r?r. - 27 - gevraagd zal worden voor verdere uitbreiding De VOORZITTER deelt mee dat dit moeilijk te voren te zeggen is. Enkele jaren ge leden is men begonnen met lekonderzoek en men blijkt steeds meerdere lekkages tegen te komen. De leidingen zijn. op verschillende plaatsen zeer verouderd. Hij kan dan ook niet de verzekering geven dat in de toekomst geen verdere straten moeten worden na gezien. De heer de JAEGER begrijpt dat de Voorzitter dit niet weet "jj bent ook geen Wethouder van de bedrijven", zegt hij. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en- Wethouders besloten, 2g,Voorstel tot het aanbrengen en verbeteren van de openbare verlichting in diverse straten van de -uitbreidingsplannen "De Zeekant" en "Oost" en in het "Complex Stalenbrug" (Dossier nr.322 C. (Verzameling 1959, nr.165). De heer de JAEGER zou ook hierbij een enkele vraag willen stellen. Hij heeft ge zien dat deze straten zo goed als volgebouwd zijn en dat verschillende straten pas nieuw zijn gelegd. "Warneer er nu verlichting moet komen, impliceert dat',' vraagt hij, "dat deze straten weer opgebroken moeten worden? Of liggen de leidingen er en moeten er alleen lantaarns geplaatst worden? De heer van LEEUWEN constateert dat het nogal heel wat straten zijn die ver licht moeten gaan worden middels openbare verlichting. Voor het grootste deel zijn deze straten bebouwd en de huizen bewoond. De tijd dat de mensen er nu wonen zijn ze dus verstoken geweest van voldoende verlichting, veronderstelt hij. De VOORZITTER merkt op dat het gelukkig lange dagen zijn geweest. De heer van LEEUWEN zou toch graag zien dat, wanneer gemeentewerken straks stra ten gaat projecteren, men er voordat er huizen gaan komen elektriciteit brengt en niet als de huizen er zijn. De heer NOORMAN gelooft toch wel dat de kwestie aanbrengen straatlantaarns normaal behandeld is. De VOORZITTER neemt in elk geval aan dat er in de oude straten leidingen lig gen, Waar gaslantaarns wcr.den vervangen door elektrische, moeten kabels liggen. De heer de JAEGER doelde meer op de nieuwe straten waar nu nieuwe lichtpunten moeten komen, In dat verband wijst hij ook op het pleidooi van de heer van Leeuwen. Indien in de nieuwe straten geen leidingen liggen, moeten deze weer opgebroken wor den. De VOORZITTER kan niet zeggen of er leidingen liggen. De heer de JAEGER begrijpt dat de Voorzitter dit niet kan zeggen, "U is ook geen Wethouder van de bedrijven", zegt hij. De VOORZITTER zegt dat hem medegedeeld wordt dat er in elk geval leidingen liggen» Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het voorstel van. Burgemeester en Wethouders besloten. Tegelijk komen dan aan de orde: 26.Voorstel tot wijziging van de gemeente-begroting, voor het dienstjaar 1959 (89e wijziging), 27.Voorstel tot wijziging van de gemeente-begroting voor het dienstjaar 1959 T9ÖT wijziging 28«Voorstel tot wijziging van de gemeente-begroting voor het dienstjaar 1959 (91e wijziging), wijziging van de begroting van het waterleidingbedrijf voor het dienstjaar 1959 (10e wijziging) en wijziging van de begroting: van het gasbedrijf voor het dienstjaar 1959 (18e wijziging). 29»Voorstel tot wijziging van de gemeente-begroting voor het dienstjaar 1959 (92e wijziging) en wijziging van de begroting van het gasbedrijf voor het dienst jaar 1959 (19e wijziging J7~ 30,Voorstel tot wijziging van de gemeente-begroting voor het dienstjaar 1959 "(93e wijziging)', 31 «Voorstel tot wijziging van de gemeente-begroting voor het dienstjaar 1959 (94e wijziging) en wijziging van de begroting van het gasbedrijf voor het dienstjaar 1959 14e wijziging T. w'o-

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1959 | | pagina 203