I mm - 17 - Het doel is historich gegroeid, het doel is de exploitatie van een ziekenhuis. Nu komt de Stichting St.Elisabethziekenhuis met een verzoek met een uiterst zwakke motiveringi Zij vraagt niet minder dan de uitlevering van, de bouwvergunning van het A.B.G. en de sluiting van het A.B.G. zodra het nieuwe ziekenhuis klaar is. Gesteld dat het verzoek wordt ingewilligd dan is het naar zijn mening niet onmogelijk dat men t.z.t. met een annexatie van het A.B.G„zal komen, Over de problemen van sluiting wordt niet gesproken. Deze laat men aan de Raad over. Wel wordt kritiek uitgeoefend op het A.B.G.; de Regenten zouden niet capabel zijn, de medische staf en het personeel krijgen een veeg uit de pan. Deze aanmatiging vindt hij onbehoorlijk Wat betreft de nota van Burgemeester en Wethouders op het antwoord van het College van Regenten,spreker kan deze nota niet onderschrijven. Men neemt als uitgangspunt het besluit van de Raad van april.om medewerking te verlenen aan de Stichting St. Elisabethziekenhuis. Deze medewerking is gegrond op een vaag verzoek en bepaalt niets ten aanzien van datum en verdere voorwaarden. Spreker acht het niet juist aan dit besluit, dat een dermate vage ondergrond heeft, de verdere ontwikkeling van, de zaak Vast te nagelen. Spreker kan er zich dan ook niet mee verenigen, te meer omdat, zoals hij reeds heeft gezegd, de urgentie van de bouw van. een r,k,ziekenhuis helemaal niet zo groot is, althans niet op dit moment. Spreker zegt geenvoorstel te zullen doen, maar hij hoopt dat het mogelijk zal zijn in deze zaak toch tot een vergelijk te komen. Maar aan.de voorgestelde oplossingkan hij zijn stem niet geven. De heer van DOORN zou nog graag enkele opmerkingen willen maken. Hij kan zich uit de aard van de zaak bij het betoog van de heer Ratsma aansluiten, maar er zijn enkele dingen welke hij persoonlijk zou willen belichten, In de eerste vergadering van deze Raad-in 1958 is de Commissie ad hoe ingesteld. Hij heeft de opdracht aan die Commissie in de notulen nagezien en op. bladzijde 10 vindt men vermeld? "een onderzoek naar een eventuele wijziging van het reglement van het A.B.G,"Deze formulering is later niet gewijzigd en bevat geen andere opdracht dan het instellen van een onderzoek. En uit de aard der zaak van dat onderzoek een ver slag of een rapport uit te brengen aan de Raad en daarin bepaalde voorstellen te doen tot wijziging van. bepaalde punten. Spreker vraagt of het niet vanzelfsprekend is dat de Commissie ad hoe na voltooiing van haar onderzoek de resultaten daarvan in een rapport aan de Raad neerlegt, Ih het niet van-zelfsprekend dat de commissie, resp, haar Voorzitter, resp,Burgemeester en Wethouders eerst na behandeling van dit rapport door de Raad en dus met machtiging van de Raad of van de meerderheid van de Raad bepaalde stappen tot reorganisatie, eventueel tot medewerking tot de bouw van een nieuw ziekenhuis zou hebben gedaan? Deze gang van zaken heeft spreker van het begin af buitengewoon vreemd geschenen en hij heeft het nog vreemder gevonden dat uit deze Raad geen stemmen zÏP opgegaan die zeggen: "Moeten wij nu beslissen over steunverlening voor een nieuw ziekenhuis terwijl we nog niet weten hoe wij zelf, op grond van het uit te brengen rapport, over de zaak denken-r? Het had hem ook van-zelfsprekend geleken dat de Commissie ad hoc in haar overleg in een bepaalde fase een zeker overleg had gepleegd met het College van Regenten van het A.B.G. Dat zou in de eerste plaats naar zijn mening correct zijn geweest en in de tweede plaats was het niet helemaal onmogelijk geweest dat bij deze besprekingen een verstandig woord zou zijn gesproken. Nu is het woord van Polignac toegepast ^'Raads besluiten over u, bij u, maar zonder u". Spreker moet zeggen dat hij deze gang van zaken niet correct kan vinden. Spreker wil vervolgens iets zeggen over de bestaande continuïteit in bestuurscollege». In concreto gaat het over het Regentencollege van het A.B.G., maar dat is op zich zelf geen bijzonder geval. Elk bestuurscollege heeft behoefte aan en recht op een zekere continuïteit. Dat geldt het college van Wethouders, dat geldt ook de volksvertegenwoordiging, dat geldt voor de Ministeries. En toch bevat de politiek als inhaerent onderdeel het feit dat Ministeries, wanneer er tussentijds geen ongeluk gebeurt, een periode van 4 jaar besturen. Dan wordt de ene Minister door de andere afgelost en begint weer het tekort aan continuïteit te werken. "Waarom", vraagt spreker, "werkt dit niet fnuikend, waarom is dit niet funest voor voor het land? Om de dood eenvoudige redeidat het apparaat, dat het departement een behoorlijke organisatie heeft en dat dat doorwerkt en de grondslag vormt voor de manier waarop de betrokken bewindsman zijn beleid gaat richten. Men heeft van Frankrijk wel eens gezegd dat het het slechtst bestuurde en best beheerde land was en spreker gelooft dat dit niet helemaal onjuist is. Waar het op aankomt is continuïteit in het beheer en die continuïteit daaraan heeft het in het A.B.G, naar zijn mening niet ontbroken. Toen spreker daar als Regent binnenkwam had hij 14 jaar ervaring erlders achter de rug als directeur van een ziekenhuis. Hij trad daar dus niet helemaal on— if

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1959 | | pagina 222