn gehouden binnen een maand te onderzoe ken of de voorgestelde oplossing van het bestaan van twee ziekenhuizen naast elkaar mogelijk is. Als dat mogelijk is gelooft spreker dat men hij elkaar kan komen, maar als het antwoord negatief zou zijn, dan staat de gelegenheid voor discussies weer open. De heer EBNNER meent dat zijn voorstel alles inhoudt. De VOORZITTER verzoekt de heer Berger zijn voorstel ook op schrift te zetten. De heer BERGER doet dan het volgende voorstel: "De Gemeenteraad van Bergen op Zoom, gehoord de discussies in de vergadering van "28 augustus, verzoekt de Stichting St.Elisabethziekerih.uis en het College van Re genten van het A.B.G, bij de centrale overheid te onderzoeken of in Bergen op Zoom "cwee ziekenhuizen kunnen worden geëxploiteerd, een katholiek en een algemeejq en hier- "over de Raad binnen 14 dagen te berichten". De heer NIJPELS zegt voor twee weken met vacantie te gaan. Men kan dit voor stel dan wel afzeggen, De heer RATSMA zou de motie van de heer Berger ten sterkste willen ontraden. Hij is ten eerste niet bereid het ijltempo waarin de zaak tot nu toe behandeld Is voort te zetten. Hij wil het niet binnen 14 dagen en niet binnen een maand. Hij wil dat de zaak rustig door de twee colleges Y/ordt bekeken zonder zich te binden aan tijd, in de veronderstelling dat de colleges er van overtuigd zijn dat de zaak tot een goede oplossing moet worden gebracht. En dat kan men niet door zich aan tijd te hinden. Op de tweede plaats geeft spreker,de voorkeur aan de motie van de heer Benner, omdat men hierin alle mogelijkheden om tot samenwerking te komen wil open houden, In het begin is men van andere mogelijkheden uitgegaan* Men heeft ten onrechte de Kerkeraden gebonden aan iets wat zij niet hebben afgewezen maar minder wenselijk vonden. Wanneer nu de twee colleges bij elkaar komen en onderling alle mogelijkheden bekijken - iets wat men van het begin af had moeten doen - dan komt men tot een oplossing. Ook de mogelijkheid dat er twee ziekenhuizen bestaan is niet nieuw. Spreker wil zich niet onttrekken aan een voorstel dat de Raad heeft aangenomen om in principe medewerking te verlenen aan de bouw van een katholiek ziekenhuis, maar dit is slechts in principe aangenomen. Onderling overleg verdient thans verreweg de voorkeur. Het voorstel van de heer Berger hierna in stemming gebracht wordt verworpen met 16 tegen 6 stemmen. Vóór stemmen de heren Bakx, Berger, Leijs, Houtman, Gerritse en Broos, Tégen stemmen mevrouw Juten-van As en de heren van Leeuwen, Nijssen, Nijpels, Ambagts de Wit, Benner,de Moor, Asselbergs, Veraart, de Jaeger, Akkermans, Noorman, Schep pink, Ratsma en van Doorn, De motie van de heer Benner wordt vervolgens aangenomen met 20 tegen 2 stemmen. Vóór stemmen mevrouw Juten - van As en de heren van Leeuwen, Nijssen, Nijpels, Ambagts, de Wit, Benner, de Moor, Bakx, Berger, Asselbergs, Veraart, de Jaeger, Akkermans, Gerritse, Broos, Noorman, Scheppink, Ratsma en van Doorn, Tégen stemmen de heren leijs en Houtman. 3, Voordracht tot benoeming van een lid der Commissie van Toezicht op Leb Middelbaar Onderwijs. (bossier nr.221 B.) (Verzameling 1959, nr.159)- De VOORZITTER benoemt tot leden van de commissie van stemopneming de heren Benner, Scheppink en Veraart en verzoekt de heer Scheppink daarvan het voorzitter schap te willen waarnemen. Uitgebracht worden 21 stemmen,waarvan 12 op dr.J.de Vos en 9 op dr.M.P.J.M.Jansen zodat .benoemd is de heer dr.J.de Vos, aan wie van deze benoeming zal worden kennis gegeven.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1959 | | pagina 231